donderdag 11 december 2014

Column Friesch Dagblad 74: leven en dood, als een vlinder in de hand

Afgelopen weekend las ik een artikel in Royal Life Magazine van de hand van Matteüs van der Steen met als titel Over evangelisatie. Hij sprak over zijn motivatie om voor grote groepen mensen te staan en hen het evangelie te verkondigen.

Kern van zijn verhaal was de legende over een oude man van wie werd verteld dat hij nog nooit een fout advies of antwoord had gegeven. Een jongeman uit een van de dorpen waar deze man kwam, verzon een list om te bewijzen dat de oude man ten minste één fout antwoord in zijn leven had gegeven. Hij ving een vlinder en hield die in de palm van zijn hand. Hij hield zijn hand om de vlinder met ruimte voor de vlinder en voor zijn duim.

De jongeman zou de oude man vragen of de vlinder dood of levend was. Antwoordde de oude man 'levend', dan zou hij ongemerkt met zijn duim de vlinder dood drukken. Antwoordde de man 'dood' dan zou hij de vlinder laten wegvliegen. De oude man kwam en de jongeman stelde zijn vraag: ,,Is de vlinder in mijn hand dood of levend?” De oude man was even stil en antwoordde: ,,Jongeman, dat ligt helemaal in jouw hand.”

Een prachtige legende. Aan de hand daarvan concludeerde Van der Steen dat op die manier dood en leven, hemel en hel in onze handen ligt en dat het onze levensroeping is mensen te wijzen op het leven dat ze in hun handen hebben. Op zich geen verkeerde boodschap. Want Jezus heeft ons geroepen om mensen de blijde boodschap te vertellen.

Toch voelde ik mij er ongemakkelijk bij. Waarom? Vanwege de manier van denken die totaal niet past bij ons werken in de wijk.
Want deze redenering gaat ervan uit dat gelovigen over leven en dood gaan. Vertellen we de boodschap niet, dan gaan mensen voor eeuwig dood en worden wij ter verantwoording geroepen. Evangelieverkondiging wordt dan krampachtig. 'Je moet het wel vertellen, want stel je voor dat jij de enige christen bent die de ander ooit tegenkomt...'

 In ons werk gaan wij ervan uit dat er maar Een is, die overtuigt van de waarheid. En dat wij met Hem mogen wandelen en anderen uitnodigen met ons mee te wandelen. Niet hemel of hel is het uitgangspunt, maar het leven in het hier en nu met Jezus. In die wandeling, midden in de wijk, met alle ups en downs van het leven, spreken we over Jezus. Spreken we met Jezus. Spreekt Hij met ons en onze medewandelaars. Hij heeft ons leven en dat van de medewandelaar in zijn hand.

woensdag 12 november 2014

Column Friesch Dagblad 73: Kom zoals je bent, verbreek het hokjesdenken

Afgelopen zondag werd ik geprikkeld door een uitspraak van iemand die vaak bij de brunch en viering van Villa Klarendal komt. Hij zei tegen me dat hij helemaal niet gelovig is, maar dat hij heel graag bij ons komt. Het is er warm en mensen denken aan elkaar. Die sfeer spreekt hem aan en daarom ziet hij er naar uit om weer te kunnen komen. Het is frappant dat ik die reactie de afgelopen tijd uit diverse monden heb gehoord. Zij zijn zeker niet kerkgaand of kerkminded, maar ze vinden het hier goed toeven en daarom komen ze.

Waardoor komen en blijven mensen bij Villa Klarendal? Dat heeft te maken met de driedeling ‘believe – behave – belong’ (geloven – gedragen - erbij horen). Veel kerken beginnen met de verwachting dat mensen die komen moeten geloven. Van daaruit ga je naar discipelschap (het volgen van Jezus), waarbij je christelijk gedrag aanleert. En dan mag je erbij horen, word je lid. Soms worden de laatste twee omgekeerd, maar het begint meestal bij geloven. ,,Je gaat toch naar de kerk, omdat je gelooft.”

De laatste tijd is er een kentering zichtbaar. Nieuwe kerken zoeken naar wegen om ‘erbij horen’ voorop te zetten. Mensen verlangen naar relaties met anderen. Een groep waarbij ze mogen horen, waar ze thuis zijn. Wij hebben dat in Villa Klarendal geprobeerd, door onderdeel uit te maken van de grotere wijkgemeenschap. De vieringen zijn alleen voor Klarendallers en moeten zo zijn vormgegeven dat het voor hen aansprekend en herkenbaar is.

