zondag 29 juni 2008

Orientatie in Orientalis

Vorige week vrijdag. Drie vaste bezoekers van Villa Klarendal, tevens vrijwilligers van de Voedselbank, en ik zitten op het wijkcentrum. We bespreken van alles en nog wat. Ineens roept een van ons dat het wel eens leuk zou zijn om eens met de hele groep naar Museumpark Orientalis (voorheen: Bijbels Openluchtmuseum) in Nijmegen te gaan.

Een Nederlandse van Turkse afkomst loopt op dat moment toevallig langs. Ze maakt het wijkcentrum elke week schoon. Ze blijft staan en kijkt verrast. Ze spreekt ons aan. En vertelt dat zij een Turkse vrouwengroep leidt die enkele maanden geleden als afscheid van het seizoen had voorgesteld op naar dit museum te gaan. Helaas, het budget van de groep was op. Er was geen mogelijkheid hier naar toe te gaan.

Dit was een prachtige aangelegenheid eens met een nieuwe groep in de wijk contact te krijgen. Ik vertelde haar dat ik al eens met een projectcoach van "Kan Wel" had gesproken en dat die wellicht financiën hiervoor beschikbaar zouden stellen. Zeker als ze zou horen dat een groep van Turkse, islamitische, afkomst en een groep van Villa Klarendal (op weg naar het christelijk geloof) samen een dergelijke reis zouden organiseren. Ik gaf haar het nummer van deze coach, de vrouw belde met haar en afgelopen donderdag hebben we met deze coach gesproken.

Dus gaan we met maximaal 50 mensen, iedere groep levert er 25, op 30 augustus samen naar Orientalis, met als titel "orientatie in Orientalis". De "Turkse" groep wil zich orienteren op het christelijk geloof. Wij vinden het niet erg om meer kennis op te doen van de islam. En we hebben afgesproken na de reis in ieder geval een keer met elkaar te spreken over de reis. Een opmerking van een van de organisatoren: "het lijkt me leuk jullie te leren kennen. Ik zie jullie wel lopen, maar hierdoor leren we elkaar echt kennen." Een busreis, een museumbezoek en tussendoor een multiculturele picknick.

Het is verbazend waar een enkele opmerking in een niet-religieus wijkcentrum ineens toe kan leiden.

woensdag 25 juni 2008

Midden in de wijkgemeenschap

Gisteren las ik een leuk artikel in het nieuwe blad Bodem met als titel "Een open gemeenschap in de waarheid".

Schrijver Henk Medema vraagt de lezer daarin: "Waarom zouden we de communiteit van de waarheid op een afgesloten pleintje beleven, op een straat met eenrichtingsverkeer, in een doodlopende steeg? Waarom zoeken we de kruispunten van de stad niet op, de stadsuitgangen (Mt22:9), waar zowel bozen als goeden zijn? Waarom houden we het evangelie voor onszelf? Waarom zijn onze christelijke feestjes vaak zo lekker knus, op onszelf gericht?"

Ik las het artikel na afloop van een seizoensafscheidsfeestje van het wijkcentrum waar we gemiddeld drie dagen per week als vrijwilliger verkeren. Ik heb deze feestjes ook altijd als een feest ervaren. Je ontmoet mede-vrijwilligers, enthousiaste wijkbewoners, betrokken medewerkers.

Een gemeenschap binnen een gemeenschap zijn, dat is onze wens binnen de wijk Klarendal. Gisteren was dat op het feestje zichtbaar. Drie bezoekers van de brunch en viering van Villa Klarendal zijn ook vrijwilliger bij de Voedselbank. Dus waren ook zij voor het feest uitgenodigd. Na afloop van de lekkere barbecue, waar ik alleen maar halal (kosjer vlees voor moslims) heb gegeten, was er een bingo. Zoals gewoonlijk viel de eerste bingo op een volle rij. Na tien minuten had een tafelgenoot van ons de eerste bingo. Ze wint normaal gezien nooit iets, dus ze was dolgelukkig! Nu ging de bingo naar twee volle rijen. Na vijf minuten kwam er weer een "bingo" uit de zaal: dezelfde tafelgenoot mocht haar tweede cadeautje ophalen. Nu gingen we voor de volle kaart. Na weer vijf minuten en ettelijke nummers verder kwam de verlossende bingo... Mevrouw mocht haar derde cadeau ophalen. Goed, ze mocht niet meer meedoen, dus er was kans voor een ander om een cadeautje te bemachtigen. Nog geen twee nummers later was het weer prijs: een tweede tafelgenoot van ons had de kaart vol!!! "Wat hebben jullie toch, dat je alles wint?" werd er vervolgens, met enige humor, door sommigen aan ons gevraagd. Nee, we hebben er niet voor gebeden (we zijn geen voetballers - we gunnen de anderen evenveel). We brachten maar met een kwinkslag geroepen dat we "iets magisch" hebben.
Gelukkig waren er nog enkele prijzen over en na nog enkele nummers was een achterbuurvrouw aan de beurt. Na afloop zij ze dat ze ons vooraf toch even aangeraakt had.

