Hieronder een uitgebreide versie van het artikel.
_____________________________
Een nieuwe Mozaïekgemeente in Bunschoten-Spakenburg. De
kritiek was de afgelopen periode niet mals. Waarom daar een gemeente en niet in
de grote steden of in het zuiden, in Noord-Brabant of Limburg. Ik las afgelopen
zaterdag het genuanceerde artikel van onderzoekster Miranda Klaver hierover.
Vooral dit artikel deed me in de pen klimmen om ook een ander gezichtspunt te
geven.
Ik ben niet degene die zonder meer nieuwe kerken afkeurt die
waar dan ook worden gesticht. Ook al vindt dat plaats midden op de Bible-Belt,
er zullen toch wel nieuwe mensen gevonden worden die interesse hebben om van
zo’n nieuwe gemeente lid te worden. Ook al hebben ze een kerkelijke
achtergrond. Zelf kom ik uit een kerkelijke achtergrond, maar heb ik mijn
bewustwording en bekering meegemaakt door de activiteiten van Youth for Christ
in mijn woonplaats. Iets nieuws kan dus zeker voor kerkelijk opgevoeden een
eyeopener dan wel een trekker zijn om een werkelijke relatie met Jezus te krijgen.
God gebruikt dat dus zeker voor die doelgroep.
VER AF
Mijn pleidooi in dit artikel richt zich niet op acties en
initiatieven die zich richten op mensen die al een kerkelijke achtergrond
hebben, maar op de groep die daar heel ver van af staat. Er is namelijk een
grote groep onbereikten in ons land. Ondanks de vele kerken die ons land rijk
is, zijn er velen in ons land die niet of nauwelijks een kerk van binnen hebben
gezien. En als dat wel is gebeurd, is dat vanwege de historische of culturele
waarde van dat gebouw. De kans dat zo’n persoon een viering van een
christelijke gemeente van binnen mee maakt is vrijwel nihil.
VER WEG
Waar heeft dat mee te maken? Onder andere door de manier van
samenkomen en de woorden die we daarin spreken. Maar ook de mate waarin
christenen die in die kerken komen in contact staan met de samenleving. Ik denk
dan aan de manier van samenkomen in protestantse kerken, waar een statische
liturgie wordt afgewerkt, met muziek die ver af staat van het levensgevoel van
de gemiddelde niet-kerkelijke Nederlander. Met woorden die doorspekt zijn van
christelijke taal en uitdrukkingen. Waar vaak het orgel nog de bovenhand voert
in de muzikale omlijsting, een muziekinstrument dat in nog maar weinig
niet-christelijke huizen populair is.
BINNEN- EN BUITENSTAANDERS
Maar ook de manier van samenkomen in evangelische en pinksterkerken staat ver weg van de beleving van de gemiddelde Nederlander. Veel van dergelijke gemeentes werken op eigen wijze de muziek en woordverkondiging uit, zonder daarbij na te denken over het leven, denken en gevoel van mensen die niet gelovig zijn en dat van huis uit niet geweest zijn. Over het algemeen is er weinig contact of vriendschap met mensen “van buiten”. O, ja, er zijn evangelisatieacties. Op allerlei manieren. En o, ja, daar bereiken ze een bepaald deel van de buitenstaanders mee. Maar meestal na zo’n evangelisatieactie zoeken de evangelisten de bereikten als een speld in een hooiberg tussen alle gelovigen die op zondag bijeenkomen. En als ze er een ontdekken, dan is het vreugde, want iemand van de straat is op de uitnodiging van de evangelist afgekomen om de gemeentelijke samenkomst te bezoeken.
De vraag is dan of zo iemand wordt geraakt door de manier
van zingen, aanbidden en preken. De luidkeelse aanbidding in sommige gemeentes,
de tongentaal, die iedereen door elkaar heen en in een soort trance uitspreekt,
zal menigeen van buitenaf verbazen of zelfs verdwazen. Voor dergelijke mensen
kan zo’n samenkomst vervreemdend werken. Ze worden wellicht getrokken door de
warmte van de gemeente, maar of ze worden getrokken door de uitingen?
DICHTBIJ KOMEN
Er is dus een groep in ons land die maar moeilijk wordt
bereikt door christelijk Nederland, of het nu protestantse -,
orthodox-protestantse -, evangelische - of pinkstergemeentes zijn. Hoe bereiken
we die groep? Daarvoor moeten we terug naar de zendingswetenschappen, de
missiologie. Een van de belangrijke onderdelen van mensen die naar de zending
gaan, is dat ze de cultuur leren kennen. En die gaan waarderen. Die cultuur
moeten ze zich eigen maken. Dat alles naast het leren van de taal. En als ze
die cultuur hebben leren kennen, wordt van pioniers gevraagd, om het evangelie
te brengen op een manier die aansluit bij de cultuur van het desbetreffende
land of de desbetreffende bevolkingsgroep. Het grote probleem van Nederland is
dat we jarenlang werkten en woonden in een christelijke cultuur. Waarin het
land was doorspekt met christelijke culturele uitingen, waardoor cultuur en
geloof sterk met elkaar verbonden waren. De afgelopen 50 jaar is daar een
kentering in gekomen. Ons land is geseculariseerd, ontkerkelijkt. Maar de
christenen in ons land zijn blijven
hangen in hun eigen bubbel, in hun eigen christelijke subcultuur. Doordat het
zo fijn was en is in die subcultuur, hadden deze christenen niet veel weet van
de veranderingen buiten die cultuur. Ze lazen er wel over, maar hadden weinig
echte contacten met mensen die dat hadden meegemaakt, dus dachten nog steeds
dat ons land christelijk is.
