woensdag 26 september 2007

Groot, groter, grootst


Je verwacht het niet, maar ook op de satirische site Goedgelovig.nl vindt op dit moment een discussie plaats over het nut en de zegen van Megakerken. Onder de titel Groot, groter, grootst werd gewag gemaakt van de wens van de oudstenraad van de kerk van dominee Orlando Bottenbley (door een van de bezoekers plagend Bot en Blij genoemd) om een kerk voor 5000 mensen te bouwen. Daarna barstte de discussie los over dit fenomeen.

Wat ruist daar langs de wolken?

Ik ben in deze periode bezig een boek te schrijven. Of hij ooit wordt uitgegeven, weet ik op dit moment nog niet.

Al schrijvend krijg je af en toe een brainwave. Zo ook deze. Als we spreken over rekening houden met de mensen die we tegenkomen, heeft dat ook gevolgen voor de liederen die we zingen. Die zijn vaak heel mooi voor ingewijden, maar voor buitenstaanders soms echt niet te volgen.

Daarom hieronder een denkbeeldig gedachtenspel van een zoekende niet-gelovige in een kerk waar "Daar ruist langs de wolken" wordt gezongen.

Daar ruist langs de wolken een lieflijke naam: ik zie in gedachten een stel wolken. Wat was ruisen ook al weer? Een lieflijke naam? Hangt dat dan achter een vliegtuigje net zoals een reclameboodschap? Bij lieflijk denk ik aan een vlinder of zo.

…die hemel en aarde verenigt tezaam: daar snap ik dus helemaal niets van! Hoe kan een lieflijke naam nou hemel en aarde verenigen. Wat is de hemel trouwens?

Geen naam is er zoeter en beter voor ’t hart: is die naam dan een snoepje of een dropje? Klene ken ik van de reclame. Wordt dat dan met die naam bedoeld? “Beter voor ’t hart” maakt het voor mij niet veel duidelijker. Een naam die zoet is en beter voor het hart? Snoep en hart- en vaatziekten gaan toch meestal niet goed samen? Is het Becel in snoepvorm of zo?

Hij balsemt de wonden en heelt alle smart: balsemen? Dat doe je toch bij doden? Over welke wonden heeft het lied het? Wat is dat: smart? Ik ken wel smartlappen, maar ik weet niet of dat iets met die naam te maken heeft.

Kent gij, kent gij die naam nog niet: nee, dus, ik ben al de hele tijd aan het zoeken, maar ik kom er maar niet achter wat er wordt bedoeld.

…die naam draagt mijn Heiland, mijn lust en mijn lied: nou ben ik nog geen steek verder. Wat is dat: Heiland. Waar ligt dat dan precies? Dicht bij Engeland of zo? Of is dat op de Veluwe of in Drenthe, waar veel hei ligt? En dat er lust in voorkomt, komt mij ook wat vreemd over. Het is toch hier een kerk en geen lustoord? En OK, ze zijn hier aan het zingen, maar wat wordt dan precies bedoeld met "mijn lied".

dinsdag 18 september 2007

Kunst in Villa Klarendal



"Kunst uit de container" stond er afgelopen zaterdag en zondag pontificaal bij onze deur. We zouden afvalkunst gaan presenteren.



Omdat onze deur niet zo erg in het zicht ligt, moest er een trekker voor de deur staan of zitten. Dus zat ik bij wijze van artisticiteit bij de deur om vooral onze eigengemaakte liedjes ten gehore te brengen.



Veel mensen kwamen langs en waren enthousiast over wat ze zagen. We hadden zelfs een tafel ingericht met materiaal waar gasten iets van konden maken. Op een gegeven moment zag ik steeds meer kinderen met eigengemaakte sieraden de deur uitgaan.

Niets is waardeloos, alles is bruikbaar. Dat is ons devies.

Dat geldt voor het materiaal dat we gebruiken, maar ook voor de mensen die we ontmoetten. Niemand is waardeloos, iedereen is bruikbaar.
Dat geldt ook voor het brood dat we uitdelen en de producten die we in kratten aan Voedselbankafnemers overdragen. OK, na een bepaalde datum wordt voedsel minder bruikbaar. Maar rond de "over tijd datum" (en zelfs nog daarna, afhankelijk van het product) is het nog goed te eten.

Afval uit de container. Gelukkig niet rechtstreeks eruit geplukt (geeft zo'n heerlijke geur), maar gebruikt voordat het de container ingedonderd zou worden.

