zaterdag 22 juni 2013

Integreren? Ik kap ermee

Onder deze titel stond vanochtend een opinieartikel van Laila Ezzerolli in De Volkskrant. Zij beschrijft haar leven in ons land in drie stadia: 
- haar basisschool, waar zij door de Nederlandse "onderklasse" als buitenlander werd gezien;
- haar middelbare school, waar zij als hulpbehoevende door de middenklasse werd gezien en geholpen;
- haar universitaire opleiding, waar zij door de bovenklasse als een interessant exotisch exemplaar werd gezien.

Haar conclusie: "als een witte Nederlander analfabeet, homofoob, seksistisch, antisemitisch, of werkloos is, staat zijn burgerschap nog steeds buiten kijf. Maar ben je bruin of zwart en bezit je één of meer van voornoemde eigenschappen, dan ben je 'niet geïntegreerd'."

en: "Ik kap er dus mee, met integreren. Ik wil een gelijkwaardig burgerschap en zonder schaamte of ongemak 'ons land' kunnen zeggen. Ik wil een inclusief burgerschap, geen exclusief. En zeker niet als die exclusiviteit meer samenhangt met kleur dan met cultuur."

Hoe hard dit ook klinkt, ik onderschrijf haar conclusies. Zelfs mijn eigen kinderen, afkomstig van een geboren Nederlander en een goed geïntegreerde, vanaf vijf jaar in Nederland wonende, Indo, worden vaker aangesproken door politieagenten op straat. Rijdt een blanke Nederlander naast hen, dan worden zij aangesproken en niet de blanke (want hoe weet je dat dit een Nederlander is? Het kan ook een Deen, Duitser of Amerikaan zijn).

In vergelijking met de gemiddelde bewoner van een krachtwijk zijn veel "buitenlanders" veel meer aangepast en geïntegreerd. Aangepast waaraan? Aan wat de algemene normen en leefregels in Nederland heten te zijn. De "Nederlandse" cultuur. Ezzerolli beschrijft tekenend hoe haar moeder lang heeft gedacht dat de onderklassecultuur dé Nederlandse cultuur was. "Te pas en te onpas een krat bier naar buiten slepen en met zijn allen dronken worden in de speeltuin.... Tienerzwangerschappen, werkloosheid, criminaliteit, huiselijk geweld en elk weekend met de caravan naar de camping..."

Ja, ook dit is Nederland. De cultuur die de midden- en bovenklasse liefst wegstoppen. In aparte wijken, zodat zij er geen last van hebben. Maar het is ook Nederland en het hoort bij het Nederlandse erfgoed, misschien zelfs meer dan de cultuur van de midden- en bovenklasse. Wanneer hoor je erbij? Als je voldoet aan de normen die in de hogere cultuur gewoon zijn: individualisme, rationalisme, alles met mate, streven naar het beste in jezelf. Is dat misschien een van de redenen dat de emancipatie van de krachtwijken keer op keer mislukt? Want de volkscultuur is niet individualistisch, maar collectivistisch. Het beste uit jezelf halen is daar geen norm. Want je bent onderdeel van het geheel van de wijk.

Maxima kwam ooit tot de concusie dat dé Nederlandse cultuur niet bestaat. En gelijk heeft ze. Maar de midden- en vooral bovenklasse viel over haar heen. Die cultuur bestaat toch wel? Ja, in hun eigen hogere klasse gedachten. In het eigen kringetje waar zij verkeren. Met zoveel mogelijk activiteiten voor je kinderen, dat zowel jouw kinderen als jij er van stress er bij neervallen. Met verplichte theaterbezoeken. De schrijfster wilde er zo graag bij horen. Zij kon niet veel doen aan haar "beperkte mogelijkheden voor statusverhogende merkkleding en dure vrijetijdsbesteding. Oililly, Kipling, hockey en wintersport: een ver-van-mijn-bedshow."