Ik zie in veel kerken hokjesdenken. Een onbekend persoon komt binnen. De aanwezigen kijken en denken ‘wat is dat voor persoon?’ De bezoeker wordt in een hokje gezet. Wij willen mensen als individu blijven zien. Oog hebben voor de menselijke kant van de persoon. Door respect te hebben voor de mens tegenover ons. De persoon is niet in eerste instantie probleemgeval, verslaafde, psychiatrisch patiënt, zorgmijder, alcoholist, homoseksueel, moslim, new age-aanhanger; of welk ander hokje je ook maar kunt bedenken. Ongeacht zijn of haar achtergrond mag die persoon bij ons komen zoals hij of zij is.

Door deze insteek en houding is Villa Klarendal een mooie mix van mensen geworden. Aan tafel zitten mensen met al deze achtergronden en spreken met elkaar. Ze praten met elkaar, van hart tot hart. Ze krijgen waardering voor de persoon achter de hoofddoek, de verslaving of de seksuele geaardheid. God heeft iedereen gemaakt die bij ons komt. Mensen mogen daarom bij ons komen zoals ze zijn. Wij leren mensen te accepteren. En laten het oordeel over aan een Ander.

vrijdag 31 oktober 2014

Artikel Villa Klarendal in programmablad EO

In het programmablad van de EO, Visie, staat in de komende week een artikel over Villa Klarendal. Een interview met mij en met wat vaste gasten van onze christelijke wijk gemeenschap.

Lees hier het artikel in Visie 1-7 november


woensdag 15 oktober 2014

Column Friesch Dagblad 72: waar groot en klein leed samenkomen

We zijn de afgelopen tijd erg opgeschrikt door de verhalen van christenen in Irak die voor de terreurgroep Islamitische Staat (IS), voorheen ISIS, op de vlucht sloegen. De gelovigen konden niet anders. Of ze moesten moslims worden, óf ze moesten weggaan, óf hen wachtte massale onthoofding.

Zoals bij de Exodus bloed van een geslacht lam aan de de deur zorgde voor uitredding voor de oudste zoon, zo werd met een rode Arabische letter ن (N voor Nasrani, het woord voor christen) op de deur aangegeven dat achter deze deur een christen was gehuisvest. Velen moesten terugdenken aan de verschrikkingen uit de Tweede Wereldoorlog, waarin bepaalde bevolkingsgroepen werden gebrandmerkt als uitschot.
De wereld stond erbij en keek erna. Verbaasde zich. En net toen de genocide dreigde, kwamen de VS met de eerste luchtaanvallen op ISIS. Maar ondertussen was het grootste leed al geschied. Christenen, yezidi's en moslims vluchtten uit hun huizen, steden en streek waar ze al duizenden jaren vreedzaam met elkaar samenleefden. Christelijke cultuur dreigt met harde hand te worden verwijderd uit het land dat we nog kennen uit de bijbel.

Wat moeten we daarmee doen, vroegen we ons af in Arnhem. Wij hebben pijn aan de pijn die onze medebroeders en -zusters wordt aangedaan. Waar veel andere gelovigen zich als medestrijders aansluiten bij hun medestrijders, wilden we dat op een andere manier naar voren brengen. Met een nieuwe Syrisch-Katholieke kerk binnen de grenzen was de oplossing dichtbij. Dus was daar afgelopen vrijdag een unieke gebedsdienst. Een dienst van christenen uit de Syrisch-Katholieke parochie en de Armeens Apostolische parochie van Arnhem, ondersteund door christen Arnhemmers van Rooms-katholieke, Oud-katholieke, Anglicaanse en PKN-huize. Tijdens de viering mochten 36 geestelijk leiders uit alle christelijke geledingen (ook uit de pinkster- en evangelische achtergrond) een kaars mochten neerleggen waardoor de Arabische ن werd gevormd, maar het puntje erboven vervangen werd door een kruis.

Samen zongen we "blijf mij nabij, als straks de avond daalt" en gaven daarmee onze pijn aan onze Heer weer. Samen luisterden naar liederen die de kerkkoren zongen in het Arabisch en Armeens. Waar je machteloos bent, is er een uitweg, door samen in gebed te gaan.