Zo kan kunst ook nog missionair zijn. En attractief. We zullen zien wie we de komende tijd gaan tegenkomen.

Wil je een sfeerimpressie bekijken, klik dan door naar:

Fotopagina Wijken voor Kunst Villa Klarendal


vrijdag 14 september 2007

Meedoen aan een attractief programma

Zo af en toe krijgen we als steeds bekender project in de wijk een aanbod dat we niet kunnen afslaan.

Vanuit de organisatie van "Wijken voor kunst" kregen we de vraag of we dit jaar mee wilden doen met deze manifestatie. Deze activiteit wordt georganiseerd door zeer creatieve wijkbewoners. Zij schrijven er zelf over:
gedurende twee dagen openen kunstenaars in de Arnhemse wijken Klarendal, Sint Marten en Sonsbeekkwartier de deuren van hun atelier van 12.00 uur tot 18.00 uur en tonen zij samen met andere creatieve buurtbewoners en kunstinstellingen hun werk op verschillende plekken. Over de wijken ligt gedurende het weekend een netwerk van exposities. Op 75 lokaties laten ruim 130 deelnemers en even zoveel kinderen uit de wijk iets zien of horen.
De organisatoren hoopten dat wij nu ook zouden aanhaken bij deze kunstzinnige wijkactiviteit.

Dat aanbod konden we natuurlijk niet afslaan. Met name Hester Siegers, de meest creatieve figuur binnen ons kernteam, daarbij ondersteund door Rina -een christen wijkbewoner die ook sieradenmaker is en haar sieraden ook zal tentoonstellen- is vervolgens aan de slag gegaan met kinderen die op onze kinder bijbel club komen. Samen hebben ze van afvalmateriaal mooie kunststukjes gemaakt.

Morgen om 13.00 uur openen we de deuren en hopen op die dag en op zondag veel mensen van binnen en buiten de wijk te ontvangen in ons gebouw.

Zo zie je hoe het ook mogelijk is om incarnationeel leven (leven zoals Jezus: Hij was onder de mensen en deelde hun leven) in een wijk kan samengaan met een attractieve instelling (we vragen mensen om bij ons te komen en te zien hoe mooi we iets hebben gemaakt).

Klik op het onderstaande fotootje om te zien wat er allemaal in Villa Klarendal te verwachten is dit weekend.

woensdag 12 september 2007

Missionaire megakerk discussie

Inmiddels is mijn artikel over de mogelijkheid voor megakerken om missionair te zijn overgenomen op de weblog van Matthijs Vlaardingerbroek.

Daar wordt nu een beginnend bloggesprek over het onderwerp gevoerd. Lees het artikel en de reacties door op de bovenstaande link te klikken.

maandag 10 september 2007

Kan een megakerk missionair zijn?

Leuke vraag boven een artikel dat ik laatst las in Outreach & Evangelism. De vraag geldt met name voor Amerika, maar kan ook voor ons land van toepassing zijn. In Amerika zijn namelijk nogal wat megakerken, die ettelijke duizenden leden hebben die ook zondags met elkaar naar de kerk gaan. In Nederland zijn de Bethelkerk in Drachten (voorganger Orlando Bottenbley) en De Meerkerk in Hoofddorp (voorganger Wigle Tamboer) exponenten van dit soort kerken. Maar ook grote christelijke manifestaties als EO Jongerendag, EO Gezinsdag, Soul Survival of XNoizz Flevo zijn volgens mij hiervan voorbeelden in Nederland, omdat ze op een zelfde manier zijn opgezet en hetzelfde nastreven. Ze zijn groots opgezet, hebben een geweldige organisatie, zijn zeer professioneel in hun entourage, kortom voor het oog zeer gelikte kerken. En ze trekken daardoor veel, heel veel mensen.

In kringen waarin ik de laatste paar jaar verkeer worden dit soort kerken en manifestaties als exponent gezien van de tanende kerk. De laatste restjes van het Christendom, waarin alles draaide om macht, eer, positie en grootsheid. Ze zijn niet gericht om te zijn zoals Jezus dat was, die bereid was om alles af te leggen, zodat hij naast ons en onder ons kon zijn (incarnationeel, in het Engels "incarnational"), maar ze zijn attractief ("attractional"). Ze zeggen niet: "ga uit en verkondig", maar "kom en zie".

