zondag 30 november 2008

Discipelschap: waar begint het?

Ik ben opgegroeid in de gedachten die een zekere meneer Engel ooit heeft beschreven in zijn "schaal van Engel". Daarin werd ons geleerd dat mensen een stel logische stappen nemen richting het geloof. Degene die het meest veraf staat is "-8" en wijst al het bovennatuurlijke af. Vandaar uit loopt de schaal uit op stap "0" waarin de wedergeboorte en persoonlijke levensovergave plaatsvindt. Vervolgens begint het leven van Jezus' volgen, ook wel discipelschap genoemd, wat in die schaal wordt weergegeven in "+" getallen.

Zo lees ik op de website Alles over Jezus volgen: Een discipel is per definitie een overtuigd aanhanger van een school of een individu. In het geval van Jezus waren Zijn discipelen de mensen die Hem volgden toen Hij op aarde was, maar ook de mensen die Hem en Zijn leerstellingen vandaag de dag nog volgen.
Tot voor kort was ik deze mening aangedaan. Je gaat een proces met Jezus aan op het moment dat je gaat geloven en echt bewust kiest om achter Hem aan te gaan.

Door ons huidige werk worden veel ideeën die ik vroeger had behoorlijk door elkaar geschud. Op het gebied van discipelschap zie ik dat we rondom ons een achttal mensen hebben verzameld die bereid zijn om samen met ons achter Jezus aan te gaan en van Hem te leren. Maar wie zijn die mensen?
De een is van oorsprong een hindoe en gaat nog af en toe, omdat haar vader het vraagt, naar de tempel. Tegelijkertijd maakt ze wonderen mee waardoor ze verlangt om Jezus te volgen.
Een ander is helemaal weg van alle soapseries die er maar bestaan en bekijkt alle realityprogramma's die er maar zijn. Ze laat alles daarvoor staan. Toch verlangt ze Jezus te volgen.
Nog weer iemand vliegt van hot naar her en is zo chaotisch als het maar kan. Er is geen afspraak mee te maken. Toch verlangt ze Jezus te volgen.
Een ander loopt met een grote muts om haar hoofd. Ze zegt overtuigd Rastafari te zijn. Tegelijkertijd wil ze heel graag bij de bijbelstudies komen, omdat ze daar zo vreselijk veel van opsteekt. Ze zegt dat ze bij een familie is terecht gekomen waar het warm is en waar ook praktisch wordt nagedacht over de problemen waar ze tegenaan loopt. Ze wil er graag nog veel meer van leren.

Kortom, we zien in onze omgeving allerlei mensen die verlangen Jezus te volgen. We weten niet of ze aanbeland zijn op schaal 0 op de schaal van Engel. Maar of ze daarvoor hangen of daar al overheen zijn, er is een ding dat hen bindt. Ze verlangen om Jezus beter te leren kennen, van Hem te leren en achter Hem aan te gaan.

Dat brengt me bij de vraag of de scherpe indeling in gelovig-ongelovig en het moment waarop bekering en wedergeboorte plaatsvindt voor Jezus wel zo belangrijk is. Als we kijken naar de discipelen die hij om zich heen verzamelde, kwamen ze ook van allerlei achtergrond. De een was een vrijheidsstrijder, de ander een tollenaar, nog weer een een godsdienstleraar en anderen vissers. Wanneer kwam bij hen het moment dat ze tot bekering kwamen? Voor de ene theoloog is dat het moment dat ze achter Jezus aangingen. Voor de ander het moment waarop Jezus op hen blies en zei "ontvang de Heilige Geest". Een derde zegt dat de echte wedergeboorte pas plaatsvond op het moment dat de Heilige Geest over hen kwam.