Ik denk aan wat we deze weken in onze wijk tegenkwamen. Een vrouw met een uitkeringskorting van 60%. Een vrouw die thuis met huiselijk geweld te maken kreeg. Een man die zijn kinderen in pleegzorg zag terechtkomen doordat zijn ex-vriendin met drugs was opgepakt. Het kind waarvan het lievelingskonijntje was overleden. Wat ben je dan machteloos. De wereld stort in. Net zoals bij christenen ver weg. Elke zondagse viering hebben we daarom ruimte voor gebed. Waar de afgelopen weken deze noden werden gedeeld en voor de Here God in gebed gebracht. Maar ook de wereldwijde problemen kwamen naar voren. Kijk, zo komen groot en "klein" leed samen op een plek en wat ons betreft waar het hoort: bij Degene die hoort en verhoort. En waar dat kan zoeken we naar een oplossing.

vrijdag 12 september 2014

Column Friesch Dagblad 71: een kommervolle zomer

Het was me het zomertje wel! Wie de krant leest weet wel dat het in de zomer doorgaans komkommertijd is. Deze zomer was het ont-kom tijd, een periode vol met kommer.

De wereld leek in brand te staan. Een burgeroorlog in Oekraïne, aangezet door buurland Rusland. Een vliegramp die eigenlijk een terroristische daad was van een van de strijdende partijen, waarschijnlijk de separatisten. De opgelaaide oorlog tussen Israël en Gaza.

De verschrikkingen van ISIS of IS die eerst christenen, daarna yezidi’s en daarna Turkmenen opjoeg en ruw uitmoordde. Dan de luchtaanvallen door Amerika ter ondersteuning van de Koerden om de opmars van ISIS, die inmiddels IS, de Islamitische Staat, had uitgeroepen. En toen nog de onthoofdingen van Amerikaanse journalisten. Te wreed voor woorden. En tussendoor de kleinere rampen en oorlogen die alleen de goede lezer of luisteraar opmerkte. Een burgeroorlog in Libië. Een vliegramp in Zuid-Korea en een in Mali (88 Fransen lieten het leven, niets meer van gehoord).

Wat sta je daar als mens machteloos bij te kijken. De politiek probeert een machtsvol antwoord te geven. We zagen pogingen van de OVSE en de Nederlandse regering om naar de rampplek te komen en daar te werken.

Na een paar weken werd dit weer afgelast door de oplaaiende strijd tussen Oekraïne en separatisten, ondanks herhaalde beloften van Oekraïne om doortocht te geven. We zagen pogingen van Egypte en daarachter VS en EU om Israël en Gaza aan het onderhandelen te krijgen. Sancties van Europa richting Rusland en de NAVO die versterking aan de oostgrenzen zoekt. Amerika die ten lange leste toch maar besluit IS te bombarderen om zo een genocide onder yezidi’s en christenen te voorkomen.

Wat moet je als individu met deze berichten? Je kunt er niets tegen doen. Je vraagt je af of het niet sneller kan. Je hoopt dat de politiek snelle beslissingen neemt. Maar we weten uit het verleden dat snelle beslissingen desastreuze gevolgen hebben, kijk maar naar de reactie op 9/11 die nu nog doordendert.

Vrienden van toen keren zich tegen het Westen als vijand, zoals IS. Vrienden? Daar lijkt het op. Financieel worden ze gesteund door bondgenoten van de VS, Koeweit, Qatar en Saoedi-Arabië. En uit betrouwbare bronnen blijkt dat sleutelfiguren van IS in 2012 in Jordanië zijn getraind door de CIA en Special Forces, zodat ze het regime van Syriës president Assad omver konden werpen.

Wanneer deze berichten bovenop een leven komen dat toch al niet zo florissant is, zoals voor veel mensen in onze wijk, slaat bij sommigen de wanhoop toe. Ze willen ontkomen aan deze kommertijd. In wat voor wereld leven we? Komen de Russen onze kant op? Is mijn buurman misschien jihadist?

In zo’n tijd het geluid van hoop laten weerklinken is lastig. Toch blijven we open voor onze Turkse en Marokkaanse buren. En eten sommigen met ons mee. We bidden samen voor de vrede voor nabestaanden van de slachtoffers in Oekraïne én onder de separatisten, voor Israël én Gaza, voor Syrië en Irak, voor de christenen daar, maar ook voor de yezidi’s, Turkmenen, Koerden én jihadgangers van IS. En voor de vrede dichtbij, in onze eigen wijk en omgeving.

vrijdag 13 juni 2014

Meelezen over Oeganda

Zoals u heeft gelezen ga ik maandag voor een week naar Oeganda. Meelezen wat ik daar beleef (afhankelijk van energie en verbindingen):

Volg Mijn blog over Oeganda.

donderdag 12 juni 2014

Column Friesch Dagblad 70: Leren van Afrika

Kan ontwikkelingswerk ons iets leren dat we kunnen toepassen in ‘achterstandswijken’ zoals Klarendal in Arnhem? Dat is een vraag die mij al langer bezighoudt en waarover ik in juni vorig jaar ook al een column schreef.