De schrijver van het artikel was van meet af aan cynisch over de komst van dergelijke megakerken. Mensen zouden uiteindelijk zoeken naar echte gemeenschap, zich afkeren van het consumentengedrag waar deze kerken zich op richtten. Tot zijn verbazing bestaan deze kerken nog steeds. Vanuit missionair oogpunt vreemd, maar toch ook niet. De schrijver, zelf missioloog, zag twee realiteiten in de megakerk:
1. Een groot deel van het succes van deze kerken ligt in haar bekwaamheid om binnen onze cultuur te contextualizeren, een basisprincipe van de missiologie.
2. Megakerken zijn groot, wat in onze cultuur gelijk staat aan succes—en mensen reageren daarop.

Een ander aspect hiervan noemt de schrijver de "celebrity-factor" (in Nederland zouden we dat de "BN'er factor" kunnen noemen). Elke Amerikaanse megakerk is locaal, regionaal en nationaal bekend vanwege haar charismatische leiderschap, geweldige communicatie en vrijwel altijd haar zeer goed bekende leider. Dit begint in Nederland dezelfde vormen aan te nemen, kijk vooral naar de manier waarop Orlando Bottenbley wordt behandeld. De meeste leiders van megakerken, aldus de schrijver, hebben de bekwaamheid mensen om hen heen te inspireren om grote dingen na t streven en hebben een dusdanig spreektalent dat ze door kunnen dringen in de levens van mensen. Als die kerken groeien en de status van megakerk krijgen, worden deze leiders "celebrities" wat hen een ingang geeft om nog meer mensen te bereiken met het evangelie.

Interessant is dat de schrijver hierna tot de conclusie komt, dat al deze kerken "attractional" zijn: zij gaan uit van het principe "Kom en zie", ze nodigen mensen uit om bij hen te komen. Dit staat in contrast met de visie van huisgemeenten en "emerging churches" die van mening zijn dat Jezus ons opdraagt om "uit te gaan en te verkondigen". De schrijver waarschuwt ons echter om hiermee het kind van "Kom en Zie" met het badwater weg te gooien. Want Jezus was meer dan een Galilees timmermannetje, dat in zijn samenleving alleen maar een boodschap had tegen die tegen de eigen cultuur inging. Hij is ook de verheerlijkte Koning die het waard is om alle lofprijs te ontvangen, zelfs de lofprijs van duizenden. En is het niet zo dat ook de evangeliƫn erover spreken dat de menigten (duizenden) hem volgden?

Volgens de schrijver liggen "Ga en verkondig" en "Kom en zie" in elkaars verlengde. Als we mensen stimuleren om naar hun vrienden, kennissen, buren te gaan, stellen we hen vaak voor om hen uit te nodigen voor een samenkomst in de kerk. Zelfs emerging churches of huiskerken hebben daarmee toch iets van "Kom en zie": we houden toch bijeenkomsten, ook al beginnen die anders dan een reguliere kerkdienst, bijvoorbeeld met een maaltijd. Een leuke vondst vond ik de opmerking van de schrijver: "I believe that attractional can be missional if the result is incarnational and not extractional" (ik geloof dat attractief missionair kan zijn als het resultaat incarnationeel en niet extractioneel is). Met andere woorden: mensen door attractie naar de kerk lokken kan een cultureel geschikte strategie zijn als ongeschikte motieven niet worden aangesproken. Mensen die tot geloof komen moeten gestimuleerd worden weer hun cultuur in te trekken (door een incarnatie en ambassadeur van Christus in de samenleving te worden) en niet uit hun eigen cultuur worden getrokken om terecht te komen in een christelijke subcultuur (hen trekken uit -extracting- de wereld rondom hen om ze te brengen in "McMega kerkwereld"). Dat moet zichtbaar worden doordat de voorganger zelf het voorbeeld geeft van een leven dat incarnationeel is (door bijvoorbeeld in de preek erop te wijzen dat hijzelf regelmatig met ongelovige vrienden contact heeft).