VILLA KLARENDAL
Hoe bereik je dan de geseculariseerde Nederlanders? Door onderdeel te worden van hun cultuur. 12 jaar geleden startten wij in de Arnhemse wijk Klarendal wat nu “christelijke wijkgemeenschap Villa Klarendal” heet. We werden volledig onderdeel van de wijk. Zochten met medewijkgenoten naar wat het beste voor de wijk was. We doken onder in de cultuur van de wijk. Sprak alles ons aan? Zeker niet. Ik hoorde volksliedjes door de straat schallen. Niet echt mijn ding. Maar als ik vroeg waarom ze dat zo hard zetten en het zo keihard meezongen, was het antwoord dat de zanger precies vertolkte wat hij of zij voelde, maar met woorden niet kon uitspreken. Vanuit die culturele wetenschap zijn we toen volksliedjes gaan hervertalen met christelijke tekst. En wie er nu komt, voelt zich vanuit de wijk op zijn gemak, omdat we mensen nemen zoals ze zijn en niet van ze eisen dat ze hoog Nederlands gaan spreken.
URBAN EXPRESSION
Samen met een groep andere pioniers zijn we verbonden aan de
beweging Urban Expression die al tastende en zoekende probeert om in
volkswijken in ons land (de voormalige Vogelaarwijken) gemeenschappen te
stichten die dichtbij mensen staan en die onderdeel uitmaken van de
wijksamenleving. Groei of succes is daarbij niet het eerste waarop wordt
ingezet. Er wordt ingezet op authentieke gemeentes die aansluiten bij het
levensgevoel van de mensen die in die wijken wonen. Dat gaat gepaard met
succesjes, maar ook vaak met falen. Met projecten die weer stoppen, nadat er
behoorlijk veel tijd in is gestoken. Op alle niveaus van het leven wordt
geprobeerd aansluiting te vinden bij het leven. Bij Villa Klarendal betekent
dat bijvoorbeeld dat we een heel kort praatje houden van maximaal 10 minuten,
die zo interactief mogelijk is en meestal ook daarna nog een creatieve
verwerking kent. En een praatje moet zo verhalend mogelijk zijn, om te
voorkomen dat vanwege de abstractie van het praatje, mensen na 1 minuut al
afhaken en onrustig om zich heen kijken op zoek naar iets anders dat hun
aandacht trekt.
SUCCES?
SUCCES?
En: wat bij ons “werkt” of “succes” heeft, hoeft dat niet
per se te werken in een andere stad of wijk. Het adagium van deze manier van
werken is samen te zoeken naar wat goed is in deze wijk (wat is de behoefte en
nood in deze wijk), te kijken naar wat de teamleden zelf hebben (welke talenten
heeft iedereen en welke absoluut niet) en samen God te zoeken en te vragen wat
Hij van het team wil. Door zo te werken is nu een team van Urban Expression elke
week aan het spelen in de speeltuin, waarbij ook een verhaal uit de bijbel
wordt verteld. In een ander team is een lid vrijwilliger van het reguliere
jongerenwerk en organiseren anderen een maandelijkse eetclub.
DE BLOEI VAN DE STAD
In je wijk zoeken naar het welzijn van die wijk. Als een
Jeremia die de Israëlieten in ballingschap oproept zich in te zetten voor de
bloei van de stad, het beste voor te hebben met de wijk waarin we wonen. Dat
gaat verder dan een wekelijkse, mooie, schitterende aanbiddingsdienst met mooie
liederen en dito preek. Maar een intensief zoeken naar waar de wijk
daadwerkelijk van tot bloei kan komen. Een gemeente wordt op die manier niet
alleen een plek waar je op zondag innerlijk wordt opgebouwd, maar een plek van
waaruit de rest van het leven wordt geleefd in al zijn rijke schakeringen. Een
gemeente die oog heeft voor het spirituele, maar ook voor de leefbaarheid, het
sociale, het financiële, het politiek-maatschappelijke, kortom: voor het hele leven
van de wijk waarin men leeft en samenkomt.
MET BEIDE BENEN IN DE BUURT
Mozaïek en De Doorbrekers: ze komen in het nieuws door de
grote getallen van mensen die naar de samenkomst komen. Prachtig! Ik bid dat
God ze gebruikt en zegent. Maar laten we ook oog hebben voor de pioniers die
ploeterend door het oerwoud van moderne steden lopen en nieuwe wegen banen op
plekken waar anderen nog niet zijn gekomen. Gemeentestichting: prachtig! Een
nieuwe gemeente. Ambassadeur van Christus. Die zoekt naar de bloei van de wijk
waarin zij is geplaatst. In alle facetten van het leven. En voor een ieder die
dit leest: zoek ook zelf hoe uw eigen wijk tot bloei kan komen doordat u erin
woont en leeft. In de woorden van Umoja Nederland, “kerk met beide benen in de
buurt”.