Een van de punten die mij opvallen is dat zowel in ontwikkelingswerk als wijkwerk een constante geldstroom bestaat, waarbij steeds weer nieuwe professionals worden ingevlogen. Daardoor ontstaat een afhankelijkheidsrelatie van ontvangers naar zowel het projectgeld als de projectmedewerkers. Terwijl je juist zo graag zou willen dat mensen in zowel ontwikkelingslanden als in achterstandswijken onafhankelijk van die gelden en werkers zelf hun problemen gaan aanpakken en eigen oplossingen bedenken.


Inmiddels zijn wij al verder op weg met het uitwerken van deze gedachte. In overleg met ontwikkelingsorganisatie Tear werken we met een Nederlandse versie van ‘Umoja’. Umoja betekent in het Swahili: saamhorigheid, eenwording en eenheid. Het is een van oorsprong in Afrika ontwikkeld programma dat lokale kerken helpt om ‘intensief contact te onderhouden met de gemeenschap waarin zij staan op een heel praktisch niveau, door middel van Bijbelstudies en andere activiteiten’.


Doordat we nu met Tear samenwerken, heb ik kennisgemaakt met een van hun kernwaardes: integral mission (het uitleven van je geloof in Jezus in ieder aspect van het leven, waarbij woord en daad onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn). Kerken zijn niet alleen bezig met prediking, Bijbelstudie en evangelisatie (woord). En ook niet alleen met sociale aangelegenheden (daad). De twee gaan harmonieus met elkaar samen.

‘Ze gaan altijd hand in hand: de verkondiging van de boodschap heeft sociale consequenties omdat we mensen oproepen tot liefde en bekering in alle aspecten van hun leven. Tegelijkertijd heeft onze sociale betrokkenheid consequenties voor de verkondiging van het evangelie omdat we getuige zijn van de levensveranderende genade van Jezus Christus’, aldus een directielid van Tear in 2011.

Volgende week mag ik aan den lijve ervaren wat dit in Afrika betekent, want ik ben gevraagd van 16 tot 24 juni mee te gaan met een voorgangersreis van Tear naar Uganda. Een van mijn vragen is hoe de uitwerking van integral mission in Afrikaanse gemeentes en hun wijken plaatsvindt. En wat ik daarvan kan leren voor het leven en werken van Villa Klarendal in onze wijk. Voorop staat dat ik vooral wil leren van Ugandese christenen en samen met het in gesprek te zijn op basis van gelijkwaardigheid.


Van die reis zal ik op Het Goede Leven, in het Friesch Dagblad en op een nieuwe blog, Rick in Oeganda, verslag doen. Als de Ugandese internetverbinding en mijn conditie het toestaan nog tijdens de reis. Anders na afloop ervan.

woensdag 14 mei 2014

Column Friesch Dagblad 69: kijk over je eigen muren

”Ik wil graag bij Villa Klarendal meehelpen als vrijwilliger. Kan dat?” Een vraag die we de laatste tijd vaker gesteld krijgen. Hoe gaan wij daarmee om als kerk in de wijk? Aan de hand van enkele voorbeelden zal ik duidelijk maken hoe wij de vraag beantwoorden.

Na een uitvoerig gesprek met een vrouw in haar kerk is ze enthousiast. Ze wil graag iets voor de wijk doen en vindt de werkwijze van Villa Klarendal geweldig. Ze komt een keer naar onze brunch en viering om de sfeer te proeven. Daarna nodig ik haar uit voor een bijeenkomst van de landenkookgroep (ook omdat zij Zimbabwaanse is). Ze komt daar en heeft contact met haar tafelgenoten. Na afloop breng ik haar in contact met de opbouwwerker en met een contactpersoon van het vrouwenwerk in de wijk.

Die contacten zijn hartelijk. Al snel is ze een vaste deelnemer aan het vrouwennetwerk. Onlangs heeft ze samen met andere Afrikaanse vrouwen voor het eerst Zimbabwaans en Ghanees gekookt.

