zondag 24 juni 2007

onderlinge relaties

Waar je met mensen bezig bent, kom je ook met hun hebbelijkheden en onhebbelijkheden in aanraking. Zo ook de afgelopen week. Dinsdag kreeg ik een mailtje van onze collega. Of ik het al had gehoord van een van de bezoekstertjes. Als dat al wordt gezegd, gaan mijn voelsprieten omhoog staan. Er is weer iets aan de hand. Nee, ik wist niet wat er was gebeurd. Een lang verhaal, maar het verhaal van het meisje kwam er op neer dat ze die dag was aangerand door iemand die ook als bezoeker op onze brunch en viering komt.

Leuk, onderlinge relaties. De zoveelste in de reeks die we hebben gehad. Weer is er iets gebeurd waar we het onze van moeten weten. Wat is wijsheid? Hoe ga je daarmee om? We besloten om de "dader" voorlopig maar even op rantsoen te zetten: het is beter voor hem niet meer op zondag te komen.

Maar ja, waar twee vechten, hebben twee schuld. Bij het gesprek met deze dader kwam het hoge woord eruit. Het bezoekstertje had hem tot in de diepste vezels van zijn wezen de afgelopen tijd getergd. Zeuren aan zijn hoofd. Uitdagen tot en met. Om de minuut zijn naam over de straat schreeuwen totdat hij er horendol van werd. Soms alleen, maar de laatste tijd ook in een groepje van vier, vijf opgeschoten meiden. En als hij dan naar buiten kwam, snel wegrennen om te kijken wat hij deed. En dan was hijzelf ook niet zo wijs en liep als een kip zonder kop achter haar aan. Afgelopen maandag was het dus raak en de "aanranding" was een waarschuwing met de hand dat ze er mee op moest houden, alleen kwam de hand terecht op een wat ongelukkige plaats (waarschijnlijk had hij al iets teveel gedronken of geblowed).

We gaan voor een verzoening tussen twee mensen. Twee mensen met allebei een wat moeilijker achtergrond. Er zit bij beiden gelukkig genoeg ruimte daarvoor. Toch is het triest om mee te maken dat mensen op zo'n manier met elkaar omgaan. En het lijkt erop alsof de "omstanders" deze omstandigheden alleen maar erger maken. Het kan een voedingsbodem zijn voor weer een vete, waarvan er in onze wijk helaas al meer dan genoeg zijn. Ik ben benieuwd hoe we met de hulp van God deze relatie opgeklaard mogen zien worden.

zondag 17 juni 2007

duidelijkheid en liefde geven

Altijd een lastige keuze. Je wilt degenen die komen naar de wekelijkse bijeenkomsten de liefde van God ervaren. Die liefde geven doe je toch door hen met liefde te benaderen. Maar soms zoeken mensen, vooral jongere mensen, grenzen, waardoor je liefde moet combineren met duidelijkheid.

Zo ook weer de afgelopen twee weken. Een meisje heeft de neiging juist tijdens de vieringen de grenzen te zoeken. Tijdens de brunch is ze heel gezellig en open. Ze vertelt van alles en nog wat over haar eigen leven. Als we dan de stoelen in een kring hebben gezet en samen gaan zingen, lijkt het alsof er bij haar een knop omgaat. De gezelligheid wordt uitgelaten lol en ze probeert op allerlei manieren de aandacht op zichzelf te vestigen. Door haar vriendinnetje te knijpen. Door op haar tenen te gaan staan. Door plotseling in een slappe lach terecht te komen.

De situatie is voor andere bezoekers vervelend. Die komen om iets over God te horen. En worden gestoord door de aandacht die het meisje vraagt. Mijn vrouw Aneta probeert tussen de twee meisjes in te gaan zitten. Het meisje weigert en wil niet aangeraakt worden. Aneta gaat niet met haar in discussie en schuift haar met de hand opzij en gaat zitten. Het meisje lacht en probeert contact te krijgen met het andere meisje. Dat lukt niet. Vervolgens geeft het meisje een mobieltje aan het zusje van twee jaar van het andere meisje. Aneta pakt het mobieltje af en legt het even weg. Weer probeert het meisje een discussie met Aneta aan te gaan: "je steelt mijn mobieltje". "Nee hoor, je krijgt hem later terug". Een andere bezoeker schiet uit haar slof: "Waar kom je nou voor, je stoort ons, kies wat je wilt: blijven of weggaan". Waarop het meisje de zaal verlaat en in haar kielzog de rest van de kinderen, want die zijn samen met haar op pad gegaan. En ik zeg: tot volgende week! Waarop de uit haar slof geschoten bezoeker reageert: "mfff, volgende week......."

