zaterdag 19 april 2014

The Passion - de stille tocht in lijdenstijd

Lovende koppen. Enthousiaste reacties. Een wow-ervaring. Er keken 3,2 miljoen mensen naar. Zet die maar in een kerk!

The Passion heeft weer veel tongen losgemaakt. En evenzovele pennenvruchten opgeleverd. Van allerlei kanten. Verbazing vanuit de seculiere, zeker niet gelovige, media. Hoe kan het dat in een tijd van vergaande secularisering, waarbij religie naar de krochten van de samenleving is weggeduwd, zoveel mensen kijken en meedoen met een moderne passie? 

En vanuit de christelijke media kritiek. Een oppervlakkige vertolking van het diepe evangelie. Zet een stel bekende Nederlanders die over het algemeen niet gelovig zijn bij elkaar. Zoek mooie bekende Nederlandstalige popliedjes bij elkaar. En vermeng dat met het paasverhaal. En iedereen kan er iets uit halen.

De meeste christenen zullen de kritieken in christelijke media tot zich hebben kunnen nemen. Ik heb die uit de seculiere media gehoord. Meest duidelijke reactie was in De Volkskrant een recensent die The Passion zag als een moderne vorm van aflaat voor het gewone volk. De elite gaat in deze tijd naar de Matthäus Passion. Het gewone volk heeft zijn eigen Passion gevonden. Het komt op hetzelfde neer. We geloven niet meer zo. We weten niet wat we met Pasen aan moeten. En komen dan bij oude en nieuwe vormen van beleven, waarbij mensen het gezamenlijke en het massale als mooi beleven. Een event die je toch een keer in je leven moet meemaken. Dus loop je fysiek of virtueel mee.

Ikzelf heb er zo mijn bedenkingen bij. In zowel positieve als negatieve bewoordingen. De eerste Passion heb ik thuis gezien met wat mensen van Villa Klarendal. Na afloop zeiden we tegen elkaar "was dat alles?". De vertelling van het passieverhaal vanaf Gethsemane tot aan kruisiging. En daarna mogen mensen het zelf uitzoeken.
Aan de andere kant spelen EO en RKK goed in op het moderne levensgevoel en op nieuw ontstane rituelen. Wat gebeurt er als er iets heel ergs gebeurt in een stad of dorp? Dan organiseren nabestaanden en betrokkenen een stille tocht om de omgekomene(n) te herdenken. Uitmuntend in een herdenkingsplek op de plek waarop de gebeurtenis heeft plaatsgevonden. In die zin komen de uitzendgemachtigden dichtbij dat gevoel. Jezus stierf en wij willen uitdrukking geven aan ons gevoel daarover. Met het symbool dat daarin centraal staat, het kruis, als middelpunt.

Ik zie The Passion dan ook niet als middel om mensen de boodschap van het lijden en sterven van Jezus te verkondigen. Maar veeleer als een culturele uitdrukking van het geloof dat ons land eeuwenlang heeft verbonden. We voelen ons betrokken in de gezamenlijke treurnis over de gebeurtenis van zo lang geleden. En ieder heeft weer een eigen invulling. De een herdenkt het mooie verhaal als een symbool voor hedendaagse mensen. De ander ziet het als kern voor zijn persoonlijk beleefde geloof waaraan hij in grotere kring uitdrukking wil geven.

The Passion kan een aanleiding zijn voor mensen om eens dieper in te gaan op de boodschap van het evangelie. Een soort kerkdeur die je opent, waarna je de kerk of kerkdienst inkomt en ineens geraakt kunt worden door de boodschap die daarin gebracht wordt. De kerkdeur is hier de knop op de afstandsbediening. Geen zwaar houten deur met orgelklanken van ver vervlogen eeuwen. Maar een open programma met herkenbare riten en muziek die we direct kunnen meeneuriën en in de meeste gevallen kunnen meezingen.

"Een muziekfestival op het plein" vergeleek de recensent. Ik zou eerder zeggen een uiting van het geloof in die specifieke vorm. Zodat het geloof niet ver is weggestopt in voor ons vreemde beelden. Maar direct bij ons binnenkomt in beeld, geluid, muziek en gevoel.

Op dezelfde avond kreeg ik via Facebook een persoonlijk bericht van een bekende in de wijk of zij een bijbel van mij kon lenen. Zij wilde die eens lezen. Was er nieuwsgierig naar. Ik heb er niet naar gevraagd. Maar ik zou me niet verbazen als die nieuwsgierigheid is gewekt door The Passion. En zo komen het onpersoonlijke mediaspektakel en het ons-kent-ons in de wijk ineens in het verlengde van elkaar te liggen.

woensdag 9 april 2014

Column Friesch Dagblad 68: Een leven van aanbidding

Wauw! Ik heb God ervaren. Hij was echt aanwezig vandaag. Ik ging gewoon uit mijn dak. Het was in een woord: gewéldig.” Misschien heb je zo’n zin wel eens gehoord na een dienst in een pinkstergemeente, een grote opwekkingsbijeenkomst of een andere christelijke happening. Vaak kreeg ik van dezelfde persoon vervolgens een bericht over ‘the day after’: de kater na de wauw-ervaring. ,,Weer thuis... van de hemel teruggevallen op aarde.”
Ik heb er zo mijn gedachten bij. Niet dat ik dit veroordeel. Want wie ben ik om de Godservaring van een ander neer te sabelen. Maar ik vraag me af of dit de aanbidding is die God wil.
 
Ik las gisteren een blog van aanbiddingsleider Vicky Beecham op Compassion-blog. Zij vertelt dat ze een aantal jaar geleden behoorlijk ziek was. Ze belde een vriendin en vroeg of ze haar kon helpen door haar antibiotica op te halen bij de apotheek en die naar haar te brengen. De vriendin wilde dit doen en kwam niet zo lang daarna bij haar thuis. Ze was de medicijnen vergeten. Maar ze had wel een ‘beterschapskaartje’ meegenomen waar muziek uitkwam. Ze liep de kamer binnen terwijl ze meezong met de muziek. Ze vertelde Vicky hoe erg ze het voor haar vond en dat ze hoopte dat zij zich beter zou voelen door het kaartje. Na een paar minuten moest ze weer weg. De medicijnen heeft ze nooit gebracht. De conclusie van Beecham: ‘Wij kunnen ons soms inbeelden dat onze evenementen, samenkomsten en liederen Gods hart raken. De aanbidding die hij zoekt is meer dan vrolijke liederen en inspirerende samenkomsten. Het gaat erom dat we er zijn voor de armen, degenen die onze hulp nodig hebben en dat we gerechtigheid brengen op plekken en in situaties van ongerechtigheid.’
 
Daar bovenop kwam gisteren het trieste nieuws gisteren dat pater Frans van der Lugt in de Syrische stad Homs is vermoord. Hij weigerde zijn woon- en werkplaats in het klooster van de jezuïeten te verlaten. Hij had het opengesteld voor christenen en moslims die de stad niet konden ontvluchten. Hij ging in tegen de gewone mores: als het ergens moeilijk wordt, vluchten we naar veiliger oorden. Zijn plek was daar. Want waar moesten de mensen anders naar toe?
 
Dat is toewijding die bij mij binnenkomt. Een rots in een zichzelf vernietigende wereld. Die bereid was zichzelf te geven als mens ten dienste van de ander omdat hij geloofde in barmhartigheid en gerechtigheid. Een dergelijke houding gun ik de steden en dorpen in Nederland