donderdag 31 maart 2016

Column Friesch Dagblad 87 (de laatste): einde van een nieuw begin

Afgelopen jaar vierden we met Villa Klarendal ons 10-jarig bestaan. Tijd om terug te blikken. Is er in die tijd iets veranderd, of is alles hetzelfde gebleven?

We begonnen experimenteel met nauwelijks een voorbeeld in Nederland. En ook nog gemengd: met een team van Youth for Christ doordeweeks en een vrijwilligersteam in de avonduren en in de weekenden.

We begonnen in onze wijk de plannen bekend te maken.“Helemaal geen behoefte aan” was de reactie. “Dergelijke zeepkistenchristenen die de wijk wel even zouden bekeren en daarna weer snel doortrekken, pasten niet in hun werkwijze.” Dus gingen we zonder toestemming van de wijk aan de slag.

Met vele jongeren kwamen we in contact tijdens de Youth for Christ tijd. Een deel daarvan kwam ook naar de vieringen. Toch waren die vieringen vrij vaak eenrichtingsverkeer. Wij werkten en vertelden. De bezoekers consumeerden en ontvingen. En vonden het prachtig wat wij allemaal deden. Een restaurant met bediening met daarna vrijwillige pastores die je ook nog geestelijk bedienden. Heerlijk in een woord. Voor de bezoekers.

Maar voor ons was het pezen. ’s Morgens vroeg op zondag klaar staan en als echtpaar om en om het praktische deel dan wel de vieringen verzorgen. Mooi pionieren. Waarbij ik denk aan de momenten dat we voor het eerst werden geconfronteerd met de waterleiding die buiten de deur de hoofdkraan had. Waardoor we tijdens de eerste strenge winter prompt een bevroren waterleiding hadden. Dat werd geïmproviseerd door met jerrycans water vanuit ons huis naar het pandje te sjouwen. En toen we dat eenmaal wisten, lieten we de kraan tijdens vorstmomenten zachtjes druppelen.

Alle tijd werd in die eerste periode opgeslokt door het nieuwe werk. Doordeweeks naast het werk met mensen bezig en voorbereiding voor de praatjes. In het weekend de voorbereidingen voor de zondag en de vieringen. En niet te vergeten de afruiming met het schoonmaken van de wc, die niet altijd erg schoon werd achtergelaten, en het zuigen van de zwarte vloerbedekking die altijd was bedekt met eierresten, wat het zuigen zo heerlijk makkelijk maakte.

Vijf jaar geleden kwam de grote ommekeer. Het project van Youth for Christ werd doorgestart als christelijke wijkgemeenschap, een lokale kerkgemeenschap. We moesten gaan nadenken over echt gemeente-zijn: doop, avondmaal (maaltijd van Jezus), lidmaatschap. Allerlei vragen kwamen boven waar we ons nog nooit over hadden gebogen.

Terugkijkend is er veel ten goede veranderd. Het eerste pionieren onder de vlag van Youth for Christ is voorbij. We hebben er een supervisiegroep naast gekregen om te sparren over het werk. Dat was in die eerste periode niet mogelijk, waardoor we op elkaar als teamleden waren aangewezen. En dat was zeker niet altijd makkelijk.

Verder zien we dat onze plek in de wijk is verdiept. Vroeger moesten we leuren om onszelf bekend te maken en om te kunnen meedoen met activiteiten. Nu merken we steeds vaker dat we bij activiteiten gevraagd worden. “Want jullie zijn belangrijk in de wijk”. Wat een verschil met die eerste periode. We hebben nauw contact met welzijnsorganisaties en met het inloopcentrum van de katholieke kerk. Wat ook komt doordat we midden in de wijk zitten, in het multifunctionele centrum, waar de anderen ook verblijven.

Binnen de gemeenschap zien we ook groei. We hoeven het niet meer alleen te doen. Rondom ons is een “leidersschaps-plus” groep ontstaan van ongeveer tien mensen die zich medeverantwoordelijk voelen voor het werk van Villa Klarendal. Niet alleen meer consumenten, maar steeds meer mensen die op allerlei niveaus meedenken over het wel en wee van onze gemeenschap. Er is eigenaarschap gekomen bij die tien extra.

