zondag 28 september 2008

Nieuwe wegen 2

Ik kom uit de generatie waarin "vrijzinnigen" en "evangelischen" recht tegenover elkaar stonden. Tot geloof gekomen bij Youth for Christ is mij al snel de waarde van rechtzinnigheid bijgebracht. Het geloof was die van de persoonlijke redding door de kruisdood van Jezus. Daarbij hoorden het onvoorwaardelijk geloof in het letterlijk nemen van de bijbel met alle waarheden van dien: de schepping, zondeval, zondvloed, leven kruisiging en opstanding van Jezus, de wederkomst en alle andere verhalen die daar tussen werden verteld. Onze grote opdracht was natuurlijk de verkondiging van het evangelie aan iedereen die dat maar wilde horen of niet. Alle andere dingen buiten dat evangelie waren voor ons tweederangs en daarover spreken en nadenken stond gelijk aan heulen met de vijand: de moderne theologie of vrijzinnigheid.

Die op zijn beurt moest niets meer hebben van de letterlijke tekst van de bijbel. Alles wat ons lief was werd overboord gegooid: de schepping van twee mensen in zeven dagen, de zondeval, de zondvloed, de verhalen in het Oude Testament, het bestaan van Jezus, de wonderen die Hij deed en de daadwerkelijke opstanding van Hem. De vrijzinnigheid kwam in de preken niet verder dan de politiek aanspreken op allerlei sociale thema's als vrede, gerechtigheid, armoede en ongelijkheid. Die politisering van het evangelie werd daarom al snel in het evangelische jargon het "sociale evangelie" genoemd.

Veel van de dingen die ik toen geloofde zijn niet veranderd. Goed, ik lees de Psalmen niet als letterlijke tekst (ik zal het niet als plicht zien om te bidden voor de vernietiging van mijn vijanden), maar als poëzie waarin de schrijver zijn emoties uit. Of de schepping nu in 7 of 7000 jaar zijn geschapen is voor mij niet meer van levensbelang. En langzamerhand begin ik te zien dat het doel van Jezus' komst op aarde veel verder ging dan alleen de persoonlijke redding van ieder individu. Waar ik "de ander" beschuldigde van een sociaal evangelie, moet ik nu erkennen dat driekwart van de bijbel draait om dat sociale evangelie. De sociale misstanden worden telkens weer door profeten aan het volk Israël voorgehouden.

Ik ben tot een soort combinatie gekomen. Een evangelisch geloof met een sociale bewogenheid voor de mensen om ons heen. In de wijk waar we wonen, kunnen we niet direct aankomen met de persoonlijke redding door Jezus. Daar zijn mijn medebewoners helemaal niet mee bezig. Ze willen een oplossing voor hun armoedeprobleem, voor hun werkloosheidsprobleem, voor hun sociale isolement of voor de rotzooi die op straat ligt. Door met hen na te denken over oplossingen of door direct oplossingen aan te dragen, ontstaat er verlichting waardoor ruimte ontstaat voor de spirituele dimensie van het leven. Die laten we niet schieten zoals de presentietheologie ons voorhoudt. Maar die stellen we niet in alle gevallen direct vooraan om over te praten.

Door deze manier van leven en spreken zijn we een halfjaar geleden uitgenodigd om eens iets te vertellen bij de Raad van Kerken in Arnhem. Prachtig dus, want mijn vroegere "vijanden" waren zeer geïnteresseerd in hoe wij werkten en vanuit welke filosofie wij dat deden. We hebben onze werkwijze daarbij niet onder stoelen of banken geschoven. Aangegeven dat we ons niet schamen voor ons evangelie. Maar dat we ook ruimte geven aan andersdenkenden om bij ons aan tafel te schuiven. Waarbij we niet direct de menselijke overtuigingskracht inzetten om ze direct op dat moment te bekeren. Maar dat we vanuit de ruimte en de relatie werken waardoor (sommige) mensen geïnteresseerd raken over het geloof waarover we vertellen.