Met mijn ervaring in het achterhoofd merk ik dat ik die tweedeling niet meer zo belangrijk vind. Vanaf het moment dat mensen interesse tonen om daadwerkelijk achter Jezus aan te gaan, gaan ze die relatie aan. Ze groeien langzaam maar zeker naar een diepere relatie met hem en beginnen steeds meer te leren over wat hij zegt.
Misschien is de scherpe tweedeling ook een oorzaak dat veel christenen bij de wedergeboorte en bekering blijven steken. Dan zijn ze over de grens, omdat ze overtuigd zijn geraakt door een evangelisatieboodschap dat ze hun leven aan Jezus geven. Die boodschap dringt alleen aan op een dergelijke keuze en reikt niet verder dan dat. Als ze dan eenmaal over die streep zijn, worden ze ineens geconfronteerd met een nieuw fenomeen waarvan ze daarvoor nog niet hebben gehoord. Een deel van hen voelt niet de behoefte om daarin mee te gaan. De evangelist had immers aangedrongen op een overgave aan Jezus?

Wat zetten we centraal in ons geloof: de wedergeboorte en bekering, waarbij we een nieuw leven prediken dat vergeven is van zonde en dat uitziet naar de uiteindelijke bevrijding van zonde na dit leven? Of het samen op weg gaan met Jezus, waarin mensen praktisch geleerd wordt om Jezus te volgen in dit leven, waarbij alle aspecten van het geloof al wandelend met elkaar vanzelf ter sprake komen? Wie zal het zeggen?

zaterdag 29 november 2008

Een hele andere wereld

Vandaag weer eens naar een van mijn favoriete programma's "de wereld draait door" gekeken. Vandaag zit de documentairemaakster aan tafel die enkele weken geleden ophef veroorzaakte doordat een bepaalde groep jongeren een nogal verwrongen idee heeft over seks.

In het programma doet ze een uitspraak. We zouden eens wat meer aandacht moeten hebben voor jongeren in achterstandswijken. Want ze groeien op in een straatcultuur, waarin jongens en meisjes zich op een bepaalde manier moeten gedragen. Er is een zekere stoerheid, machogedrag, waar ze zich mee staande weten te houden.

Onze wijken. Ze liggen in Nederland. De gemiddelde bewoner van een rijtjeshuis in een nieuwbouwbuurt, een slaapwijk (een wijk waar de mensen elkaar kennen van het in de auto stappen of het uitlaten van de hond) heeft er geen weet van. Die denkt dat alles gaat zoals het bij hem gaat.

Maar nee, het is een andere wereld. Een andere cultuur. Waar je verhalen hoort waar onze oren van klapperen.
Een meisje van vijftien vertelt hoe ze weer eens lekker heeft geneukt met haar vriend.
Een meisje vertelt hoe ze zich gisteren weer helemaal lam heeft gezopen en ik zie het aan de manier waarop ze zich gedraagt.
Twee gezinsleden vertellen hoe er op straat onenigheid was met een Turkse jongen. Nog geen tien minuten later staat zijn hele familie voor de deur om de familie van de gezinsleden eens een lesje te leren. En natuurlijk verdedig je dan je gezin met alles wat in je is tegen die vuile....
In een voetbalwedstrijd geeft de scheidsrechter de bal aan de tegenstander, waarna direct een rel van heb ik jou daar ontstaat. Het is niet eerlijk zoals de scheids fluit. Want die ander was oneerlijk. Met moeite worden ze uit elkaar gehouden. Want koste wat het kost moeten ze winnen.

Dan voel ik de neiging van mijn opvoeding en alles wat in mij is om te moraliseren. Dat moet je niet doen. Dat is niet goed. Weet je wel wat de gevolgen zijn. Maar ik woon hier. En spreek ze misschien een of twee keer per week. Terwijl ze opgroeien in een cultuur die ze dagelijks, elk uur van de dag meemaken. Die cultuur lijkt meester over ze te zijn. Ik sta machteloos tegenover dergelijk geweld.

Wie ben ik om een jongere het genot van een orgasme te ontnemen. Maar ja, ze is zo jong en onervaren en wordt hierdoor zo snel volwassen, en stel je voor dat ze die pil vergeet of de jongen in dat heetste moment geen zin meer heeft om dat ding om zijn piemel te rollen.