Ander voorbeeld. Een man mailt mij over de mogelijkheden voor vrijwilligerswerk in de wijk. We maken een afspraak. Ik vertel hem welke mogelijkheden er zijn binnen Villa Klarendal. En dat we breder kijken dan alleen binnen onze eigen muren. Tijdens de afspraak komt een coördinator van een andere wijkorganisatie binnen. Ik laat de twee met elkaar kennismaken en ze maken een afspraak. De opleiding van de man in de landbouw matcht met een nieuw plan voor stadstuinbouw in de wijk.


Gewoonlijk, als iemand bij ons komt om als vrijwilliger ingezet te worden, denken we eerst binnen de grenzen van onze eigen organisatie of kerk. Daar komt een persoon het beste tot zijn recht, denken wij. Maar omdat Villa Klarendal zich inzet voor de bloei van de wijk denken wij ook verder; over onze eigen Villamuren heen. Voor ons is het belangrijk dat een vrijwilliger tot zijn recht komt maar ook dat de wijk er iets aan heeft. Daardoor kan het gebeuren dat een potentiële vrijwilliger van Villa Klarendal een plek gaat innemen in de wijk,zonder dat hij iets voor de Villa zelf doet.

Wij willen meehelpen de leefbaarheid van de wijk te bevorderen. Wij willen dat niet verengen tot de muren van de eigen organisatie. Kom bij ons en leer de wijk kennen. Leer de wijk kennen en kom in contact met andere organisaties. Ga met hen samenwerken zodat we over en weer waarderen wat er in de wijk gebeurt. Met Villa Klarendal. Maar ook zonder.

zaterdag 19 april 2014

The Passion - de stille tocht in lijdenstijd

Lovende koppen. Enthousiaste reacties. Een wow-ervaring. Er keken 3,2 miljoen mensen naar. Zet die maar in een kerk!

The Passion heeft weer veel tongen losgemaakt. En evenzovele pennenvruchten opgeleverd. Van allerlei kanten. Verbazing vanuit de seculiere, zeker niet gelovige, media. Hoe kan het dat in een tijd van vergaande secularisering, waarbij religie naar de krochten van de samenleving is weggeduwd, zoveel mensen kijken en meedoen met een moderne passie? 

En vanuit de christelijke media kritiek. Een oppervlakkige vertolking van het diepe evangelie. Zet een stel bekende Nederlanders die over het algemeen niet gelovig zijn bij elkaar. Zoek mooie bekende Nederlandstalige popliedjes bij elkaar. En vermeng dat met het paasverhaal. En iedereen kan er iets uit halen.

De meeste christenen zullen de kritieken in christelijke media tot zich hebben kunnen nemen. Ik heb die uit de seculiere media gehoord. Meest duidelijke reactie was in De Volkskrant een recensent die The Passion zag als een moderne vorm van aflaat voor het gewone volk. De elite gaat in deze tijd naar de Matthäus Passion. Het gewone volk heeft zijn eigen Passion gevonden. Het komt op hetzelfde neer. We geloven niet meer zo. We weten niet wat we met Pasen aan moeten. En komen dan bij oude en nieuwe vormen van beleven, waarbij mensen het gezamenlijke en het massale als mooi beleven. Een event die je toch een keer in je leven moet meemaken. Dus loop je fysiek of virtueel mee.

Ikzelf heb er zo mijn bedenkingen bij. In zowel positieve als negatieve bewoordingen. De eerste Passion heb ik thuis gezien met wat mensen van Villa Klarendal. Na afloop zeiden we tegen elkaar "was dat alles?". De vertelling van het passieverhaal vanaf Gethsemane tot aan kruisiging. En daarna mogen mensen het zelf uitzoeken.
Aan de andere kant spelen EO en RKK goed in op het moderne levensgevoel en op nieuw ontstane rituelen. Wat gebeurt er als er iets heel ergs gebeurt in een stad of dorp? Dan organiseren nabestaanden en betrokkenen een stille tocht om de omgekomene(n) te herdenken. Uitmuntend in een herdenkingsplek op de plek waarop de gebeurtenis heeft plaatsgevonden. In die zin komen de uitzendgemachtigden dichtbij dat gevoel. Jezus stierf en wij willen uitdrukking geven aan ons gevoel daarover. Met het symbool dat daarin centraal staat, het kruis, als middelpunt.

Ik zie The Passion dan ook niet als middel om mensen de boodschap van het lijden en sterven van Jezus te verkondigen. Maar veeleer als een culturele uitdrukking van het geloof dat ons land eeuwenlang heeft verbonden. We voelen ons betrokken in de gezamenlijke treurnis over de gebeurtenis van zo lang geleden. En ieder heeft weer een eigen invulling. De een herdenkt het mooie verhaal als een symbool voor hedendaagse mensen. De ander ziet het als kern voor zijn persoonlijk beleefde geloof waaraan hij in grotere kring uitdrukking wil geven.