Laten we wel wezen, onze samenleving is consumentgericht. Dat was niet anders in de tijd van Jezus. Soms gaat Jezus in op de behoeften van zijn toehoorders. Hij laat ze niet zitten met een lege maag, maar vult ze, alle vijfduizend. Hij wist dat veel van hen Hem alleen zochten om wat Hij deed. Tegelijkertijd gebruikte hij die gebeurtenissen als een uitdaging om hen aan te spreken op hun diepere verlangen naar meer en hen de juiste kant op te wijzen. De vraag is niet "bestaat consumentengedrag?" of "hoe moeten kerken consumenten aanspreken", maar moet veeleer zijn: "Wat moeten kerken doen met consumenten (buitenkerkelijken) als de bijbel ons oproept tot een leven van opoffering en dienst?" En hier raken we een punt, waar elk christelijk werk uiteindelijk op komt. Hoe zorgen we er voor dat de mensen die we bereiken niet klein blijven, volgzaam blijven, alleen maar blijven eten van wat ze lekker vinden. Hoe helpen we mensen van consumenten daadwerkelijke discipelen te worden.

Leuke vraag, die megakerken. Ikzelf voel me er absoluut niet in thuis. Maar toch heeft dit artikel me aan het nadenken gezet. Er is een bepaald slag mensen die er wel door geraakt wordt. In Nederland zijn het toch vooral de randkerkelijke mensen die hierdoor getrokken worden. Dat is natuurlijk net zo goed een missionaire groep. Als we kijken naar de landelijke EO-dagen, zien we hoe dagbladen en andere media (als ze er al aandacht aan besteden) zich verbazen over de aantrekkingskracht van dit soort dagen. Ook in Nederland is bij dergelijke manifestaties de grote vraag wat de bezoekers ermee doen. Ik zie veel jongeren naar voren gaan. Maar in hoeverre hebben dergelijke bijeenkomsten een dusdanige impact op de bezoekers dat ze bereid zijn hun eigen omgeving in te gaan om daar echt christen te zijn. Kijkend naar de impact die christenen hebben op hun samenleving trek ik het belang van die bijeenkomsten in twijfel. Jongeren en ouderen kicken op die samenkomsten. Het is zo heerlijk om met zoveel christenen samen te komen. "Ik ging helemaal uit mijn dak" is een veel gehoord statement. Maar het dak ging er daarna weer snel op, vrees ik, want we klommen met zijn allen weer snel in onze auto's terug naar onze christelijke buitenwijken waar we samen feestvieren in onze christelijke pinkster- gereformeerde- of evangelische subculturen.

Leer mensen om incarnationeel te leven, en er is niets mis met grote samenkomsten. Maar als ze er alleen maar zijn als een subculturele vervanging voor Lowlands of Pinkpop (Xnoizz Flevo) of grote popconcerten (EO Jongerendag), die alleen maar uit zijn op "er jezelf lekker bij voelen", schaf ze dan maar snel af.

Leuke vragen. Ben benieuwd wat jij ervan vindt.

Hoe groot zijt Gij

Bij Villa Klarendal gebruiken we voor het zingen een liedbundel die we zelf hebben samengesteld. Er staan oude liederen, moderne Opwekkingsliederen en door ons "vertaalde" volksliederen en populaire Nederlandse liedjes in.

Een van de liederen is het oude Johannes De Heer Lied "Hoe groot zijt Gij": een lied met drie coupletten die langs schepping - menswording en kruisiging van Jezus - wederkomst van Jezus het evangelie langsgaat om in het refrein te herhalen dat als wij ons dat bedenken, wij niets anders kunnen uitroepen dan dat God enorm groot is.

Langzamerhand is dit lied een van de liederen geworden die regelmatig gezongen wordt. Voor een aantal bezoekers heeft het een emotionele waarde, omdat ze bijvoorbeeld terugdenken aan het verleden. Voor een van de vaste bezoekers heeft dit lied een dergelijke waarde, omdat het werd gezongen tijdens de begrafenis van haar broer.

Vandaag is deze bezoekster aanwezig, maar ik heb het lied niet op mijn lijstje staan, dus we zullen het niet zingen. Soms laat ik de "liturgie" afhangen van de sfeer van het moment. Als ik het laatste lied van de dag aankondig, vraagt een meisje, ook een vaste bezoekster, of ze na dit lied nog een verzoeknummer mag opgeven. Ik sta het haar toe. Terwijl we dat lied zingen, zit ze hevig in ons liedboekje te bladeren. Na afloop van het zingen vraag ik welk lied ze heeft uitgezocht. Ze noemt het nummer, ik sla het op, en wat blijkt: ... het is het nummer waar die andere bezoekster zo van houdt!