Een inclusief burgerschap. Klinkt goed. Erbij mogen horen, omdat je er woont en er bent opgegroeid. Geen blik meer op uiterlijk. Maar mensen accepteren zoals ze zijn. Het andere als onderdeel van de Nederlandse cultuur. Helemaal Nederlander en toch anders. Zoals een Limburger volbloed Nederlander kan zijn en voluit Carnaval kan vieren, waar de Nederlander-boven-de-rivieren niets mee heeft. Zoals de Nederlander op pakweg de Veluwe op zondag de zwarte kousen aantrekt, het hoedje opzet of het zwarte pak aantrekt om twee keer per zondag zich onder te dompelen in de voor buitenstaanders onverstaanbare tale Kanaäns. Waarom mogen onze islamitische Nederlanders dan niet hun hoofddoek aantrekken en ter plekke hun schoenen uitdoen om voor buitenstaanders onverstaanbare tale Imaëls te reciteren en zich onder te dompelen in een ritueel gebed op vrijdag?

dinsdag 18 juni 2013

Natuur in Klarendal? Jazeker! Loop maar mee komende vrijdag

Net gekregen in mijn mail. Dat wil ik je wel laten weten!

Natuurwandeling
door Klarendal en Sint Marten
In de wijken geen natuur?

Wandel mee en zie hoeveel soorten vogels nestelenen insecten er leven in uw wijk….
Ontmoet ‘langs deze weg’ wijkbewoners met en zonder en beperking, vrouwen van Oase en andere geïnteresseerden.

Wanneer:Vrijdag 21 juni
Start:13.00 uur start vanaf  WijkcentrumKlarendal Rappardstraat 30.
Terug:Uiterlijk 14.30 uur op het Wijkcentrum.

We worden ontvangen met een soepje en iets erbij….

Kosten:geen

Organisatie:
Oase - Siza - Kwartiermaken Rijnstad

maandag 17 juni 2013

Jeugdkamp Klarendal: een update

Woensdag kreeg ik een telefoontje van de manager van Albert Heijn in Klarendal. Of we wat overgebleven spullen die zij niet meer konden verkopen konden ophalen. Om weg te geven aan mensen in de wijk.

Zaterdag stonden we bij de Albert Heijn. Er stonden tien kratten vol met spullen klaar. Frisdrank, repen snoepgoed van het kaliber Mars en Bounty, WC-papier. Dat laadden we over in onze auto.

Van het een komt het ander. Het krantenbericht van zaterdag zorgde ervoor dat we een dooschuifactie konden organiseren. De auto volgeladen met de inhoud van tien kratten werd zondag vroeg voorgereden bij het wijkcentrum en daar uitgeladen. Tegelijkertijd kwamen mensen van het Jeugdkamp Klarendal om de inhoud weer over te laden naar hun auto. Het lekkers, de frisdrank en het noodzakelijke papier om de restanten van het lekkers uiteindelijk mee af te vegen werden overgedragen aan het jeugdkamp.

Waardoor zij weer minder kosten hebben aan inkopen en dat geld kunnen gebruiken voor leuke uitjes en extra's.

Kijk, dat is ook missionair werk. Gewoon meedenken en -werken in de wijk. En doorgeven wat wij ook weer gekregen hebben.

zaterdag 15 juni 2013

Jeugdkamp Klarendal: "Ik moet lullen voor spullen"



Zo af en toe lees ik in De Gelderlander artikelen die mij aanspreken. Zo ook het artikel waar ik bijgevoegde foto van heb gemaakt (klik hierop om het volledig te kunnen lezen). Betrokken Arnhemmers Brigitte en Mario Hogerhorst, ook nog collega's van mij, organiseren als geboren en getogen Klarendallers jaarlijks een kinderkamp. Ze doen het voor de kinderen uit de wijk: "Ze hebben vaak een 'rugzakje', en dan is zo'n week echt een uitlaatklep. Even weg van de zorgen thuis".