De contacten zijn daardoor gelegd. Niet lang na die bijeenkomst met de RvK kreeg ik een uitnodiging in de bus om iets te vertellen over Villa Klarendal. Tussen 25 en 28 september werd in de stad een internationale oecumenische conferentie gehouden met als thema "Zien – Bewogen worden – In beweging komen".
Volgens de folder is het doel daarvan: "bezinning op het begrip barmhartigheid en verdieping in de betekenis van barmhartigheid in onze kerken. Zo kunnen we elkaar helpen deze opdracht in praktijk te brengen. We laten elkaar zien hoe je concreet werkt aan barmhartigheid. Daarbij doet zich de unieke mogelijkheid voor in elkaars keuken te kijken."
Het programma was als volgt: na een algemene inleiding van deken H. Janssen (jazeker, die van Nova...), presenteren buitenlandse delegaties een project uit hun kerkgemeenschap en laat de Arnhemse delegatie projecten in de stad zien. De groep van 50 werd verdeeld in een groep die naar het Kruispunt ging (een project voor daklozen) en een andere groep naar de Voedselbank en... Villa Klarendal.

Dus mocht ik afgelopen vrijdag drie kwartier iets vertellen over onze visie met Villa Klarendal. En waar dat vroeger al snel tot discussies zou hebben geleid, was er nu een gevoel van gezamenlijkheid. Engelsen die de lijn met emerging church en fresh expressions legden; een dominee die vertelde hoe hij in Londen prachtige vergelijkbare (natuurlijk veel grotere) projecten was tegengekomen; en vooral veel respect voor de manier waarop we functioneren.

Door de "need of urgency" in ons land zijn we met zijn allen op zoek naar oplossingen voor de problemen die we tegenkomen. Dat geldt zeker voor de 40 prachtwijken van minister Vogelaar. In die zoektocht vallen ook oude theologische tegenstellingen weg. En ontstaat er een nieuw respect voor de werkwijze van de ander. Op gebied van naast de ander staan vinden wij elkaar. Ik hoop dat het respect voor de spirituele kant van ons werk ook zal blijven en zal groeien.

Dat biedt weer nieuwe kansen!

zaterdag 27 september 2008

Nieuwe wegen

Villa Klarendal bestaat volgende week precies drie jaar. Een prachtige tijd, die voor mijn gevoel eerder zes dan drie jaren zijn geweest. Vanaf het begin verlangden we dat mensen vanuit de wijk zouden instromen in reguliere Arnhemse kerken. Vanaf vrijwel hetzelfde begin zeiden Arnhemse voorgangers en dominees ons dat we maar beter gelijk de weg van gemeentestichting op konden gaan. Maar ja, we waren (en zijn) Youth for Christ en hadden de visie om een brug naar de kerk te zijn.

In de afgelopen jaren hebben we met veel vrienden en bekenden gepraat over kerk-zijn en gediscussieerd over wanneer een gemeenschap zich daadwerkelijk kerk in de bijbelse zin van het woord mag noemen. Daarover zijn inmiddels een aantal studies uitgebracht. Dit heeft onze geest gescherpt en heeft ons tot nadenken gezet.

Iets anders dat ons tot nadenken zette, en wat ik ook al vaker op deze blog en in interviews en artikelen heb laten vallen, is dat onze "vaste bezoekers" al na enkele maanden aan anderen begonnen te vertellen hoe fijn, leuk en gezellig Villa Klarendal was, "hun kerk"!

Daar hebben we jarenlang omheen gepraat. Maar aan het einde van het afgelopen seizoen hebben we de knoop doorgehakt: we willen op weg gaan naar de vorming van een kerkelijke gemeenschap Villa Klarendal, waaronder alle activiteiten die we nu uitvoeren vallen. Vrijwel gelijktijdig met dit besluit, kwamen we weer eens in gesprek met de dominee van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt (GKV), die meldde dat zij zochten naar wegen om in Klarendal een nieuwe gemeente te stichten en dit liefst samen met ons wilden doen.

Dit is een spannende nieuwe weg die we inslaan. Spannend, omdat we van het project-pad aflopen richting een christelijke gemeenschap. Natuurlijk was die er al vanaf het begin, maar voor de meesten betekent dit in het hoofd en handelen een hele andere weg. Spannend, omdat we zullen samenwerken met mensen van een bestaande kerk die hun eigen achtergrond meenemen. Dat betekent dus veel tijd besteden aan elkaar leren kennen en samen de visie ontdekken die God in ons hart heeft gelegd voor deze wijk. Bij de interessante vraagstukken zal ongetwijfeld de doop langskomen, met onze baptisten-, pinkster-, evangelische -, Nederlands Gereformeerde of Vrijgemaakt Gereformeerde achtergrond. Die vraagstukken zullen we vooral met een missionaire insteek behandelen als gemeenschap die dichtbij wijkbewoners staat en wil blijven staan.

