woensdag 11 juli 2012

Column Friesch Dagblad 47: Zingeving

De afgelopen weken ben ik in gesprek geweest op LinkedIn over "zingeving". Mijn vraag was waarom reguliere welzijnsinstellingen zo snel allergisch reageren als het gaat om organisaties met een religieuze achtergrond. Al snel veranderde het gesprek naar de vraag waarom religie het monopolie zou moeten hebben op zingeving. Dat is een interessante vraag om over door te denken.

Bij zingeving denken we al snel over de grote vragen "wie ben ik", " waarom ben ik er" en "wat is de zin van mijn leven". Dat is zeker de laatste eeuwen het domein geweest van het gesprek binnen de kerken, die daarin ook een belangrijke rol hadden in de samenleving. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat deze vragen ook werden gesteld door de filosofie. Die heeft zich vanaf de Verlichting losgemaakt van de kerk en geprobeerd een eigen visie op de grote vragen te ontwikkelen. Zingeving is dus de laatste tweeënhalve eeuw onderzocht door zowel gelovigen als ongelovigen. De uitkomsten van die twee stonden op gespannen voet met elkaar.

In een tijd waarin het christelijk geloof een steeds grotere minderheid in ons land wordt, is de vraag of we ons moeten blijven concentreren op die tegenstelling. Daardoor kan de indruk ontstaan dat wij als christenen het beter weten dan de ander. En dat riekt dan weer naar arrogantie.

In ons wijkwerk willen we aansluiten bij waar mensen zijn. Het geloof is een belangrijk aspect in ons leven, maar niet het enige.

Zingeving begint voor mij met het aanvaarden van de uniciteit van elk mens. Ieder heeft een eigen achtergrond en levensgeschiedenis. In dat leven kunnen situaties ontstaan waardoor die persoon zich vragen stelt over het leven. Dat kan zijn door zijn schuldsanering, door zijn psychische gesteldheid, door zijn leefomgeving of door zijn religieuze achtergrond waar hij vragen bij heeft. Ik acht het ene aspect niet hoger dan het andere.

Zingeving is jarenlang een monopolie van de religieuze instellingen geweest. Maar zingeving is niet alleen een religieuze aangelegenheid. De relatie met de Schepper is een aspect daarin. Andere aspecten zoals de relatie met de medemens, de natuur en met jezelf zijn net zo belangrijk. Evenals de manier waarop een mens in zijn samenleving staat en de manier waarop hij daarvoor al dan niet wordt gewaardeerd.

Zingevingsvragen benader ik daarom niet alleen religieus. Ik wil luisteren naar de vragen van de persoon, respect hebben voor zijn achtergrond en proberen een antwoord te vinden op de vragen die hij heeft. Samen te zoeken naar de zin daarvan.