Leuke vragen die horen bij een pioniersituatie. Hoe moet je omgaan met dergelijke situaties? In ieder geval dat wij niet met kinderen in discussie gaan. Want dan hebben ze gelijk de volle aandacht en op een of andere manier willen ze die toch hebben. Als de kinderen verdwijnen, praat ik nog met de andere bezoekers door. Ik leg uit dat we de kinderen blijven uitnodigen, omdat ze zoveel liefde missen. Maar dat we duidelijk blijven, zodat ze weten dat we dergelijke aandachttrekkerij niet tolereren. Dat er een wereld achter die kinderen schuilt waardoor ze dergelijk gedrag vertonen. Op de opmerking van een van de bezoekers, dat dergelijk gedrag ook in een andere kerk niet wordt getolereerd, antwoord ik weer dat we daarom ook geen gewone kerk zijn. Jong en oud mag hier komen en ze komen omdat ze zich thuis voelen. We willen ook geen "dit-is-een-kerk-dus-daarom-ben-je-stil" drempel opwerpen. We zijn Villa Klarendal en juist geen kerk. Want we zingen "...daar ben je welkom, is ieder gelijk..." Humor mag. Af en toe dol ik ook met de kinderen tijdens een verhaal. Om ze erbij te betrekken. Maar er zijn grenzen en dat mogen ze ook weten.

Ik weet zeker dat het meisje volgende week weer terug komt. En net doet alsof er niets is gebeurd. Ik hoop dat we een keer op een andere manier contact met haar kunnen krijgen. Zodat we over persoonlijke dingen kunnen praten en er een vertrouwensband ontstaat.

Liefde en duidelijkheid. Die tweedeling kom ik ook bij de Here God tegen. Ook Hij tolereert het niet als mensen zijn grenzen over gaan. Zijn liefde blijft. Maar Hij laat duidelijk zien wat de grenzen zijn. Aan het einde bidden wij voor liefde en geduld. En dat onze duidelijkheid wordt ervaren als een daad die we uit liefde doen.

vrijdag 8 juni 2007

Burengerucht

Vandaag halfvier. Ik zit op mijn werk in het stadhuis achter de computer. Mijn zoon belt. Of ik al weet hoe laat ik thuis kom. Hij klinkt wat gehaast. Ik zeg hem dat ik het niet weet, maar dat het in ieder geval na vijf uur zal zijn. Na wat stamelen blijkt achter de vraag een diepere wereld te zitten. De christen buurvrouw zit bij hem. Ze woont achter ons en heeft vandaag een behoorlijke ruzie gehoord. Dat hebben onze kinderen ook gehoord. Wat blijkt? De buurman naast ons was wel heel vaak weg. Nu is uitgekomen dat hij ergens anders er een andere vrouw op na houdt. Of misschien zelfs met haar is getrouwd. Dat is nu bij zijn eerste (gaan we van uit) vrouw -onze buurvrouw, niet die christen is- bekend geworden. En dat steekt ze niet onder stoelen of banken. Mijn zoon vertelt ook nog dat de buurman met een koffer de straat is opgestuurd, dat hem de toegang tot zijn bus is geweigerd en dat een van zijn zoons hem ook nog behoorlijk heeft geduwd. De christen buurvrouw wil nu voor hen gaan bidden. Tja, ik zit op het werk en naar huis gaan is geen optie. Althans, dat zou mijn baas wel heel vreemd vinden. Dus besluit ik het tussendoor op het werk met de hemelse Vader te bespreken.