De samenwerking met GKV sluit overigens samenwerking met andere kerken niet uit. Het nieuwe van de Villa betekent in mijn ogen dat er wellicht nog meer medewerkers uit andere kerken (op verzoek van hun oudsten of leidinggevenden) kunnen worden uitgezonden naar onze wijk.
Net na de zomer hebben we bijvoorbeeld ook een gesprek gehad met de leiding van de Vereniging voor Pinkster- en Evangeliegemeenten (VPE), waarvan ik sinds de start van Villa Klarendal lid ben geworden. Ik merk dat mijn wijkwerk verder gaat dan alleen de wijk Klarendal: ik krijg steeds meer vragen van groepen christenen in den lande om hen te adviseren en te ondersteunen. Ik zou dat graag voor een deel van de week willen doen, maar om dat te doen naast mijn 40-urige werkweek bij de gemeente Arnhem en alle activiteiten met en voor buurtgenoten in de wijk, wordt me wel heel erg veel. Dit gesprek met de VPE zal in de loop van het jaar met een kleine groep VPE-leden, die zich met het werk van Villa Klarendal verwant voelt, worden voortgezet.

Een van de eerste dingen waar we als Villa Klarendal naar uit zullen gaan kijken zal een gemeentebouwer zijn: iemand, bij voorkeur een gezin, die de visie van Villa Klarendal wil oppikken en met zijn/hun ervaring de ontstane gemeenschap verder kan uitbouwen.

De reden dat ik dit nu pas op mijn blog schrijf is, dat het nu via onze nieuwsbrief wereldkundig is gemaakt. Deze nieuwsbrief kun u lezen door op deze link te klikken (hij opent in Acrobat Reader).

Laat maar eens weten wat je hiervan vindt.

zaterdag 20 september 2008

Heb uw "vijanden" lief

De afgelopen jaren heb ik veel discussies met christenen gehad over de verhouding met moslims. In die gesprekken merkte ik hoe veel christenen moslims zagen door de ogen van de terroristische beelden die gedurende die jaren over de televisie te zien zijn geweest. Met het vallen van de Muur zochten christenen een nieuwe vijand en een nieuwe antichrist en vonden die in de aanhangers van (in hun ogen) Mohammed.

Achter dat vijandbeeld zit een geschiedenis van eeuwen waarin moslims en christenen elkaar bestookten met geschriften waarin alleen maar negatieve noties en geloofsverdediging werden geuit. Door al die geschriften zijn christenen en moslims in hun hoofd bezig met een loopgravenoorlog jegens elkander.

Door die vijandbeelden gebeurt het maar sporadisch dat christenen en moslims in alle openheid met elkaar in gesprek gaan. Waar dat gesprek heeft plaatsgevonden, is dat over het algemeen geannexeerd door de oecumenische beweging die uitging van de gezamenlijke basis van christendom en islam en van een meerwegenleer op zoek naar Jahweh, de Here God of Allah. Hier en daar waren beginnende relaties tussen moslims en christenen op basis van het eigen geloof, grotendeels ondersteund door de Stichting Evangelie & Moslims onder de prachtige slogan Bouwen aan respect, met passie voor waarheid.

Zodra vermeende vijanden met elkaar in gesprek komen, worden allengs de vijandelijke muren geslecht. Die ander met die vreemde godsdienst is niet zo eng als we ooit gedacht hadden. Ze blijken soms zelfs nog hartelijker dan wij ooit hadden bedacht....

Ook in wijken als Klarendal is het gesprek en de relatie met moslims een moeilijk te nemen hindernis. Er wordt wel gesproken, maar het gesprek blijft formeel en komt niet verder naar een hart-tot-hart relatie. Deze problemen ervoeren wijzelf ook. Dat was een van de redenen om samen met een Turkse vrouwengroep een reis te organiseren naar museumpark Oriëntalis.

