zondag 21 augustus 2011

Aansluiten bij niet-christenen

Dit weekend heb ik de nieuwe editie van het blad van de Evangelische Alliantie, Idea gelezen. Het heeft als thema "Aansluiten bij niet-christenen, de uitdaging van de omgeving".
In de artikelen ging het vooral over het feit dat we als christenen niet of nauwelijks aansluiten bij de omgeving waar we wonen. We kennen niet-christenen niet echt.
Toen ik dat zo las, dacht ik aan onze eigen ervaringen met Villa Klarendal. Ja, wij hebben veel contact met niet-christenen. Ja, er komen niet-, nog-niet-zo- of andersgelovigen in onze vieringen. Dan komt de vraag al snel boven " hoe doe je dat?".
De komende periode wil ik daar een aantal blogs over schrijven.

dinsdag 9 augustus 2011

Column Friesch Dagblad 35: Een asociale wijk

In welke wijk woon jij? Dat is toch een volksbuurt? Een asociale wijk? Standaardvragen van mensen die horen dat ik in de Arnhemse wijk Klarendal woon. Beelden doemen op in de hoofden van mijn gesprekspartners. Gevaar. Moord en doodslag. Criminaliteit. Slechte leefbaarheid. Een en al steen. Dat ik mijn kinderen hier wil laten opgroeien.

Laatst struinde ik met enkele bezoekers door de wijk. Een van hen zei dat deze wijk haar geen achterstandswijkgevoel gaf. Mooie huizen uit de eerste stadsvernieuwing van de jaren zeventig. Groene tuintjes die zijn aangelegd met wijkbudgetten van de afgelopen jaren. Een totaal vernieuwd straatbeeld in de hoofdstraat van de wijk.

Veel vrienden zijn opgegroeid in middenklassewijken. Mooie blokkenhuizen. Aangeharkte tuinjes. Grasveldjes ertussen. Veel groen in de wijk. De veiligheid wordt bepaald door het beeld dat zij voor ogen hebben. Vandaar de vragen hoe ik het aandurf om in Klarendal te gaan wonen. Vandaar het gevoel dat deze wijk toch geen achterstandswijk meer is.

Zorg voor een mooie omgeving, dachten we. Voor een mooi huis. Een mooie tuin. Als de omgeving gaat lijken op een middenklassewijk, gaan de inwoners zich daar vanzelf naar gedragen. Een misplaatste gedachte. De mooi heringerichte wijk is een volksbuurt gebleven. Een mooi huis met achter de voordeur de waarden en normen van de volksbuurter. Je verandert een mens niet door de buitenkant te veranderen.

Maar... is het wel zoveel beter in die mooie, groene middenklassewijk? Ga daar eens op een vrije zaterdag naar toe. Je vindt er wandelende mensen. Ieder gezin loopt met elkaar. Er wordt gegroet met een hoofdknikje of een beleefd goedendag. Maar daar blijft het bij. Het leven in dit soort wijken speelt zich af achter de voordeur en de hoog opgetrokken schuttingen. Veiligheid en rust boven alles. Ieder voor zich.

Iemand kan daar een week dood in zijn huis liggen zonder dat iemand het door heeft. De buurt kan er geschokt reageren als een bewoner ineens een crimineel blijkt te zijn. Hij was toch zo’n lieve en betrouwbare man? Het wereldbeeld geschokt. Het veilige wijkje herbergt een crimineel. Het sociaal gedachte wijkje blijkt asociaal te zijn.

Ik loop in onze wijk de deur uit en wordt vaak direct aangesproken. Als er iets aan de hand is, hoor ik het al vrij snel. Diepgaande gesprekken worden soms in alle openheid op straat of in het wijkcentrum gevoerd. Wat in de ene wijk achter de voordeur verborgen blijft, ligt bij de andere op straat. Dan vraag ik mij af: waar is de echte asociale wijk?

dinsdag 2 augustus 2011

Vakantietijd

Ik zit in de tuin. Samen met mijn zoon. Hij een boek. Ik ook, maar dan vanaf een scherm lezend, zonder papier. Zojuist las ik een verhaal in de digitale HP/De Tijd die precies verwoordt wat ik beschouw als het ultieme vakantiegevoel. Hij schrijft het vanuit zijn favoriete vakantieadres: balconia. Gewoon thuis. Thuis zijn, niets hoeven doen terwijl anderen omkomen in wat we tegenwoordig vakantiestress noemen. Twee, drie dagen kwijt zijn aan koffers pakken, op tijd zijn voor het inchecken en, als je ver weg gaat, de eeuwig durende vliegreis die eindigt in een jetlag waar je nog een paar dagen van moet bekomen. En dan spreek ik niet over de noodzakelijke verplichte gezelligheid, omdat we zo leuk met elkaar op vakantie zijn, die zo makkelijk ontaardt in onbegrepen ruzies en zelfs het begin zijn van het einde van relaties.

Nee, dan is balconia een verademing. Natuurlijk, ik ben al op vakantie geweest en nog ver weg ook. Maar nu ieder ander weg is, is het leven hier ook iets oostelijker. Niet meer de druk van deadlines die liefst gisteren af moesten zijn. En 's avonds geen vergaderingen, want iedereen is de hort op. 'in de Villa wordt het stil' zingen we in een versie van een vrij nieuw Opwekkingslied tijdens de maaltijd van Jezus. Ook al zijn veel mensen niet op vakantie, ook daar wordt het rustiger.

Die rust, het niets hoeven doen doet me denken aan een vakantie lang geleden. Een zomer die wel warm was. In alle zomermaanden. Ik was helemaal gek van de top 40 muziek. Dus lag ik in de tuin in een ligstoel die je nu niet meer durft op te zetten. Hitkrant of Popfoto erbij. Radio veronica vanaf de transistor met de muziek. En meegillen als de begintonen van de favoriete 'the air that I breathe' zich aankondigde.

Een ontspannenheid die niet te filmen is. Toch is het maar tijdelijk. Na elke vakantie de onvermijdelijke start van het nieuwe seizoen. Met weer die onvermijdelijke en o zo nodige vergaderingen. Die rust zit 'm ook niet in omstandigheden. Niet in de verre vakantie. Niet in balconia. Die zit van binnen. Of beter gezegd: die kan door iemand aan ons van binnen geleverd worden.

Gisteren baden we een tijdje met iemand die snakt naar rust en vrede. Dat kunnen wij zelf niet bieden. We kunnen er wel voor bidden. Jezus de ruimte geven om zijn rust over die ander uit te spreken. Verlicht verlieten we de villa weer. Daar kan geen vakantie tegen op. Die rust en verlichting wordt zomaar aangeboden. Maar je moet er wel voor bidden.

Zo biedt de vakantie allerlei perspectieven. Rust in een ander land. Rust in balconia of zu hause. Rust diep van binnen. Prettige vakantietijd!