Zo kom ik tot de conclusie dat er een einde is gekomen aan het nieuwe begin. De eerste periode van puur pionieren is afgelopen. De pioniersgemeenschap heeft plaatsgemaakt voor een continue gemeenschap van ongeveer vijftig mensen die wekelijks bij elkaar komt. Dat is ook de reden dat de redactie heeft gemeend dat aan deze column een einde kan komen. Er komen andere vragen, die horen bij een reguliere kerk of gemeente. Dat wil niet zeggen dat we niet meer pionieren. O, zeker niet. We zien nog heel veel nieuwe uitdagingen. Op gebied van multiculturele contacten. Bij de yuppen in de wijk. Bij de culturele modemensen in de wijk. Allemaal groepen in de wijk die we nog niet bereiken.

En dan spreken we nog niet over nieuwe wijken waar we inmiddels ook een bruggenhoofd in hebben en waar zo maar een nieuwe Villa van start zou kunnen gaan. Wilt u daarover blijvend worden geïnformeerd, surf dan naar mijn blog http://missionairarnhem.blogspot.com of naar http://www.villaklarendal.nl.

Villa Klarendal is ook op facebook en twitter te vinden.

Dus ik neem hier als columnist afscheid van u. Maar blijf gewoon doorgaan in het werk dat ooit is gestart. God verandert niet. Hij staat aan de basis van het werk. Hij zal het ook voortzetten. Met mij. En straks ook zonder mij.

woensdag 30 maart 2016

Interview in Friesch Dagblad vandaag: Pionieren, blijf steeds bij jemissie

Vandaag is een interview met mij, samen met mijn laatste column, verschenen in Friesch Dagblad (http://www.frieschdagblad.nl/index.asp?artID=71046). Lees hieronder de tekst ervan.
Ruim zeven jaar schreef missionair gemeentestichter en buurtpastor Rick Jansen in het Friesch Dagblad over het gemeentestichtingsproject Villa Klarendal in Arnhem. Inmiddels is het een zelfstandige kerkgemeenschap geworden. In zijn laatste column blikt Jansen terug op de afgelopen tien jaar in de Arnhemse achterstandswijk. 
Toen hij met zijn vrouw in Klarendal begon, bestond er nog weinig op dit gebied. ,,Er waren een paar initiatieven van gemeentestichting in Nederland, maar die deden dat op de 'oude manier’: plaats leden van je gemeente in een andere wijk, en begin daar als kerk opnieuw", vertelt Jansen. ,,Er werd vooral van binnen de kerk naar buiten gedacht, in plaats van te beginnen bij de wijk zelf."
Jansen kwam in die tijd twee mensen tegen die op een geheel andere wijze bezig waren: Matthijs Vlaardingerbroek die een christelijke gemeente was begonnen in een volkswijk in Den Haag en Daniel de Wolf die een gemeenschap stichtte in een achterstandswijk in Rotterdam. ,,Bij hen zag ik wat het betekent om kerk en christen in de wijk te zijn. Deel uit te maken van de wijk, en aan te sluiten bij de behoeften die daar leven."
Jansen verdiepte zich ook in de Fresh Expressions in Groot-Brittannië en de emerging church-beweging uit de Verenigde Staten, die beide experimenteerden met nieuwe kerkvormen. Hij was erbij betrokken toen de emerging church-beweging begin 2000 ook overwaaide naar Nederland. ,,Er werd een begin gemaakt van het omploegen van de aarde in christelijk Nederland. Er kwamen mensen op af die interesse hadden om nieuwe vormen van kerk-zijn op te zetten, maar niet wisten hoe ze moesten beginnen. Daar heeft deze beweging een rol in gespeeld. Het motto was: doe het zoveel mogelijk met de gevestigde kerken, maar wacht niet langer, begin met experimenteren."
In de afgelopen tien jaar is de term missionaire gemeente een veelgehoord begrip geworden. In 2012 bestempelde de Protestantse Kerk in Nederland pionieren tot een van haar speerpunten. ,,Na een eerste lichting van pioniers zag je meer initiatieven ontstaan. Naast de PKN zien ook andere kerkverbanden en organisaties missionaire gemeentes niet meer als iets vreemds, maar hebben ook zij dit 'binnengehaald’."
Geen geld
Jansen is blij met de toegenomen aandacht voor pionieren en missionair gemeente-zijn. Wel signaleert hij dat er in het algemeen bij pioniersgemeenten vrij veel geld gaat naar de aanstelling van pioniers. Dat draagt vaak niet bij aan de continuïteit van een nieuw initiatief, ziet hij. ,,Een punt van discussie is hoe snel zo’n nieuwe gemeente zelfstandig is. De PKN ging bij de eerste pioniersplekken uit van een termijn van drie jaar. Al snel was duidelijk dat dat absoluut niet lukte. Ik heb elders gezien dat sommige pioniersplekken weer verdwenen omdat er geen geld meer was voor de aanstelling van de pionier. Een fulltime kracht die de kar trekt is wat mij betreft geen goede ontwikkeling."
Jansens advies is: zorg ervoor dat je met een team verantwoordelijk bent voor een kerkplanting. ,,Eventueel met een parttime betaalde pionier. Juist wanneer je met vrijwilligers werkt, vraag je sneller mensen uit de wijk om mee te helpen, waardoor je doelgroep eerder participeert in de (kerk)gemeenschap."
Bovendien moet je voorkomen dat alleen afgestudeerde theologen in het kerkplantingswerk terecht komen, meent Rick Jansen. ,,Onze ervaring is dat je wel twee jaar nodig hebt om zelf een denkverandering mee te maken. Om niet vanuit je eigen achtergrond in de wijk te werken, maar om echt vanuit de wijk te leren denken. Je moet als het ware je eigen achtergrond vergeten en je helemaal identificeren met de mensen in de wijk. Voor net afgestudeerde theologen, die vooral theoretische scholing hebben gehad, is dat vaak niet gemakkelijk. Het gevaar bestaat dat je toch weer met vieringen begint die te hoog gegrepen zijn, of dat je te veel verwacht van mensen."
Jansen pleit daarom voor een combinatie van theologen en mensen die een baan in de samenleving hebben. Cruciaal is wat hem betreft: wonen in de wijk. ,,Anders ben je geen deel van het geheel, maar een professional die de wijk even binnenkomt, maar ook weer verlaat." 
Geen vreemde
Begin niet zelf met het organiseren van allerlei activiteiten, maar probeer zoveel mogelijk op plekken in de wijk te zijn waar mensen al zijn, adviseert Jansen. ,,Dat scheelt tijd, en het zorgt ervoor dat je op een natuurlijke manier contact krijgt met mensen." Zo werd hij zelf jaren geleden computerdocent in het wijkcentrum in Klarendal. ,,Dat was een bestaande activiteit van een welzijnsorganisatie. Je leert mensen kennen en bent niet meer een vreemde van buitenaf, maar een bekende van binnenuit. Je ontmoet hen. Het gaat over ditjes en datjes, over de dingen uit het dagelijks leven. Van daaruit kom je ook tot diepere gesprekken en raken mensen soms geïnteresseerd om naar Villa Klarendal te komen voor een viering. 
Een valkuil voor elke kerkplanting of pioniersplek is dat die zich na verloop van tijd toch weer meer naar binnen richt. ,,Wij hebben in Villa Klarendal drie speerpunten: de wijk, gemeenschap en leven met God. Geregeld zie je de neiging ontstaan om meer gericht te zijn op gemeenschap en pastoraat, dan op de wijk. Natuurlijk zijn die twee belangrijk, maar je moet niet vergeten dat de wijk net zo belangrijk blijft. Want daar ligt uiteindelijk je missie."