Na afloop van die reis was iedereen, zowel de islamitische, de christelijke, als de niet-gelovige reisgenoten enthousiast over de gezamenlijke reis. En we besloten snel nog nieuwe activiteiten en gesprekken te organiseren. Dat gebeurde nog sneller dan verwacht. Vorige week vrijdag vroeg de medeorganisator ons om deze week langs te komen om samen met hen te eten. Dus gingen we afgelopen woensdag met negen Villa-gangers naar de moskee om samen met de moslims van de maaltijd na de ramadan te genieten.

Vooral bij de vrouwen (mannen en vrouwen aten traditioneel gescheiden) werd veel gesproken over het belang van de ramadan, de reden waarom er gedurende deze maand gezamenlijk werd gegeten, hoe dit werd georganiseerd en vooral hoe men de ramadanmaand persoonlijk ervoer. De relaties waren allerhartelijkst en iedereen genoot van het lekkere eten, maar vooral van de onderlinge gesprekken van hart tot hart. De moslimvrouwen weten dat we christenen zijn die ons licht niet ergens onder willen verbergen. Maar door onze oprechte belangstelling voor hun geloof, is er ruimte ontstaan voor meer.

Zo gaat de reis verder. Waarschijnlijk worden we voor het Id-al-Fitr (Suiker-)feest uitgenodigd. We hebben ook met hen afgesproken om met de hele groep een keer naar de Arnhemse Synagoge te gaan (en ik hoorde al dat ook andere wijkbewoners daar mee naar toe willen gaan). Over de joodse religie en cultuur hebben we allemaal nog maar weinig kennis. Bovendien kan een bezoek aan en een gesprek in de synagoge helpen om in onze stad de moeizame relatie tussen moslims en joden enigszins te verbeteren.

Buiten de loopgraven blijken moslims ineens mensen te zijn met hun eigen zwaktes en twijfels. Wij gaan hier zien hoe God ons helpt om met deze groep een gezonde relatie op te bouwen. Natuurlijk komt ook hier weer de contextualisatie om de hoek kijken. Al was het maar doordat we op onze brunches en diners "halal" producten aanbieden, geen bekende scheldwoorden op onze buurtgenoten loslaten, en hen respecteren voor het geloof dat zij nu in ons land willen doorleven. We gaan op zoek naar de barmhartige Marokkaan of Turk die onze naaste kan zijn en naar manieren om een naaste te zijn voor hem of haar.

Er gewoon zijn

We in de wijk al langere tijd bezig met deel van het geheel zijn. Christelijke liedjes op volksliedjes is daar een klein onderdeel van. Maar net zo goed de deelname aan "wijken voor kunst", een jaarlijks kunstproject in de wijk, waar duizenden bezoekers op afkomen. Of de straatschoonmaakdagen waarbij we samen met straat- of wijkgenoten de rommel eens flink opruimen. Een groot deel van onze contextualisatie ligt toch vooral in de momenten dat er geen actie is. Dan zijn we wijkbewoners onder elkaar. Je loopt het huis uit en er is zomaar een gesprekje met een van de buren.

Je maakt door in de wijk te wonen alles mee wat iedere andere bewoner meemaakt. Afgelopen dinsdagnacht waren er weer van die kwibussen die het nodig vonden midden in onze slaaptijd op ons plein keihard ruzie te maken. Daar word je dan even flink door wakkergeschud. De volgende dag is er dan gelijk het onderlinge gesprek met andere buren of zij ook zo waren opgeschrikt.

Vanochtend werd er aangebeld. De buurvrouw met een andere buurvrouw, tevens villabezoekers, broodrondbrengers en voedselbankondersteuner. Ze wilden weten hoe het stond met het brood voor morgen (de brunch in Villa Klarendal). Dan is er dus aan de deur een gesprekje over wat er allemaal aan de hand is. Een andere buurvrouw van Turkse komaf loopt haar deur uit en vraagt waar we gisteren waren. We waren er niet en ze had brood gemaakt. Vervolgens loopt ze terug en geeft ons alledrie Turkse broden. Gewoon zomaar, als buren onder elkaar.

Dat lijkt weinig zoden aan de dijk te zetten. Het zijn in onze wijk echter de momenten waarop dingen snel geregeld worden. Het maandelijkse diner in de Villa wordt niet tijdens een vergadering vastgesteld, maar wordt op straat bepaald tussen twee vrouwen, die vervolgens de anderen weer daarover inlichten. Die schijnbaar onbeduidende momenten, waar een gemiddelde nieuwbouwbewoner al snel aan voorbij zou lopen omdat zijn drukbezette agenda hem geen ruimte biedt, blijken dus gouden momenten te zijn. Op die momenten vinden gesprekken van hart tot hart plaats. Is er ruimte voor uitwisseling. Is er een kans om iets van ons hart aan anderen te tonen.