The Passion kan een aanleiding zijn voor mensen om eens dieper in te gaan op de boodschap van het evangelie. Een soort kerkdeur die je opent, waarna je de kerk of kerkdienst inkomt en ineens geraakt kunt worden door de boodschap die daarin gebracht wordt. De kerkdeur is hier de knop op de afstandsbediening. Geen zwaar houten deur met orgelklanken van ver vervlogen eeuwen. Maar een open programma met herkenbare riten en muziek die we direct kunnen meeneuriën en in de meeste gevallen kunnen meezingen.

"Een muziekfestival op het plein" vergeleek de recensent. Ik zou eerder zeggen een uiting van het geloof in die specifieke vorm. Zodat het geloof niet ver is weggestopt in voor ons vreemde beelden. Maar direct bij ons binnenkomt in beeld, geluid, muziek en gevoel.

Op dezelfde avond kreeg ik via Facebook een persoonlijk bericht van een bekende in de wijk of zij een bijbel van mij kon lenen. Zij wilde die eens lezen. Was er nieuwsgierig naar. Ik heb er niet naar gevraagd. Maar ik zou me niet verbazen als die nieuwsgierigheid is gewekt door The Passion. En zo komen het onpersoonlijke mediaspektakel en het ons-kent-ons in de wijk ineens in het verlengde van elkaar te liggen.

woensdag 9 april 2014

Column Friesch Dagblad 68: Een leven van aanbidding

Wauw! Ik heb God ervaren. Hij was echt aanwezig vandaag. Ik ging gewoon uit mijn dak. Het was in een woord: gewéldig.” Misschien heb je zo’n zin wel eens gehoord na een dienst in een pinkstergemeente, een grote opwekkingsbijeenkomst of een andere christelijke happening. Vaak kreeg ik van dezelfde persoon vervolgens een bericht over ‘the day after’: de kater na de wauw-ervaring. ,,Weer thuis... van de hemel teruggevallen op aarde.”
Ik heb er zo mijn gedachten bij. Niet dat ik dit veroordeel. Want wie ben ik om de Godservaring van een ander neer te sabelen. Maar ik vraag me af of dit de aanbidding is die God wil.
 
Ik las gisteren een blog van aanbiddingsleider Vicky Beecham op Compassion-blog. Zij vertelt dat ze een aantal jaar geleden behoorlijk ziek was. Ze belde een vriendin en vroeg of ze haar kon helpen door haar antibiotica op te halen bij de apotheek en die naar haar te brengen. De vriendin wilde dit doen en kwam niet zo lang daarna bij haar thuis. Ze was de medicijnen vergeten. Maar ze had wel een ‘beterschapskaartje’ meegenomen waar muziek uitkwam. Ze liep de kamer binnen terwijl ze meezong met de muziek. Ze vertelde Vicky hoe erg ze het voor haar vond en dat ze hoopte dat zij zich beter zou voelen door het kaartje. Na een paar minuten moest ze weer weg. De medicijnen heeft ze nooit gebracht. De conclusie van Beecham: ‘Wij kunnen ons soms inbeelden dat onze evenementen, samenkomsten en liederen Gods hart raken. De aanbidding die hij zoekt is meer dan vrolijke liederen en inspirerende samenkomsten. Het gaat erom dat we er zijn voor de armen, degenen die onze hulp nodig hebben en dat we gerechtigheid brengen op plekken en in situaties van ongerechtigheid.’
 
Daar bovenop kwam gisteren het trieste nieuws gisteren dat pater Frans van der Lugt in de Syrische stad Homs is vermoord. Hij weigerde zijn woon- en werkplaats in het klooster van de jezuïeten te verlaten. Hij had het opengesteld voor christenen en moslims die de stad niet konden ontvluchten. Hij ging in tegen de gewone mores: als het ergens moeilijk wordt, vluchten we naar veiliger oorden. Zijn plek was daar. Want waar moesten de mensen anders naar toe?
 
Dat is toewijding die bij mij binnenkomt. Een rots in een zichzelf vernietigende wereld. Die bereid was zichzelf te geven als mens ten dienste van de ander omdat hij geloofde in barmhartigheid en gerechtigheid. Een dergelijke houding gun ik de steden en dorpen in Nederland

dinsdag 11 maart 2014

Column Friesch Dagblad 67: Komen zoals je bent

'We mogen weer gaan stemmen.’ ‘Politiek, het is allemaal helemaal niets! We hebben een slechte regering!’ ‘Ik weet niet wat ik moet stemmen.’