Deze situatie geeft mij een wat dubbel gevoel. Je gunt niemand terecht te komen in zo'n situatie. Zelfs al heeft onze buurvrouw geprobeerd ons een poot uit te draaien door de breuk van een schilderijtje dat heel ergens anders hing tegen een veel hoger bedrag op ons te verhalen. Zelfs al zijn we niet zo on speaking terms met onze buurvrouw. Althans, dat begrijpen we, want als we haar spreken zegt ze doodleuk "ik niet goed Nederlands spreken", terwijl we van onze andere buurvrouw horen dat ze haar kleindochtertje tweetalig opvoedt en haar goed Nederlands leert. Die buurvrouw bespreekt alle beslommeringen met haar. Maar goed, ondanks die ervaringen gunnen we haar deze situatie niet. Wij kijken er niet van op. We hebben het zien aankomen. We hebben ons al eerder afgevraagd of hij er geen tweede op na houdt, zo vaak is hij van huis en zij weer alleen met haar vijf zoons, wat schoondochters en enkele kleinkinderen. Hij moest dan weer eens naar Somalië (waarbij we maar niet navroegen wat hij daar - een fundamentalistische moslim - deed) of voor een tijd naar Turkije.

Nu is er dus burengerucht. De emotie daarover gaat over de culturen heen. Immers, iedereen die zijn huwelijk, zijn hoop, zijn dromen in het moeras ziet verdwijnen, reageert geëmotioneerd en weet niet meer wat te doen. En wij, christenen die naast haar wonen, wij staan machteloos. Enerzijds door de persoonlijke omstandigheden van een enigszins verstoorde relatie. Anderzijds doordat trots van hun kant het niet toelaat dat ze je om hulp vragen. En zeker niet van dat echtpaar waarvan de vrouw misschien in hun ogen wat meer de broek aan heeft. Je staat erbij en kijkt (en vooral: luistert) ernaar.

De achterbuurvrouw heeft gelijk. We lijken machteloos. Maar we hebben een wapen en schild in handen om iets met onze machteloosheid te doen. Ook al geloven zij niet op dezelfde manier als wij. Wat dat gesprek met onze hemelse Vader zal uitwerken is voor ons een verrassing. Tot nu toe heeft bidden voor mensen in deze wijk regelmatig tot verrassende wendingen in levens van mensen geleid. Ik ben benieuwd.

zondag 3 juni 2007

De eerste dag van de week is....

...voor velen een rustdag. Wij zijn weer lekker bezig met onze Villa activiteiten. Rond twaalf uur staan we op de stoep bij het huis van de Alphacursus. Een grote boodschappentas vol met brood, kaas, jam en nog wat lekkernijen die ik gisteren uit Villa Klarendal heb meegenomen. We dekken de tafel, bedoeld voor zes personen, voor negen personen. Na het uitleggen van brood en aanverwante artikelen en het opwarmen van de risolles en lemper (na weken van Antilliaans en Surinaams eten, moesten wij er ook maar eens aan met Indonesische snacks) worden de anderen uit de tuin weggeroepen om met een "neem uw stoel op en wandel" aan te zitten aan de dis. Met verhalen over lekker eten en de vele Indonesische talen en gebruiken, genieten we van een overvolle brunch.
Nadat de buikjes zijn volgegeten ruimen we af, wordt de vaat gedaan en geniet de rest van de na-brunch in een warme tuin.

Vervolgens het eten van het Brood des Levens. Een verhaal over jezelf geven aan God. Waarin we ons leven vanaf nu totaal kunnen inzetten voor de God die zichzelf voor ons heeft gegeven. Er is duidelijk een verschil van benadering tussen de deelnemers. De een is duidelijk op weg en wil ook echt verder. De ander is nog aan het ontdekken. De volgende vindt het wel mooi en laat het daarbij. Dat vind ik het mooie bij de Here God, vertel ik. Hij geeft ruimte aan ons om te groeien, maar ook om niet verder te willen. Als een gentleman staat Hij aan onze deur en komt daar binnen waar wij Hem toelaten. Jezelf geven als een offer. Dat deed me denken aan de verzuchting van Aneta van gisteren: "ik heb ook nooit tijd voor mezelf", wat ze ook weer bij de studie terughaalt. Vergelijkbaar met de opmerking van Jezus "de zoon des mensen heeft nog geen kussen om te rusten". We vertellen aan de andere kant hoe mooi het is je te laten gebruiken door de Here God. Gisteren las ik dat in Leadership. Een goede christelijke leider beseft dat hij een slaaf (niet alleen een dienaar) van God is. En doet wat God van hem vraagt. Ook al is dat soms vermoeiend.

Om iets na drieën stappen we met een iets legere tas op de fietsen richting huis. Daar wachten de kinderen die rustig op de bank zitten. En bereiden we met zijn tweeën een kleine salade voor van geraspte wortelen met rode kool. We hebben gelukkig nog even een halfuurtje (ik denk dat ik overdrijf). Dan stappen we weer op. "Ga je nu al?", vraagt een van de kinderen. Inderdaad, het volgende bedrijf begint.