Zou dat ermee bedoeld zijn toen Zacharia uitsprak dat we de dag der kleine dingen niet mogen verachten?

zaterdag 13 september 2008

Contextualisatie in Nederland

In de vorige blog sprak ik over "contextualisatie". Voor veel lezers een overduidelijk begrip. Voor anderen zal dit de oren doen klapperen.

Contextualisatie is een term die voortkomt uit de zendingswetenschap. Kortweg zou je kunnen zeggen dat we het in contextualisatie gaat om "manieren vinden om de boodschap van het evangelie te laten aansluiten bij de cultuur en gewoonten van de mensen die men wil bereiken" (aldus Tim Keller in CV Koers, september 2006).

Volgens Pater drs. P.J. van Winden, SMA in zijn Doctoraal Scriptie Theologie Over Inculturatie-mogelijkheden in de Romeinse Liturgie, sinds Vaticanum II, met name in Zaïre, Evangelisatie en Context houdt contextualisatie rekening met de veranderende natuur van een cultuur waarover wij zojuist gesproken hebben. In plaats van te spreken over een particuliere cultuur - hetzij modern, hetzij traditioneel -, spreekt het over de 'context' ofwel de situatie waarin het Evangelie moet worden opgenomen.
Contextualisatie is ontvankelijk voor alle veranderingen die plaatsvinden in een particuliere gemeenschap of cultuur, en voor de tussenpersonen die deze veranderingen te weeg brengen. Het begrip impliceert dat men nauwgezet de 'tekenen van de tijd' dient te onderzoeken, in elke gegeven situatie en dat bezien moet worden hoe het Evangelie relevant gemaakt kan worden voor die situatie. De verkondiging van het Evangelie moet 'gecontextualiseerd' worden.


Aangezien Nederland inmiddels als 'zendingsland' bestempeld kan worden, worden nu de eerste voorzichtige pogingen gedaan om ook in ons land te doen aan contextualisatie. In zijn afstudeerscriptie "Nieuwe kerken in een nieuwe context" besteedt Martijn Vellekoop aandacht aan dit onderwerp en komt tot de pijnlijke conclusie dat er wel veel nieuwe kerken zijn gesticht, maar dat er bij gemeentestichters wat betreft contextualisatie sprake is van een ietwat passieve praktijk en een conservatieve houding. Nico-Dirk van Loo concludeert daaruit "dat Martijn pijnlijk duidelijk heeft gemaakt dat er wel veel nieuwe kerken zijn maar weinig vernieuwende, ik zie dat als een serieus probleem."

In zijn onderzoek brengt Martijn Villa Klarendal naar voren als voorbeeld van hoe contextualisatie in de praktijk kan werken. Daarin wordt vooral gerefereerd naar de volksliedjes die zijn omgezet naar christelijke tekst.

Die aandacht is natuurlijk prachtig. Maar het gaat mij er uiteindelijk om dat mensen om ons heen geholpen worden dichter bij Jezus te komen. Contextualisatie kan helpen de spreekwoordelijke stenen en rotsblokken in de hoofden en harten van wijkbewoners weg te halen.

Op mijn andere blog heb ik (voordat ik deze blog begon) twee artikelen geschreven over dit onderwerp:

Contextualisatie in Nederland

Hoe kijken christenen naar hun ongelovige omgeving?

Wellicht interessant deze eens door te nemen.

Contextualisatie: een botsing tussen culturen

De deur is open. De mensen zijn welkom. Iedereen die komt mag zich op zijn gemak voelen. We gaan voor de relatie met onze buurtgenoten.

Dit zijn enkele noties van een van de aspecten waarin we ons bij Villa Klarendal aanpassen aan de cultuur in de wijk (contextualisatie).

In de meeste kerken en christelijke organisaties (en ook in de hoofden van de meeste christenen) staat "waarheid" voorop. We zijn gevoed om de waarheid te verkondigen. Ik ben gepokt en gemazeld om als onderdeel van evangelisatie "apologetiek" toe te passen: logische argumenten voor vragen die mensen kunnen hebben die we tegenkomen.