Leuke momenten, vooral omdat we ineens op zo'n feest in de picture stonden. En dan niet vanwege de gretigheid waarmee we de cadeautjes voor ieders neus wegkaapten. Maar hopelijk vanwege de humor die we ervan inzagen en dat lieten zien door bijna in een slappe lach te vallen.

Een zichtbare gemeenschap binnen de gemeenschap. Later spraken we nog met enkele wijkbewoners over zaken die de wijk aangaan. En werd er nog lang nagelachen over onze tafelgenoot die bepakt en bezakt het feest verliet.

Wat is dan het missionaire van zo'n gemeenschap tijdens een dergelijk feest? Niet anders dan het missionaire van Jezus tijdens de bruiloft in Kana: er gewoon bij zijn, er deel van uitmaken, genieten van het moment, genieten van het lekkere eten en drinken (of dat nu fris is of iets sterkers) en soms bevraagd worden over een diepere aangelegenheid. Bij ons was gisteren de drank in ieder geval zeker niet op.

zondag 22 juni 2008

missionair verliezerswonden likken

Ik had het nog met niet zoveel woorden gezegd in mijn laatste blog. Wat zou de tegenspeler doen van onze nationale trots. Dus zaten we zaterdag gespannen met z'n allen te kijken naar 120 minuten voetbal. En helaas. De net gekochte gastoeters die onze zoon zo graag wilde hebben kwamen er nauwelijks aan te pas en kunnen nu voor enkele maanden de kast in. De petten, hoeden, vlaggetjes en andere snuisterijen van oranje kleuren kunnen van de muren af. Vanochtend was alleen de eerder beschreven rood-oranje straat nog intact. De rest was bij wijze van rouwverwerking weer van de muren, lantaarnpalen en huizen afgehaald.

Vanochtend was er bij onze brunch ook een tamelijk bedrukte stemming bij het mannelijke bezoekersstel. Een van hen komt altijd al om halfelf langs voor een eerste kopje koffie en was nu bijna een uur later. "Met een kater uit bed gekomen zonder dat er alcohol aan te pas was gekomen, wakker geschrokken en zonder eten of drinken gelijk naar de Villa gesneld". Dan probeer je elkaar op te peppen. "Het is maar een spelletje" is natuurlijk een dooddoener van jewelste. We kwamen niet verder dan "een terechte uitschakeling door een goede tegenstander". Maar de door mij geponeerde optie om het Nederlandse rood-wit-blauw maar om te draaien zodat er een Russische variant voor in de plaats zou komen werd niet in dank overgenomen.

Een spelletje houdt een heel volk, een hele wijk bezig. Overal waar we liepen spraken we mensen die teleurgesteld waren over het team, maar de uitschakeling terecht vonden gezien de sterkte van de een en de zwakte van de grootste kanshebber. Dan moet je niet aankomen met dooddoeners of snelle antwoorden. Dan vragen mensen om medeleven. Dat kan gelukkig makkelijker doordat ook wijzelf hadden meegeleefd. Zo ontstonden toch weer spontane gesprekjes over het leven van alledag. En vooral het leven van de dag na de nacht ervoor. Het bleef nog lang onrustig na die nacht. Maar in onze wijk bleef het, wonderwel, rustig. En zo heb elk nadeel weer z'n voordeel.

vrijdag 20 juni 2008

Missionaire voetbalbeleving

De EK koorts heeft weer toegeslagen. Ineens kleurt "het wijk" oranje. Tot in de diepste vezels is ons weinig nationalistische landje oranjegezind.

Ik loop door de straten en zie al die oranjekleuring door elkaar heen. Het lijkt wel Koninginnedag. Een vrolijk gevoel maakt zich van mij meester. Temeer daar inmiddels het elftal waar het allemaal om te doen is met zijn 22en (alleen Timmer is nog een echte bankzitter) zo'n goede poulewedstrijd heeft gespeeld.

Temidden van die oranjegekleurde vlaggetjes loop ik ineens tegen een straat op waar de kleuren met elkaar vloeken. Oranje en rood passen over het algemeen niet bij elkaar. Ik zie het aan met gemengde gevoelens.
Enerzijds geniet ik van dit vloeken tegen de kleuren. Want het oranje van Nederland hangt zij aan zij met het rood van Turkije. Zij aan zij en door elkaar heen. Is dit het summum van de dubbele nationaliteit? Of moest de rode vlag er toch bij hangen, omdat men wil laten weten dat het rood toch vooral mooier of in ieder geval even mooi is als oranje? Het geeft een gevoel van saamhorigheid. Nederland en Turkije gebroederlijk naast elkaar.


Toch zie ik twee agenten onder de vlaggen staan. Blijkbaar gaan de mensen achter de vlaggen niet zo vredig met elkaar om.