We lopen naar Villa Klarendal, terwijl we ondertussen teamleden Reinier en Susanne tegenkomen. We beginnen direct met elkaar met de eerste voorbereidingen en gebed. We bidden vooral om rust en vervulling van de Heilige Geest. Want zijn kracht hebben we telkens nodig om weer fit aan een nieuw hoofdstuk op de dag te beginnen. Om halfvijf worden de tafels aaneen geschoven en de borden en het bestek gereed gezet. Ik duik onder in het kantoortje om de laatste voorbereidingen voor de viering te treffen. In mijn hoofd heb ik dit weekend tussen de bedrijven door wel een verhaal voorbereid. Nu schrijf ik hem toch nog even uit. Ik merk dat het verhaal, het leven en de steniging van Stephanus, wel heel erg doorspekt is met één aspect: hij was vervuld van de Heilige Geest. Dus knip en plak ik vanuit een bijbelse internetsite de teksten en onderstreep en/of maak vet waar dat telkens staat. Vervolgens print ik mijn verhaal uit en in twintigvoud de bijbeltekst. Tenslotte zoek ik de liederen uit die we deze middag gaan zingen.

Dan is het vijf uur en zitten zo'n twintig mensen klaar om het diner te beginnen. De laatste drie komen op het nippertje zingend binnen met "Jezus, alles geef ik U". Bijna alle bezoekers hebben een maaltijd klaargemaakt of gekocht. Zo staat er bami, twee soorten kip, vier soorten groenten, rijst en diverse cakes op het menu. Vooraf waren we bang dat er te weinig groente was. Ook dit wordt gelogenstraft... Eerst wordt er natuurlijk gebeden. En iedereen, jong en oud, doet zijn ogen dicht (althans, dat denk ik, want zeer tegen mijn gewoonte in doe ik dat ook). De kinderen krijgen eerst opgeschept. Voor de jongste een klein bordje rijst, de rest krijgt iets meer. Ik zit bij drie van de kinderen en samen hebben we gezellige gesprekjes. Een van hen heeft wel erge buikpijn. Als ik naar de reden vraag, weet ze het niet zeker, maar ze heeft gezwommen en tussendoor een grote zak snoep opgegeten. Tja, dan is onze maaltijd op zo'n grote berg snoep niet zo lekker. We genieten toch wel van de maaltijd, de gezellige gesprekken en het jongste kind dat op een gegeven moment een van de andere kinderen heeft ontdekt waardoor een tweejarige achterna wordt gezeten door een vijfjarige. En lachen dat ze doen. De drie zusjes met wie ik aan tafel zit, gaan toch maar vroeger naar huis. De buikpijn is te erg geworden. En de ander moet nog een tas voor een kamp inpakken. Twee seconden later komt de oudste terug. Of ik niet even mee wil gaan. De buikpijn is te overweldigend geworden, waardoor zusje door haar spillebeentjes is gegaan en op het trottoir is beland. Gelukkig woont het stel niet ver weg. Ik loop met hen mee en draag daarbij het van buikpijn huilende meisje van tien dat gelukkig maar 25 kilo weegt. Ze zegt dat ze straks maar op de bank zal gaan liggen. Ik lever de kinderen af bij de ouders die in het café aan de overkant zijn beland.

Op de terugweg spreek ik iemand die we ook kennen en die op een balkon zit. Zijn rechteroogkas is nogal opgezwollen, dus ik vraag of hij heeft gevochten. Het blijkt (gelukkig?) een kaakontsteking te zijn. De zwelling was deze ochtend nog twee keer zo groot. Hij vertelt me vanaf het balkon dat de kaakchirurg vanochtend korte metten met de ontsteking heeft gemaakt, ondanks het feit dat de bureaucraten in het ziekenhuis eigenlijk liever eerst tweehonderd euro wilden cashen, die hij zeker nu niet in bezit heeft. Ik wens hem en zijn vrouw sterkte en hij roept me na dat ik de groeten aan de anderen moet doen. Wat ik vervolgens in de hectiek van wat hierna komt natuurlijk prompt weer ben vergeten.