zondag 20 maart 2016

God in Nederland: ervaring met present zijn in de wereld

Ik las vandaag een interview op NieuwWij over het rapport "God in Nederland". Een interessant interview. Een interessant rapport.

Er blijkt in Nederland veel onzekerheid te zijn rondom religie. Daarover zegt de geïnterviewde:
Ik denk niet dat je onzekerheid kunt repareren met een mooie boodschap. Wel kun je mensen laten zien dat jouw traditie, jouw verhalen, heel veel diepgang hebben. Zonder dat je er op uit bent om ze met waarheden te overspoelen. Belangrijker nog is dat kerken gaan doen, present zijn in de wereld. Voordoen heeft meer invloed dan voorschrijven. De pioniersplekken zijn wat dat betreft goed op weg denk ik.

Villa Klarendal bestaat al 10 jaar en kan als zo'n pioniersplek worden gezien die al iets verder op weg is. Midden in de wereld zijn en daar als kerkelijke gemeenschap aanwezig (present) zijn. En nog steeds leren we bij.

Present zijn betekent wat ons betreft: samenwerken met wijkorganisaties. Geen pretenties hebben dat wij het wel even vertellen en doen. Luisteren naar anderen met meer ervaring in de wijk. Ruimte geven aan mensen om ons te leren kennen en met ons te eten. Ruimte geven aan wijkbewoners om alleen met ons te eten en hen niet verplichten om deel te nemen aan onze vieringen. Vieringen die zijn aangepast aan de leef- en denkwereld van wijkbewoners. 

Die ervaringen wil ik graag delen. En heb daar nu ook meer tijd voor. Neem rustig contact op als je er eens iets meer over wilt weten. Ik kom graag iets vertellen. Of laat je graag onze mooie wijk zien!