Afijn, dat Turkije meedoet en wint bij het EK, weten we inmiddels in onze wijk. Nadat het land de kwartfinale had gehaald, renden onze buren de straat op. Gasflessen werden leeggezogen met allerlei toeters. Türkye, Türkye!!!, hoor ik over de straten gillen. Auto's rijden af en aan almaar door claxonerend alsof een grootse wedstrijd is gespeeld. Zo ook vanavond weer. Het land is door het oog van de naald richting de halve finale gekropen. Voetbaltechnisch waren we massaal voor de tegenstander. Maar ja, een tegengoal in de 122e minuut en twee Kroatische missers van jewelste en het land is door en dat moet heel Klarendal weten.

Ik gun het mijn buren en geniet van hun uitgelatenheid. Ik ben benieuwd of we morgen vanuit diezelfde huizen dezelfde vreugde te horen krijgen.

Wat daar nu zo missionair aan is? Gewoon: we zijn net zo trots op de prestaties van ons team als de andere buren. En genieten er met volle teugen van. Maar we komen niet direct met opmerkingen als zou dat thuisland van veel andere wijkbewoners maar direct weer naar huis mogen gaan, zoals zoveel andere wijkgenoten wel openlijk te kennen geven. We gunnen onze buren "hun" overwinning. Ook al gaat dat gepaard met pijn in het hart vanwege de abominabele prestatie die "hun" land ervoor heeft geleverd. We kijken uit naar een hopelijk mooiere pot morgenavond.

Als vreemdelingen en bijwoners die zich af en toe toch thuis voelen zullen we gebiologeerd voor het scherm zitten en juichen voor elk doelpunt, behalve als dat wordt gescoord door dat team dat geleid wordt door een andere Nederlander.

zaterdag 7 juni 2008

Christen in het post-christendom tijdperk

Vorige week was Stuart Murray weer in Nederland. Voor een breder publiek van vooral PKN beleidsmakers verkondigde hij zijn boodschap dat we inmiddels in een tijdperk zijn aanbeland van Post-Christendom. Het Christendom, waarin christenen de meerderheid vormden in de samenleving, de cultuur doorspekt was van christelijke uitingen en kerk en staat zeer sterk met elkaar verstrengeld waren, is er niet meer.
Twee gevolgen daarvan, aldus Murray, is dat we als christenen een minderheid zijn geworden en dat we moeten leren om als christenen te leven in de marge van de samenleving.

In nagenoeg dezelfde tijd wordt de regeringspartij de ChristenUnie geconfronteerd met deze harde werkelijkheid. Als christenen een minderheid zijn, is het vreemd en onwennig hoe ze hier mee om moeten gaan als ze weer deel uitmaken van het centrum van de macht, de Nederlandse regering. Aan een onderwerp dat voor de ChristenUnie onbespreekbaar is en waarover afspraken zijn gemaakt in het regeerakkoord, de embryoselectie, wordt nu toch weer getornd. Embryo's met kans op borstkanker zouden moeten worden "uitgeselecteerd" (een mooi woord voor vernietigd of - in de visie van de ChristenUnie die een embryo beschouwd als leven - vermoord).

Ik ga hier niet inhoudelijk in op het onderwerp, omdat dit niet past binnen deze blog. Ik zie hier wel een van de problemen waarmee we als christelijke minderheid in een postchristelijke samenleving worden geconfronteerd. De Volkskrant kopt vanochtend terecht "Het schuurt tussen de Bijbel en de wereld". Regeren doet pijn. De buitenwereld ziet de grote invloed van de partij op de regering. In de laatste weken is de partij vooral beschuldigd van "fundamentalisme, rabiate ethiek en de dictatuur van de minderheid". Een regeringscrisis dreigt, omdat de ChristenUnie niet wil wijken voor het standpunt van de meerderheid van de samenleving.

Hoe stel je jezelf op als minderheid met zo'n geweldige verantwoordelijkheid? Het optreden van de partij is goed voor de achterban. Maar ik vraag mij af of dit de manier is waarop we als marginale groep in de minderheid moeten opereren. Er is volgens mij een uitweg en dat is de volgende.

Het debat over het onderwerp is maatschappelijk losgebarsten. Er worden argumenten voor en tegen naar voren gehaald. Dit is een mooi moment om het gehele onderwerp aan een maatschappelijk debat te onderwerpen. De samenleving heeft er behoefte aan gedegen argumenten te horen waarom er al dan niet aan embryoselectie zou moeten worden gedaan. Dat debat moet niet even in twee weken achter gesloten deuren in de regering worden gevoerd. Laat het eerst maar eens over aan de samenleving. Dan kunnen ook tegenstanders met niet-religieuze argumenten hun zegje doen. De regeringspartijen zouden zich vervolgens moeten committeren aan de uitslag van zo'n debat. Dat kan voor de ChristenUnie een nederlaag betekenen. Hiermee kunnen de partij en andere geloofsgenoten een profetisch geluid laten horen, waarnaar de samenleving al dan niet gehoor aan kan geven. Andere religieuze minderheden die eenzelfde visie aanhangen, zoals moslims en hindoes, kunnen dan ook hun argumenten naar voren brengen.

Hiermee kan recht worden gedaan aan de opdracht van een regeringspartij die als minderheidsgroep een overwegend seculier land bestuurd. Dat zal pijn doen. Maar het zal recht doen aan de positie van het christelijk geloof in de samenleving.