Teruggekomen beginnen we met de viering. De tafels zijn aan de kant gezet, stoelen in een kring gezet en de liedboekjes uitgedeeld. We zingen de begintune - "de kleine villa in de straten", vervolgens een christelijke mars waar iedereen bij mag gaan staan en tenslotte een canon die iedereen uit volle borst zingt. Ik vertel het verhaal. Toch mooi om te zien hoe die Stephanus door de Heilige Geest werd geleid. Maar ja, hij moest het wel bekopen met de dood. Maar zelfs daarvoor kreeg hij kracht. Tot slot valt me het verhaal van Corry ten Boom te binnen die ook moeite had om in een concentratiekamp christen te zijn. Maar die door diezelfde Geest kracht kreeg om bijbelstudies in het kamp te houden. Die haar zus moest laten sterven aan een vreselijke ziekte, maar zelf bevrijd werd. En die tenslotte prediker voor God werd en twintig jaar later de kampbeul tegenkwam die haar om vergeving vroeg. Uit haarzelf kon ze het niet. Maar wel door de kracht van de Heilige Geest. We zingen als reactie op het verhaal "God geeft je kracht" (op de melodie van "Het is een nacht") en denken en praten nog even samen door over het verhaal. We sluiten af met gebed, waarin een van de bezoeksters ook gebed vraagt voor een persoonlijk probleem. Het eindlied heb ik ondertussen veranderd in "Jezus, alles geef ik U": waar we mee binnen kwamen, gaan we ook weer mee weg.

Daarna koffie/thee met de cake die nog over is. Gewoontegetrouw blijft de goegemeente nog een halfuur nakletsen. Over wat we in het verhaal hebben gehoord, over wat ze thuis meemaken. En we maken afspraken over een bezoek aan de EO Jongerendag komende zaterdag. Als iedereen weg is, de wc is schoongemaakt, de tafels weer zijn teruggezet en de grond is gestofzuigd, zitten we met zijn vijven (er is een extra hulpkracht bij) om de tafel. Op de vraag hoe het is geweest, merken we allen op dat het mooi en rustig is geweest. Het verhaal sloeg aan, was niet te lang en aansprekend.

We ervaren hoe datgene wat we vertellen in onze eigen levens werkelijkheid is. Uit onszelf waren we er al bij neergevallen. Door de kracht van Gods Geest kunnen we een zondag als deze aan. Dat is dan ook de conclusie als we om halfnegen thuis komen. Moe maar tevreden heet dat. En daar wacht nog even een afwas, kinderen die iets willen vertellen, hun tas in willen pakken voor drie maanden stage, de dozen van gisteren die nog moeten worden uitgepakt en ik besluit mijn dag nog eens voor mezelf en de lezer uit te schrijven.

"God geeft je kracht" zongen we tijdens de viering. Nou en of!!!

zaterdag 2 juni 2007

weer een week voorbij

Zomaar een week leven in Klarendal.

Maandag
Na mijn verzuchting van afgelopen zondag, ga ik vandaag ik maandag een dagje uit naar het Opwekking Pinksterfeest. Normaal gezien ben ik niet zo'n festivalganger, maar ik had sommige mensen die we in de Villa kennen al voorbereid om hier naar toe te gaan. Alleen... zaterdag merkte ik dat iedereen inmiddels al weer andere afspraken tussendoor had gepland. OK plannen gewijzigd. Dan ga ik maar niet met die mensen, maar met eigen kinderen naar het festijn.

Zo gebeurt het dat we op Tweede Pinksterdag met vijf mensen uit eigen gezin om halfacht bij de trein staan om richting Walibi Flevo af te reizen. Rond kwart voor tien stappen we de bus uit voor de ingang van het park, waar onze wegen ons scheiden: twee gaan het pretpark in en drie gaan richting een ander Pretpark. Nu ben ik niet echt een liefhebber van zitten in een tent en consumeren van allerlei pretpark-achtige preekjes en muziek. Dus loop ik maar wat over het terrein, terwijl de twee anderen de tiener- en kindertent bezochten. Rondlopen betekent uiteindelijk terechtkomen in de Zending Expo Tent, waar ik vooral in gesprek raak met diverse bijbelscholen. Een vertegenwoordiger vraagt me of ik iets met zending had. Waarop ik terug reageer dat ik eigenlijk beschouwd moet worden als een tentenmaker in Nederland. Dat gaf een levendig en spontaan gesprek over zending in Nederland, onze drijfveren en werkwijze in onze wijk. Wie weet krijgt dit nog een staartje wat betreft stagiaires of zo.