Ja, we komen ze tegen, de tienermoedertjes van 16, 17 met een kind. Gisteren nog een meisje van 19 met een dochter van 3. Weliswaar uit een andere wijk in een andere stad, maar uit dezelfde cultuur. Vind je dat niet jammer van je leven, vraag ik. Nee hoor, ik heb een lieve vent (10 jaar ouder, de pedo, zouden wij denken). En een hartstikke lieve dochter die ik soms wel achter het behang wil plakken (ja wat wil je, mijn dochter van die leeftijd is met andere dingen bezig). En mijn moeder was ook zo oud toen ik werd geboren (wauw! oma op 32-jarige leeftijd - als ze zo doorgaan, kan oma nog bet-bet-overgrootmoeder worden, maar ja, in deze wijken wordt men niet zo oud).

Een andere wereld dan waar ik vandaan kom. De verhalen doen me pijn. Want het kan ook zo anders. Kinderen hebben toch ook rust nodig. Aan de andere kant komen ze heel graag bij ons. Schrijven teksten als "de villa is alles voor mij". Zijn zo open, dat ze al die verhalen aan ons vertellen. En dit is nog maar het topje van de ijsberg. Nee, we moeten hier niet moraliseren. Onze taak is mee te leven. Naast ze te staan. Samen met ze optrekken. Ze misschien een beetje laten voelen in hoe wij leven dat er een andere wereld is en een ANDER die je accepteert zoals je bent. Dan moet je niet aankomen met "maar dan wel eerst dit en dat veranderen". Nee, Hij houdt van je zoals je nu bent. Met al dat zuipen, vechten, neuken en ongetwijfeld ook nog snuiven en slikken erbij. Diep achter die facade van stoerheid en alles willen beleven zit een klein kind dat hunkert naar aandacht, liefde en warmte. Dat is niet te vangen in een mooi filmpje, zoals we die kennen van de zielige Afrikaantjes die naar diezelfde dingen hunkeren naast het noodzakelijke eten. Daarom maar even een schrijvend filmpje waarin voor sommigen misschien de koude werkelijkheid rauw op het dak valt.

Een andere wereld, niet ver weg, maar dichtbij. We doen er lacherig over en geinen over de levensliederen die uit het hart meegezongen worden. Het staat misschien toch weer wel ver weg van ons. Maar het is er. En we worden er mee geconfronteerd als er weer eens een rel uitbreekt, een stel supporters met elkaar op de vuist gaat, ergens een mes tussen de ribben wordt gestoken, of weer eens een gezin volledig ontspoort wat uitkomt doordat een van het lichaam gescheiden hoofdje wordt gevonden. Dan klagen we ach en wee en vragen ons af hoe het toch komt.
Misschien komt het wel door het gemis aan gelovigen die deze wijken zo kenmerkt. Dan kan die vreselijke ander die God zo haat welig tieren. Er heerst duisternis, zeggen we dan. Maar denken niet na over de oorzaken ervan. Deze wijken zijn op zoek naar lichtjes in die duisternis. Kinderen die de weg kwijt zijn smachten naar een gids die hen oppakt en hen meeneemt naar de juiste weg.

woensdag 19 november 2008

Samen verder op weg

Als we bezig zijn zoals wij in Arnhem, hebben we te maken met momenten van start, van groei, van doorgroei en van verandering.

We zijn in Villa Klarendal bezig met wat veranderingsprocessen.

Het team
Is de laatste tijd aan verandering onderhevig. Was het kernteam aanvankelijk gebouwd rondom zes mensen, de laatste tijd zijn twee mensen weggegaan en zijn er drie voor in de plaats gekomen. Teamleider Robert heeft plaatsgemaakt voor teamleider Susanne. Meidenwerkster Hester is op zoek naar ander werk en daarvoor in de plaats is tijdelijk, totdat Hester dat nieuwe werk heeft gekregen, Eva als meidenwerkster langszij gekomen. Daar bovenop is Wouter (terug)gekomen die een dag in de week als volwassenenwerker in de wijk werkt. En dan is er Hans die ons als stagiaire is komen versterken voor het hele seizoen gedurende vier dagen per week.