Hoe triest is het om te lezen dat een dergelijke activiteit op losse schroeven dreigt te komen door gebrek aan sponsors. Een dagje zwembad voor in totaal 150 euro dreigt dit jaar niet door te gaan.

Dit is nou zo'n activiteit die mij raakt en waar ik voor wil gaan. Jij ook? Laat het me weten.

woensdag 12 juni 2013

Column Friesch Dagblad 58: leren van ontwikkelingswerk voor wijkwerk

Afgelopen weekend was ik bij een weekend van Urban Expression, het netwerk van gemeentestichtende projecten in Nederlandse achterstandswijken, waar ook Villa Klarendal bij is aangesloten. Een geweldige kans om weer eens van elkaar te horen waar iedereen mee bezig is. En zodoende betrokken te blijven bij wat God aan het doen is in het land. Een van die gesprekken had ik met Oeds Blok, landelijk coördinator van  Urban Expression Nederland. Hij vertelde dat hij op uitnodiging van christelijke ontwikkelingshulporganisatie TEAR ruim een week op bezoek gaat in Oeganda. Doel is vooral te leren van hoe lokale christelijke gemeentes omgaan met de armoedeproblematiek. Hij vroeg mij of ik nog wat vragen voor hem had. Die had ik zeker!

Ik zie namelijk een parallel tussen de manier waarop regeringen via ontwikkelingshulp ontwikkelingslanden heeft geholpen en hoe onze regering en gemeentes omgaan met achterstandswijken. Er lijkt een basisdenken te zijn dat geld de oplossing is voor alle ontstane problemen. Geef het land of de wijk maar geld en de problemen lossen zich wel op. Dat gaat over het algemeen gepaard met projectdenken.

Geef het land of de wijk tijdelijk geld om een project op te zetten dat in potentie succesvol kan zijn. Na verloop van tijd heeft het project zijn succes bewezen en trekt men de stekker uit de geldstroom. Met helaas het vervelende gevolg dat het project een zachte dood sterft, omdat de achterblijvers niet de kracht of de middelen hebben om het project structureel voort te zetten.

Door de constante geldstroom waarbij ook steeds weer nieuwe professionals worden ingevlogen, is een afhankelijkheidsrelatie van ontvangers ontstaan naar zowel het projectgeld als de projectmedewerkers. Terwijl je juist zo graag zou willen dat mensen in zowel ontwikkelingslanden als achterstandswijken onafhankelijk van die gelden en werkers zelf hun problemen gaan aanpakken en eigen oplossingen bedenken.

Ik ben benieuwd of christelijke gemeentes in Afrika erin zijn geslaagd om onafhankelijk te worden van de geldstromen die lieve christenen uit het Westen zo graag aan hun zwarte medegelovigen schenken. Hoe is ze dat gelukt en welke principes kunnen we daarvan overnemen in ons werk in de armere gebieden in ons land?

Ik vraag me ook af op welke manier christenen in Afrika zelf leiding zijn gaan geven aan hun mensen. Hoe ze zijn uitgestapt uit de afhankelijkheidsrelatie waarin ze alleen hun hand hoeven op te houden. En op welke manier hebben ze de dure projecten en westerse denkwijze over inrichting van een organisatie omgezet in werkbare structuren, die voor hun mensen zowel cultureel als financieel behapbaar zijn?

Kijk, dat is de omgekeerde ontwikkelingssamenwerking waar ik van houd. Wij gaan naar de landen toe om in de samenwerking vooral van hen te leren. Hen advies vragen over hoe wij door hun geleerde lessen in onze situatie kunnen toepassen.

Niemand is beter, omdat hij meer geld heeft. Niemand is achtergesteld vanwege tekort aan geld. Een gelijkwaardige relatie gebaseerd op wederzijds respect. Zo werk ik in de wijk. Zo hoop ik iets te mogen leren van broeders en zusters in Afrika.