Door "relatie" en "respect voor de ander" voorop te stellen, zien we interessante ontwikkelingen. Buurtgenoten durven binnen te komen, zonder zich te schamen voor hun eigen geloof. Zo zien we naast elkaar mensen zitten die van Rooms-Katholieke, EBG (genootschap in Suriname), protestants, rastafarische, hindoeïstische, islamitische of niet-gelovige achtergrond zijn. Ze voelen zich thuis, doordat er ruimte wordt gecreëerd voor de mensen zelf. Ze worden niet met de nek aangekeken vanwege hun uiterlijk, hoofddoekje, of ongewassen haar.

Als we mensen uitnodigen is het eerste dat we zeggen, dat ze welkom zijn. Tegelijkertijd zeggen we dat we hier het verhaal uit de bijbel vertellen. Om daar gelijk achteraan te vertellen, dat we ze niet dwingen of manipuleren tot het geloof. Ze mogen zelf ontdekken wat het christelijk geloof inhoudt. Op basis daarvan kunnen ze tot een keuze komen. Vanuit ons gezien willen we God maximaal de ruimte geven om in mensen te werken. Daarbij gaan wij niet het tijdstip bepalen waarop mensen tot bekering moeten komen. Het is immers God zelf die mensen overtuigt van de waarheid. We willen de waarheid verkondigen, maar wel op een manier waardoor mensen elke week weer een ander aspect van het geloof leren kennen.

Tot zover de theorie en de praktijk die we in alle aspecten van ons werk proberen door te voeren. Met de nadruk op "relatie" en "respect voor de ander" komen we soms tot interessante culturele en missionaire vragen. Wat is de verhouding tussen relatie, respect en waarheid als een bezoeker tijdens een viering over bidden plotseling begint over hoe mooi het bidden tot Maria is. Hoe vaak hebben we bezoekers niet horen zeggen dat "alles op hetzelfde neerkomt, want er is toch maar een God". Wat doe je met een bezoekster die haar liefde voor Haile Selassi tentoonspreidde, die toch net zo'n mooi boek had geschreven als de bijbel? Of hoe reageer je op iemand die bij de eerste keer dat hij bij ons kwam al direct vertelde dat hij homo is?
Staat in al die gevallen relatie en respect voorop of de waarheidsverkondiging en de argumentatie over wat waar/goed en niet waar/goed is?

Op die momenten worden we geconfronteerd met onze eigen achtergrond van opvoeding, scholing, cultuur en kerkelijke achtergrond. Dan zijn we al snel geneigd terug te gaan tot alleen maar waarheidsverkondiging en ouderwetse verdediging van het geloof. En denken we mensen te overtuigen van de waarheid door rationele argumenten. Het kan dan zelfs zijn dat we de ander rationeel overtuigen dat ons geloof de waarheid moet zijn. Maar in hoeverre schaadt dit de relatie? Heeft iemand die zijn leven nog niet aan Jezus heeft overgegeven iets aan de overtuiging dat de Mariaverering verkeerd is? Nee dus. En als we daar tegenin gaan, zullen we de ander kwetsen en zullen ze misschien niet meer naar ons toe komen. Want die Villa Klarendal trekt je met stroop, maar als je eenmaal binnen bent, gaan ze je hele levensovertuiging overhoop halen.

Dus proberen we met alle moeite relatie en respect overeind te houden. Sommige overtuigingen hebben we in de loop van de jaren bij bezoekers om zien gaan. En op andere momenten kon er vanuit respect gesproken worden over bidden tot God en tot andere mensen. Het mooie in ons geval is, dat we mensen wekelijks, of zelfs vaker zien. Daardoor ontstaat een vertrouwensrelatie. Mensen voelen zich bij ons thuis. Genieten ervan erbij te horen. Langzamerhand beginnen ze God beter te leren kennen. Soms is er ineens op straat of bij iemand aan de deur een gesprekje waarin van hart tot hart kan worden gesproken over onze overtuigingen.

Laten wij ruimte geven aan mensen, maar ook aan God om in die mensen te werken. Niet te veel zelf werken aan overtuigingen. Het overtuigen komt vanzelf wel. Dan gaan mensen van binnenuit veranderen. En zullen ze gaan verlangen naar een leven met God waarnaar al het andere zich zal gaan keren.