Kernteamuitbreiding
Als vrijwilligers zijn Reinier, Aneta en ik nauw bij de Villa betrokken. Binnenkort komen twee echtparen ons team vrijwillig versterken. Met hen zijn we in gesprek over een gezonde integratie binnen de Villa en welke plek ze willen innemen in het werk.

Bezoekers worden verantwoordelijker
Onder onze vaste bezoekers, die we inmiddels als gemeenteleden beschouwen, komen langzamerhand vier mensen "bovendrijven" die we meer ruimte willen geven om te groeien in leiding geven en verantwoordelijkheid nemen. We hoeven de laatste tijd tijdens onze diners nauwelijks meer een diner te organiseren. Dat wordt onderling door de bezoekers, en met name drie van de vier "bovendrijvers", geregeld.

Samen optrekken
Enkele weken geleden hebben we met de vier groepen: oorspronkelijke (kern)teamleden, nieuwe teamleden, nieuwe vrijwillige teamleden en verantwoordelijke bezoekers een avond gehouden over de Villa. We waren bij elkaar met 15 mensen! Daar waren ook twee mensen bij die met ons mee gaan denken over de gezonde integratie van de eerder genoemde kernvrijwiligers en over nauwere samenwerking tussen Villa Klarendal en de Vrijgemaakt Gereformeerde Kerk.
Maar die avond was het mooi te zien hoe "oud" en "nieuw" dezelfde richting op aan het gaan zijn. Ieder heeft een verlangen om God te zien werken in onze wijk. Of dat nu door geestelijke verandering, gezelligheid, meer eten of een mooi nieuw gebouw gebeurt.

Denk- en bidkracht
Al die nieuwigheden vergen veel denkkracht, wijsheid en gebed. Dat we met elkaar verder willen gaan, staat bovenaan. Dat biedt meer kansen en mogelijkheden. Ik zei het vanavond nog tegen onze huisvriend Michiel: we zijn aanbeland bij de aanstelling van diakenen. Waar we eerst alles allemaal samen deden, zal er nu een periode komen waarin we waarschijnlijk gaan specialiseren. Ik denk aan een kinder- en jongerenteam, een volwassenenteam, een keukenteam... Dan word ik misschien wel meer vrijgesteld van tafels dekken en afwassen om meer aandacht te kunnen besteden aan bezoekers. En hoeven degenen die het programma doen wellicht niet meer eerst een kinder-/jongerenprogramma en daarna een volwassenenprogramma samen te stellen. Waardoor beide groepen op hun niveau beter aandacht krijgen.

Nieuw is niet verkeerd, het oude was ook niet verkeerd
Ik zie uit naar nieuwe kansen en mogelijkheden. Waarin we met nog meer mensen met nog meer wijkbewoners in contact kunnen komen. Deze week was ik bij de start van een lang gekoesterde wens van een aantal vaste bezoekers: een multiculturele kookclub. De vaste bezoekers van Surinaamse afkomst, zaten daar samen met wijkbewoners van Marokkaanse, Iraanse en Iraakse afkomst. En dat zullen niet de laatsten zijn, Ook daar weer: nieuwe kansen, op een andere manier en een andere plek dan we dachten. Gewoon op het wijkcentrum. Maar het gaat wel starten en we gaan zien waar het naar toe leidt.
Als een project vernieuwd, is er gemis en pijn. Je laat iets achter. Maar voor mij is er veel meer het uitzien naar wat God nog meer voor ons in petto heeft. We zijn goed begonnen. Tot hier toe heeft de Here ons geleid. Hij zal dat ook doen naar de toekomst toe. Wie weet wat die nog allemaal zal brengen....

zondag 16 november 2008

Waar gaan we heen?