Door een Chinees die de topdrukte van 2e Pinksterdag niet aankon, zijn we pas om elf uur thuis...

Dinsdag
De dag begint zoals altijd op deze dag. Onze buurvrouw die iedere dinsdag en donderdag komt helpen, is deze dag iets eerder gekomen. Even bijpraten heet dat. Natuurlijk gaat dit over haar persoonlijke belevenissen, waarover ik op mijn blog niet schrijf. Maar dit vind ik zo geweldig. Zomaar mensen die bij ons binnenstappen en hun leven met ons delen. Het is zo fijn bij jullie krijgen we dan terug van hen. Ook nu weer.

Woensdag
Sommige dagen worden vooral gekenmerkt door werken-werken-werken en thuisgekomen achterover leunen voor zover dat mogelijk is. Zo ook deze dag. Dat is soms lastig, want 's avonds kom ik een van de vaste bezoekers op straat tegen. Dan heb je zo weer een praatje van een halfuur. Vind ik heerlijk, maar ik moet ook zo af en toe wat rusten. De broer van een andere straatgenoot annex Villa bezoeker is net thuisgekomen van een heupbreuk. Of ik niet even bij hen langs kan gaan. Tja, soms moet je voor jezelf kiezen. Ik loop na verloop van tijd naar huis voor een potje benen op tafel aan tv en computer voor de rest van de avond.

Donderdag
Soms doen we vrijwilligerswerk in de wijk, waar weer een extra taakje aan vast komt te zitten. De Voedselbank is ook weer een vrijwilligersorganisatie die af en toe aan haar vrijwilligers een bedankje wil geven. Dus wordt er op 23 juni een bedank-middag gehouden. Of ik niet even wil meehelpen daaraan. Maar natuurlijk. Dus zit ik donderdagavond rond zeven uur aan de Zeelandsingel in Arnhem-Zuid om de voorbereidingen daarvan te treffen. Na afloop nog een tijd met de coördinator doorgepraat, onder andere over hoe je christen-zijn en praktisch werk op een gezonde manier met elkaar verbindt. Het een kan weer gevolgen hebben voor het andere. Want door met deze voorbereidingen mee te doen, mis ik onze maandelijkse gebedstijd van wijbewoners in Villa Klarendal. Ik probeer zoveel mogelijk met de agenda te werken, maar af en toe schiet er een afspraak tussendoor, vrees ik. Daardoor lijkt het alsof ik samen bidden minder belangrijk vind, maar dat is zeker niet het geval.

Vrijdag
Is onze "traditionele" computer- en voedselbankdag. Eerst geef ik tussen 13.30 en 15.30 uur computerles. Daarna begint het herverdelen en uitdelen van de voedselpakketten. Vandaag was de computerles rustig, doordat er maar een cursist komt en halverwege een van de vrijwilligers van de Voedselbank annex bezoeker van de Villa annex deelnemer aan de Alphacursus komt binnenwaaien. Aan het begin even de Voedselbankkratten gereed gezet voor de chauffeurs die weer een nieuwe lading komen lossen.

Rond 15.00 uur zijn de bakken binnen en zet ik samen met de vrijwilliger de bakken alvast op tafel. We bekijken de lijst van afnemers. Een is er van verdwenen. Drie nieuwe mensen zijn er aan toegevoegd. Om 15.30 uur is de computerles afgelopen, ruimen we de computerzaal uit en lopen naar de Voedselbankzaal. Daar waren inmiddels de twee andere vrijwilligers gearriveerd. Gevieren verdelen we de inhoud van de kratten over de een-, twee-, vier- en vijfpersoonshuishoudens.

Nog voordat we gereed zijn komt de eerste afnemer al aan. Ondertussen spreken we onderling over mogelijke roosters voor de zomervakantie. Een afnemer annex bezoeker van de brunch en viering komt met een buurtgenoot langs. Ze meldt dat ze komende zondag niet komt, omdat ze op een rommelmarkt staat. We raken in gesprek met de buurtgenoot van haar. Gelijk een aanspreekpunt, omdat ze regelmatig in Suriname heeft verkeerd, wat je niet aan haar uiterlijk zou zien, maar zodra ze begint te spreken hoor ik wel een accent. Onze Surinaams-Antilliaanse vrijwilligers hebben een geanimeerd gesprek.