Een paar uitspraken tijdens de brunch bij Villa Klarendal zondag. En echt: ik had het niet aangezwengeld. Aan mijn tafel ging het gesprek er ook over. Over de moeite en last van de politiek. En van de onduidelijkheid over wat te kiezen. De een weet het echt niet meer. De ander vindt de regering helemaal niets. Als ik hem vraag wat hij landelijk heeft gestemd, antwoordt hij ‘PvdA’. Waarop ik antwoord dat hij het dus aan zichzelf heeft te danken, deze regering. Het gesprek gaat verder. Is het echt zo dat hij de regering te danken heeft aan zijn stem? Hij had op de PvdA gestemd vanwege de mooie linkse beloften.

Kan hij er wat aan doen dat die partij het na de verkiezingen over een andere boeg gooide door in zee te gaan met de partij die tijdens de campagne nog de grootste tegenstander was? ,,Dan doe ik maar niets en stem ik niet meer”, reageert weer een ander. Maar ja, is dat een oplossing? Dan heb je zelf helemaal niets ingebracht en laat je de regering helemaal over aan wie wel de moeite heeft genomen te stemmen.

'Wat stem jij dan op 19 maart?', is een logische vervolgvraag aan mij, als ik kritisch al deze bekende stemmen pareer. Tja, nu moet ik met de billen bloot. Maar gelukkig heb ik een objectief gegeven. De dame op wie ik heb gestemd, van de partij die met een C begint, is door de lokale krant uitgeroepen tot het beste gemeenteraadslid van de stad. Daarom stem ik op kwaliteit.

Je mag komen zoals je bent’, is onze Villa Klarendal-cultuurleus. Maar tot hoever gaat dat? In een van de activiteiten komen we wekelijks in contact met een dame die zich actief verkiesbaar heeft gesteld voor de Gelderse Centrumdemocraten. Ik ben het niet eens met de standpunten van deze partij en persoon. Maar met de mens achter de te verkiezen politicus wil ik contact hebben. Daarom gaat de politiek over tafel. Want dat hoort bij het leven van alledag. In dat leven moeten mensen allerlei keuzes maken. En ik vind het geweldig als mensen de moeite van die keuze zo open op tafel leggen. Mensen durven inderdaad zichzelf te zijn.

Een gebedsverzoek van een bezoeker tijdens de viering bevestigt dat. Hij zal de gemeenteraad komende maandag toespreken. Ik bid voor hem, terwijl ik niet weet of ik zijn standpunt ondersteun.

dinsdag 25 februari 2014

Column Friesch Dagblad 66: Kerk in het wijkgebouw

Ik loop het wijkplein op. Ik kijk tussen twee pilaren door, en zie een groot plein, waar ik een oude kazerne tegemoet loop, met aan de rechterkant een oud militair gebouwtje en aan de linkerkant een modern uitziend gebouw, drie hoog.

Enkele meters verder is de ingang van het grote gebouw. MFC Klarendal staat hoog bovenop de pui van het gebouw. MFC staat voor multifunctioneel centrum. En dat is het. De receptie bemenst door mannen en vrouwen van het wijkwerkpalet verzorgen de ontvangst en de faciliteiten van het centrum. Links zie ik achter een deur de grote sportzaal waar heel veel kinderen aan het sporten zijn en waar het Sportpunt Klarendal zijn intrek heeft genomen.

Daar moet ik niet zijn, dus ik loop de andere kant op. Voor mij zie ik twee ruimtes, de multifunctionele ruimtes, die door iedereen gebruikt kunnen worden, als je het maar van tevoren doorgeeft. Achter een van de ruimtes is een grote keuken met twaalf pitten en twee ovens. In het MFC wordt gekookt voor en met wijkbewoners, dus daar moet voldoende ruimte voor zijn.


Iets voorbij de multifunctionele ruimtes kom ik het consultatiebureau tegen. Links daarvan, veilig achter gesloten deuren en ramen zitten links de ruimtes van de peuterspeelzalen en rechts de gezellige ruimtes van de kinderopvang.

Speluitleen en flexplekken

Via een oranje trap ga ik naar de eerste etage, waar ik een rondje kan lopen. Ik ga rechtsaf en en zie aan mijn linkerhand een knutselruimte, waar iedereen die dat wil zich creatief kan uiten. Een ruimte verderop een glazen wand met daarachter zes kleinere ruimtes. Dit is de eerste verdieping van de wijkbasisschool. Die zit nog niet helemaal vol, daarom is één lokaal is ingenomen door de speluitleen en twee daarachter liggende lokalen door het hoofdkantoor van de ouderenwelzijnsorganisatie.

