woensdag 15 april 2015

Column Friesch Dagblad 77: Kerk binnenstebuiten

Een aankondiging van een lokale kerk deze week: "We gaan deze week naar buiten". Na de dienst werd het geloofsgevoel voortgezet, met zang en muziek naar buiten gebracht op de trappen van onze plaatselijke muziektempel. Mooi, de kerk gaat naar buiten. Er wordt iets gedaan met het verlangen om het geloof uit te dragen. Wat dat betreft: chapeau voor de pogingen nieuwe dingen te doen uit liefde voor onze Heer.

Toch bekruipt mij bij dergelijke activiteiten een gevoel van onbehagen. Die heeft vooral te maken met de termen 'binnen' en 'buiten'. Binnen is dan de plek waar je samenkomt. Waar je samen het geloof deelt en opgebouwd wordt. Buiten is iedereen die niet het geloof aanhangt en daarom niet behoort bij binnen. Door dat zo te benadrukken is er weinig echte interactie met buiten. Wellicht wil men dat ook niet, want "wij moeten ons niet mengen met de wereld". Langzamerhand is onbewust en onbedoeld een subcultuur ontstaan, die door buitenstaanders niet meer begrepen wordt. Om binnen weer in contact te brengen met buiten, en vooral omgekeerd, worden specifieke, eenmalige, acties georgeniseerd. In de hoop dat we enkelingen van buiten naar binnen brengen.

Kan het anders? Kan de kerk binnenstebuiten gekeerd worden? Jazeker. In een bespreking over een conferentie over "missionaire spiritualiteit" citeerde blogger Henk Medema een spreker die 'binnen' en 'buiten' vergeleek met het Zuid-Afrikaanse openbaar vervoer: "je kunt je laten vervoeren door middel van [minibus]‘taxi’s’, voertuigen die gebouwd zijn voor bijvoorbeeld 12 personen, maar waar soms wel 20 mensen in worden gepropt. Als je zo’n taxi neemt, kom je letterlijk met de mensen in aanraking, met zweet- en knoflooklucht en al, maar ook met hun eigen verhalen, moeite en verdriet. Wil je dat, of hou je je daar liever buiten? - in dat laatste geval moet je maar liever een veel duurdere deur-tot-deur taxi laten komen."

Het is als het verschil tussen de toerist die kiest voor een georganiseerde reis of de backpacker. De backpacker maakt gebruik van reismiddelen en hotels die de gewone man in het land ook gebruikt. Daardoor ontmoet hij mensen van hart tot hart en ontstaan er relaties. De georganiseerde reiziger bekijkt het land vanuit een veilige bus met airconditioning. Bij pleisterplaatsen stapt hij uit om in contact te komen met de gewone man, om daarna weer snel de bus in te stappen op weg naar het veilige hotel.
Is de Nederlandse kerk een georganiseerde busreis die veilig sightseeënd door de wereld reist op weg naar het beloofde land of een groep backpackers die nauwer in relatie staat tot de inwoner van het land en zo al zoekend en tastend dezelfde richting op gaat?