Om 17.00 uur moet ik weg, want mijn betaalde werk heeft me helaas nodig. We spreken af dat ik even bij de beheerder zal langsgaan om te horen of er nog kratten over waren. Dat doe ik rond halfnegen 's avonds. Twee kratten blijken te zijn samengevoegd. Met de inhoud heeft de vrijwillige beheerder twee gezinnen in de wijk gelukkig gemaakt. Onder het genot van een kopje koffie bespreken we vervolgens het wel en wee in de wijk.

Teruglopend naar huis kom ik op straat twee jonge buitenspelende kinderen tegen. De een van Turkse, de andere van een onbestemde Zuidamerikaanse achtergrond. Of ik al van jumpstylen heb gehoord. Natuurlijk ken ik dat. Ik ben een man van de wereld (wel in, niet van) en heb de metamorfose van een oud-minister tot oorverdovend zanger ook van dichtbij gevolgd (jammer dat we die man niet kunnen terugsturen naar zijn eigen land...). Ze beginnen spontaan een potje te jumpstylen op straat. Hoezo multicultureel probleem? Nee, zelf doe ik niet mee. Waag me er niet aan. Ik ben geen Rouvoet. En zo is het al snel tien uur als ik weer thuis ben.

Zaterdag
Voor velen traditioneel een rustdag. Zo ook voor mij, over het algemeen. Maar niet vandaag. Aneta moet de laatste puinhopen van haar ouders opruimen, zodat er met rust verhuisd kan worden over een paar weken. We staan dus al om halfnegen naast ons bed.

Na het afscheid ga ik zoals elke zaterdag het brood bij Albert Heijn ophalen dat gisteren niet is verkocht. Dat kunnen we uitdelen in de wijk. Wij gebruiken het dit weekend voor een brunch voorafgaand aan de Alphacursus en de rest geven we aan bezoekers van het diner en viering. De kar blijkt boordevol te zitten. Voordat ik wegga spreekt de AH-medewerker me erop aan dat ze me een tijd geleden bij de tv heeft gezien (bekend gezicht?). Tja, en dan ontstaat al snel een geanimeerd gesprek over de pedagogische tik. Een kwartier later sta ik in de Villa, van waaruit vanmiddag door andere vrijwilligers een voetbaltoernooi wordt georganiseerd, het brood te verdelen. Ook andere spullen zoals crackers, beschuit, kaas en jam moeten mee en worden in tassen verdeeld. Sjouwend met drie volle tassen loop ik terug naar huis.

De tassen zet ik thuis neer en ga snel op de fiets inkopen doen voor zowel de Alphacursus morgen tussen 12.00 een 15.00 uur als de diner en viering tussen 16.00 uur en 19.00 uur. De inkopen voor de Alphacursus lever ik vervolgens aan het adres van morgen af. Je gaat gelijk al weer weg? vraagt de verbaasde vrouw des huizes, die altijd van mij gewend is dat ik een praatje blijf maken. Ja, helaas, ik moet nog kip kopen voor de buurvrouw die ze morgen gaat bakken voor het diner en dat bij de buurvrouw afleveren. En ik moet snel zijn, want de buurman (de vriend van...) haalt me om 12.00 uur op om met mij naar Utrecht te gaan, alwaar we wat spullen van mijn schoonouders oververhuizen naar ons niet zo lege huis.

Om 12 uur sta ik bij de slager en belt mijn dochter al op dat een gehaaste buurman vraagt waar ik blijf. Ik moest nog even pinnen, omdat de slager geen pinautomaat heeft en nu ben ik aan het afrekenen. Ik race met kip en al terug naar huis. Thuisgekomen neem ik gelijk een van de zakken brood en de zak met kippen mee naar de buurvrouw die er heel blij mee is. Of ik niet even de kip in mijn eigen diepvries kan doen, zodat ze er morgen aan kan werken. Dat doe ik dus en vervolgens start de buurman de auto die me naar Utrecht brengt. Na veel omwegen omdat ik als fervent groenrijder de autowegen richting Utrecht helemaal kwijt ben, en veel sjouwwerk om alle dozen in te laden, is het halfvier als ik weer terug in Arnhem ben.

Even rust tot morgenochtend.... met een biertje, de Volkskrant, Leadership en allerlei ander lekkers waar ik u als lezer niet mee zal vermoeien.