Ik loop op de gang verder door en kom de ruimtes tegen van de gehandicaptenorganisatie en die van de participatiecoaches. Iets verderop kom ik bij de ruimtes die voor het kinderwerk van de welzijnsorganisatie gebruikt worden. En tenslotte loop ik iets verderop tegen de flexplekken aan waar onder andere de buurtopbouwwerker en de wijkregisseur werken.

De trap op naar de tweede etage. De tweede etage van de basisschool. Daarnaast de ruimte voor de logopedisten. En helemaal achteraan de kickboxschool.

Waarom deze opsomming? In die wirwar van organisaties en mensen heeft ook Villa Klarendal zijn plek gekregen. Elke zondag komen we samen in de multifunctionele ruimte met gebruik van de keuken.

Elke vrijdag helpen Villa-vrijwilligers er bij het uitdeelpunt van de Voedselbank. Zo zijn er al afspraken gemaakt tussen een participatiecoach en een afnemer van de Voedselbank. En kunnen we een klaslokaal gebruiken voor een cursus Zoom in op je relatie. Door te ‘wonen’ in het mfc staan we dichter bij alles wat er in de wijk gebeurt. En maken we deel uit van het overleg van gebruikers. Geen eigen ruimte of kerkgebouw. Wél aanwezig en bereikbaar op de plek waar de hele wijk dagelijks komt.

woensdag 15 januari 2014

Column Friesch Dagblad 65: Leven als broers en zussen

Je hoort het soms van echtparen. We leven als broer en zus. Wat bedoelen ze? Ze leven nauw met elkaar onder een dak. Ze kennen elkaar door en door. Ze vormen een familie en hebben daardoor een band. Maar de passie is verdwenen. De seksuele aantrekkingskracht is er niet meer.

Leven in een christelijke gemeenschap kan worden vergeleken met de manier waarop mensen in een huwelijk met elkaar omgaan. In Villa Klarendal zoeken we er naar dat mensen elkaar als broer en zus aanvaarden. Daarom gaan we verder dan alleen een samenkomst en eten we met elkaar.
 
Een gezinsrelatie is prachtig, maar kan ook flink schuren. Dicht bij elkaar leven en elkaar daardoor leren kennen, betekent ook dat je elkaars nare kanten leert kennen. Daardoor ontstaan soms irritaties die tot behoorlijke ruzies kunnen leiden.
 
Afgelopen zondag kwam ik terecht in zo’n irritatiezone tussen twee vrouwen in onze gemeenschap. Het ging over het koken van eten voor de maandelijkse maaltijd. De een, van Antilliaanse afkomst, vertelde hoe ze natuurlijk veel eten maakt, zodat iedereen genoeg heeft. Dat is toch normaal! De ander, van Nederlandse afkomst, vertelde dat ze zoveel meeneemt als zij gezinsleden heeft. Meer hoeft niet, want iedereen neemt toch iets mee. Dat is toch normaal! Er ontstond een geïrriteerd gesprek tussen de twee. Kern daarvan was wat in de eigen ogen ‘normaal’ is. Normaal in de ogen van de een was, dat je zoveel mogelijk mensen laat genieten van jouw kookkunst. Normaal in de ogen van de ander was, dat je niet meer meeneemt dan wat nodig is. Het gesprek eindigde met de constatering van een van de twee dat wat de ander deed ‘niet normaal’ was.
 
Ik vond het een prachtig voorbeeld van christelijk gezin zijn. We zijn elkaar zo dicht genaderd, dat we elkaars gewoonten en manieren leren kennen. Waar dat gebeurt, worden we gevraagd verder te gaan dan langs elkaar te leven. We moeten leren mét elkaar te leven. Met de goede kanten van de ander. Maar ook met de kanten waar we meer moeite mee hebben.
 
In plaats van zwart-wit te denken in goed en verkeerd, is er een derde weg. Zoals ik van een zendeling hoorde: ‘Het is niet goed, het is niet slecht, het is anders.’ De vraag is dan, of we echt willen kiezen voor gemeenschap. De ander aanvaarden zoals hij of zij is. In gesprek gaan en de liefde van Vader God voor de ander voorrang geven boven onze eigen gewoonten. Daadwerkelijk missionair in verdraagzaamheid met elkaar leven.