maandag 4 december 2017

Balinese ervaringen


Ja, en toen was hij even uit beeld en uitgeblogd. Vakantie van vier weken in Bali, een begrafenis van mijn schoonmoeder waar ik de uitvaartdienst bij mocht leiden. En daarna allerlei mooie projecten die ineens van de grond kwamen en waar ik mij met hart en ziel in stortte. Zonder in te storten.

Daarom maar eens wat gedachten over de afgelopen periode.



Te beginnen met Bali. Een prachtig eiland in de Indonesische archipel. Het enige eiland in Indonesië dat overwegend hindoeïstisch is. En dat merk je, ruik je, ervaar je aan den lijve.

Wie op Bali komt en oog heeft voor meer dan de stranden of de mooie natuur, ziet dat het hindoeïsme het leven in zijn greep houdt. Zodra mensen op staan is het eerste wat ze doen een offer brengen voor hun huis, winkel, bedrijf of wat dan ook voor hen van toepassing is. Een klein doosje met daarin bloemen, groenten, fruit en vooral een wierookstokje. Dat leggen ze neer op straat, in een klein tempeltje of op een andere plek die zij geschikt vinden. Een kort gebed wordt opgezegd en dan gaan ze weer met het gewone werk aan de slag. Het offer is voor de goden, maar ook voor de voorouders. Om hen goedgezind te laten zijn. Zodat het goed gaat met het bedrijf of het gezin. Op straat vind je veel verkopers van deze offertjes, die ze zelf samenstellen en waarvan ze de inhoud kopen op de lokale markt. Zodra de offertjes uitgerookt zijn, of vertrapt zijn door onoplettende toeristen, worden ze weer vervangen door nieuwe offertjes, met weer hetzelfde gebedsritueel. Zo kan het soms wel drie of vier keer per dag zijn dat de offertjes worden vervangen.

Je begrijpt dat een deel van het inkomen hieraan wordt besteed. In gesprek met lokale hindoeïstische Balinezen werd weleens verzucht dat het geloof toch wel veel van hen vroeg. Want of je nu rijk bent of arm. Er moet worden gegeven aan de offers. En dat niet alleen. Balinezen kennen heel veel hindoeïstische feesten. Daarin worden ze weer gezegend voor hun leven. Maar voor die zegeningen moeten ze wel geld neerleggen. Geld voor het eten van iedereen. Voor het onderhoud van de eigen tempel. Voor het reizen naar de eigen tempel, waar ze toch vooral bij moeten zijn.

We kwamen mensen tegen die graag een eigen huis wilden kopen. Ze woonden in een klein onderkomen met een gezamenlijke leefruimte (buiten) met een slaapruimte en een speciale ruimte voor de oudere dochter. Waarom hadden ze geen huis gekocht? Vooral omdat het geloof veel geld van ze eiste. En toen zich een mogelijkheid aandiende was de eerste vraag van familie aan hen: zul je nog wel genoeg aan het geloof en de tempel bij kunnen dragen? Waarop werd besloten toch maar geen huis te kopen, want ja, dat geloof hè....

Hindoeïsme wordt in Nederland als redelijk alternatieve levensfilosofie gezien voor het leven. Dat lijkt een logische gezien ons inkomen en ons redelijke levensniveau. Dan kun je dat er wel bij doen. Maar in Bali lijkt dit geloof veeleer een last dan een bron van blijdschap. O, zeker, wie je er ook over sprak was mateloos enthousiast over het geloof. Het betekent zoveel voor hen. Het biedt duidelijkheid en zekerheid. Maar ja, al die verplichtingen en vooral ongeschreven regels... Gingen we op reis door het eiland, was er een tempeltje aan de kant van de weg. De hindoereizigers stapten uit en lieten zich weer zegenen, met betaling en een offertje. Want zo zou de reis toch zeker gezegend worden....

Dat vonden we mooi! Het verhaal achter de façade tegenkomen. Niet de vrolijk lachende Balinees in het lekkere restaurant. Maar de Balinees in zijn eigen omgeving. Samen achterop de brommer naar de dichtstbijzijnde stad rijden en daar ervaren hoe zij zelf leefden. Opmerken met hoe weinig ze tevreden zijn. Maar ook merken dat de ongeschreven culturele regels voorschrijven dat je tenminste als werkend echtpaar twee brommers nodig hebt om je te vervoeren. Waarvoor? Voor het werk. Dat een kilometer verderop ligt. Een kilometer lopen? Nee, dat doe je niet! Dan ga je liever met de brommer, die je op aanbetaling duur aanschaft naar je werk. Want daarmee heb je een statussymbool te pakken dat voor de gemiddelde Balinees toch wel erg belangrijk is. Zonder brommer? Nee, dat kan niet! Ze keken dan ook hun ogen uit, toen wij die kilometer zomaar liepen of mountainbiketen. Rare jongens, die Nederlanders....

Verzekeringen. Een ander punt op dat eiland. Welnee, dat kan echt niet. Geen geld voor. Rij maar liever voorzichtig (op zijn Balinees, 120 kilometer p/u op een brommer, met twee, drie of vier mensen samen, kriskras langs de auto's heen). En als je dan een ongeluk hebt, dan heb je pech gehad. Geen verzekering, zelf je brommer oplappen en ook jezelf oplappen. Een verhaal hoorden we van iemand die een brommerongeluk had gehad (frontaal aangereden door een brommerrijder van 12 jaar - regels zijn er ook wat dat betreft niet...). Ze hadden een verzekering. Genoeg om geopereerd te worden en een week verpleegd te worden. Na een week was de zware hersenschudding nog niet voorbij, maar het geld van de verzekering op, dus werd hij ontslagen. Gelukkig was er een verpleegster in de omgeving die voor een redelijk bedrag de zorg op zich nam. Maar het ziekenhuis was onverbiddelijk: geen geld, geen zorg.

Tja, als je dat hoort, denk je terug aan hoe goed (of hoe slecht zo je wilt) wij het hier in Nederland hebben. Qua zorg, qua financiën, qua sociale opvang. Want hier is de armste nog in staat om zich goed in leven te houden. Er is voldoende voor een goed dak boven het hoofd, het huis goed te verwarmen (is op Bali niet nodig, eerder om het te verkoelen), de tv en radio en andere randapparatuur aan te schaffen en zelfs voor de meesten een goede internetverbinding te hebben en te houden.

Leven. Je kunt het eigenlijk niet vergelijken. Twee verschillende werelden. Mooi om het tegen te komen en het een tegen het ander af te wegen. Ik geniet dan daar van het andere. Om hier weer te genieten van wat wij gewoon vinden. En te weten dat wij het echt nog niet zo slecht getroffen hebben. Om ook weer door te geven aan anderen om ons heen. Geniet van wat je hebt en deel daarvan.  Let niet op wat je niet hebt, geniet van wat je wèl hebt!