Ik complimenteer dit meisje. Wat leuk dat je dit voor deze mevrouw hebt uitgezocht. Want ja, ik denk mijn pappenheimers te kennen en dit liedje zal ze eigenlijk wel als oubollig beschouwen. Tot mijn grote verbazing reageert het meisje direct "maar ik vind dit een heel mooi lied!" We zingen het samen en tijdens het zingen ervan zie ik dat het meisje ook daadwerkelijk de daad bij het woord voegt. Stil en ingetogen, maar met volle borst zingt ze: "Hoe groot zijt Gij".

Daar word ik dan van binnen stil van. En tegelijkertijd heel erg warm. Soms denken we dat iets niet past bij een bepaalde groep. "Die zal wel niet....", denken we dan. Waarna we weer eens beschaamd worden door de manier waarop God in mensen werkt. Zet je eigen gedachten opzij. Ik zorg voor hen. Soms door een eenvoudig kinderliedje "God kent jou vanaf het begin" dat een oudere dame van in de vijftig dag in dag uit 's ochtends blijkt te zingen. Soms door een lied dat aan het begin van de vorige eeuw is geschreven in de woorden van die tijd, maar die toch de harten van kinderen en jongeren raken die, ver weg van de kerkelijke wereld, toch op zoek zijn naar de warmte die alleen God kan geven.

Ik kan niet anders. Met een heel ander hart zing ik vandaag "Hoe groot zijt Gij", terwijl ik zie hoe God een Nederlands meisje van dertien en een Antilliaanse vrouw van in de vijftig samenbindt rondom het zingen ditzelfde oude lied in onze vertrouwde Villa Klarendal.

De vakantie is voorbij, ook voor ons

Het is tot de afgelopen week bij ons komkommertijd geweest. Zondags hadden we een toeloop van hooguit tien mensen, wat gezien de opkomst van de afgelopen jaren erg weinig was. Mooi, je kon wat persoonlijker gesprekken voeren, maar toch misten we mensen.

Vandaag waren we voorbereid op een zelfde aantal bezoekers. Want je weet niet hoeveel je kunt verwachten. We hebben drie tafels gedekt met aan elke tafel vier borden en twee aan de uiteinden (voor de niet-zo-snelle rekenaars: veertien mensen).

We beginnen met zijn vieren. Eenbezoekster waarvan we weten dat ze de afgelopen weken kampte met rugklachten komt binnen. We begroeten haar allerhartelijkst, omdat we blij zijn haar weer terug te zien. Vier kinderen, waarvan we drie ook al zeker vijf weken niet meer hebben gezien (en waarvan we van een zelfs hebben gehoord dat ze de laatste tijd niet meer in de weekenden bij haar stiefgezin is geweest) stuiven als volgende binnen. Vervolgens een moeder met twee kinderen die ook al zeker vier weken uit de Villarunning is geweest. Dan komt nog een vrouw die al zeker tien weken uit ons beeld is verdwenen. We zijn verheugd haar weer te zien. En vlak voordat we gaan bidden komt er iemand die de laatste tijd wel vaker komt. De een na laatst binnengekomen vrouw en deze vrouw gaan tegenover elkaar zitten en maken met elkaar kennis. Ze zijn inmiddels allebei vaste bezoekers van Villa Klarendal, maar hebben elkaar nog niet ontmoet.

We vallen na het bidden op het brood en lekkers aan. Voor wie goed kan tellen, weet dat onze tafels nu vol zitten met mensen. Er kan eigenlijk niemand meer bij. Een paar minuten later komt er een man die we ook al zeker zo'n tien weken niet meer hebben gezien. Hij schuift een stoel bij aan de tafel. Een bord en bestek worden voor hem geregeld. Nauwelijks is hij gaan zitten of weer een vaste bezoekster dient zich aan. Het ritueel herhaalt zich en zij schuift bij de tafel aan. Tenslotte komt ook iemand die wekelijks komt nog binnen. Ook voor haar wordt weer extra bijgezet. Er wordt zelfs heen en weer geschoven zodat zij op een stoel kan zitten om haar rugpijn te verzachten.

Het is duidelijk. De komkommertijd is voorbij. De tijd van stilte en rust is ook bij Villa Klarendal van de baan. 17 mensen zitten gezellig aan de tafel om met elkaar een brunch te genieten en samen te praten over de dingen die hen bezig houden. En daarna spreken we nog een tijd over de verloren zoon, de oudste zoon en een vader en hoe God van ons vraagt om juist Hem op de eerste plaats in ons leven te zetten.