Het interessante van missionair werk is de constante vraag wat er vandaag weer gaat gebeuren. In feite weet je nooit wat er de volgende week weer voor spannende of nieuwe dingen gaan gebeuren.

Datzelfde geldt voor mijn eigen leven. Want missionair werk grijpt diep in op dat leven. De laatste tijd begint het bij mij te kriebelen. Het is een gekriebel dat overeen komt met eerdere periodes vlak voordat er zich iets nieuws aandiende. Deze keer heeft het nog meer op mijzelf betrekking.

Ik werk fulltime bij de plaatselijke overheid en daarnaast doen we het werk in onze wijk. Ik geniet van beide plekken en merk dat ik op beide plekken op mijn plaats ben. Toch bekruipt me de laatste tijd de vraag of ik uiteindelijk toch geen keuze moet maken. Om te kiezen tussen twee goeden, waarvan een waarschijnlijk de beste is. Mijn werk vereist veel tijd. En de wijk vraagt ook veel tijd. En tussendoor zijn er ook nog gezinsleden die tijd vragen (en hard nodig hebben).

De laatste tijd heb ik hier en daar gesprekken gevoerd over mijn toekomst. Als ik dat wil, kan ik zonder enig probleem een behoorlijke carrièrestap maken binnen mijn werk. Als ik dat wil, kan ik blijven op mijn huidige functie en daar ook weer nieuwe uitdagingen aangaan. Mijn hart gaat echter uit naar de wijk waarin we wonen en de nood die ik daar ervaar. Dus heb ik gesprekken gevoerd welke mogelijkheden er zijn om op wat voor manier dan ook verder te kunnen gaan in dat werk.

Dat blijkt toch niet zo eenvoudig. Of misschien ook weer wel. "Bouw een vriendenkring op en vraag hen je te gaan ondersteunen", hoor ik uit een gesprek. Leuk voorstel, heb ik al eerder zonder succes geprobeerd. Als ik terugvraag hoe lang het hen heeft gekost voordat ze een beetje redelijk konden leven van die inkomsten, bleek dat al snel ongeveer vijf jaar te zijn. Lastig, want dat is vanaf nu de tijd waarop ik nog studerende kinderen onder de achttien heb.

"Geloof en vertrouw erop, je zult niet teleurgesteld raken", hoor ik ook weer terug. Daar gaat het niet om. Ik geloof zeker dat God het onmogelijke mogelijk kan maken. Maar dan weer mezelf te moeten bewijzen, moeten scoren om te laten zien wat ik allemaal doe, tijd steken om mijzelf te promoten, daar heb ik moeite mee. Het promoten van ons werk, dat is geen probleem. Maar mezelf op de voorgrond zetten, met de gedachte dat daar geld uit te halen is, daar heb ik meer moeite mee.

Heb ik dan een tekort aan vertrouwen, zo vraag ik mij dan af. Daar heeft het niet mee te maken. Wellicht een soort antipathie tegen het oude vertrouwde "vriendenkring-sponsoring-zendingswerk", waarin de mooiste verhalen het meeste geld opbrengen. Ik ken de talloze verhalen van zendelingen in Nederland die geweldig werk deden, maar nauwelijks in staat waren hun gezin van de meest benodigde zaken te voorzien. En o wee, als ze dan iets nieuws hadden, en ze kwamen een sponsor tegen. "O, als ze in staat zijn dat aan te schaffen, dan heroverweeg ik mijn ondersteuning".

Goed, ik ben aan het nadenken en aan het bidden welke weg ik mag gaan. Maar ik wil er geen vijfjarenplan van maken. Zoals God mij in het verleden ruimte heeft gegeven en openingen om nieuwe wegen in te slaan. Zo zal Hij ook deze kriebelingen vanzelf in juist banen leiden. Maar soms wordt het me even teveel en moet ik het hier toch eens van mij afschrijven.

Als jullie dit willen gedenken in jullie dagelijkse gesprekken met Vader...???