dinsdag 30 oktober 2012

Column Friesch Dagblad 51: een leven van compassie

Politiek”, zegt mijn buurvrouw smalend, ,,ik heb er niets mee. Ik ga niet stemmen. Het zijn allemaal zakkenvullers”. Mijn democratische hart bloedt. Ik zit aan tafel met wat buurtgenoten tijdens onze wekelijkse brunch van Villa Klarendal. Hier ontmoeten twee werelden elkaar. De wereld van mijn werk, waar ik dag in dag uit bezig ben met politiek en ik veel politici keihard voor weinig zie werken. En de wereld van de wijk, die te maken heeft met de gevolgen van politieke besluiten, die niet altijd gunstig uitvallen voor het persoonlijke leven van alledag van wijkbewoners.

De verkiezingen zijn geweest. Veel mensen hebben landelijk wel gestemd. En met vuur, want twee tegenstanders zijn als grootste partijen uit de bus gekomen. Geen regering met die ander leken de veelal strategische kiezers te willen zeggen. Nu is het tijd voor een regering met onze standpunten zeiden de winnaars na afloop. Om vervolgens de dag erna doodleuk tot de conclusie te komen dat er maar een coalitie mogelijk is: die tussen twee gedoodverfde tegenstanders. Ineens prachtige woorden van politieke leiders naar elkaar die tot de dag ervoor elkaar nog in de haren vlogen. Wie begrijpt dat nog? Vind je het vreemd dat de gewone man cynisch wordt over het politieke gebeuren.

Nee, van mij zul je hierover geen waardeoordeel horen. Het is tijd voor een tegengeluid. Nu het regeringsakkoord op tafel ligt, zien we een beleid komen dat enerzijds medemenselijk blijft, maar aan de andere kant het beleid voortzet van het vorige minderheidskabinet. Op veel punten is de menselijke maat ver te zoeken. Een beleid van ‘zoek het zelf maar uit’. Goed voor mensen die geleerd hebben om te gaan met verantwoordelijkheid. Lastig voor mensen die altijd in de pamperhoek hebben gezeten. Die moeten nu ineens op eigen benen staan, wat hen nooit is geleerd.

Begrijp me goed, ik geloof in mensen die hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Maar de nieuwe manier van denken slaat door. Getuigt van een hardvochtigheid waarin mensen verworden tot een nummer. Als je niet doet wat ik zeg, word je gekort of krijg je helemaal geen uitkering.

Een tijd geleden hoorde ik over het handvest van compassie. Dat sprak mij aan. Een oproep om mededogen centraal te zetten in ons denken van alledag. Om anderen en niet onszelf voor het voetlicht te zetten. De waardigheid van de ander voor ogen te hebben. Mooie woorden, die zo moeilijk in het leven tot uitvoering kunnen worden gebracht. Het woord prijkt groots op de vloer van de Arnhemse raadzaal. Ik hoop dat het niet bij woorden blijft. Dat die compassie zal doordringen in de Nederlandse samenleving. Samen optrekken. Niet tegen elkaar, maar met elkaar. Elkaar benaderend met respect en mededogen.

woensdag 17 oktober 2012

Ik voel me thuis bij jullie

Een opmerking van iemand met wie we al een tijd optrekken. Ze was na veel wikken en wegen langsgekomen bij onze maandelijkse diner en viering. De week daarna kwam ik haar weer tegen. Ze verbaasde zich dat ze zich zo bij ons thuis voelde. Ze voelde zich geaccepteerd.

Mooi om te horen. Want we willen in Villa Klarendal ook dat mensen zichzelf kunnen voelen bij ons. 'Je mag komen zoals je bent' zeggen we altijd tegen elkaar en anderen.

Maar voor je het weet zit je weer in oude tradities waarin we anderen onze maat nemen. Afgelopen zondag weer zoiets. Een nieuwe bezoeker was nogal rusteloos. Om de minuut moest hij weer iets anders doen. Hoe reageer je daarop? Niet dus. Lekker rusteloos laten zijn. Wel lastig als anderen daar onrustig van worden.

Maar gisteren hoorde ik dat het zo mooi was dat ook zo iemand gewoon kan komen, terwijl hij zo rusteloos is.

Je mag komen zoals je bent. Als je bij ons komt, word je niet door ons gedwongen te veranderen. Dat zal God zelf wel in jou doen. Hem het werk laten doen. En alles doen om te voorkomen dat wij een barrière zijn om God niet te kunnen ontmoeten.

Bij Hem mag je echt thuis komen...

woensdag 3 oktober 2012

Column Friesch Dagblad 50: Christelijk leven als concert

Afgelopen weekend was ik voor het eerst sinds lange tijd weer eens bij een concert. Trijntje Oosterhuis trad op in Tivoli en daar moesten we bij zijn. Dus stonden we na een heerlijke pizza aan de Utrechtse grachten klaar om te gaan genieten. Voldoende tijd om een goede plek uit te kiezen. Bovenaan natuurlijk, want bij het podium zou vrouwlief haar nek wel heel erg moeten uitrekken om boven de gemiddelde Nederlandse lengte uit te kunnen komen.Een prachtige plek waar we alles goed konden zien. Staand aan een stalen rek. Vlak voor het begin van het concert kwam nog een stel jongere meiden die zich naast ons nestelde. Geen probleem. We zouden met elkaar gaan genieten van een van ’s lands mooiste stemmen. En dat gebeurde. Wat een geweldige stem die je direct raakt.

De groep naast ons wilde ook graag wat zien en begon wat tegen mij aan te leunen. Vriendelijk als ik ben schoof ik even op. Dat gebeurde met mijn vrouw ook. Die dat ook weer deed bij haar buurman. Maar dit werd een doorlopend proces.

Genietend van het optreden werd ik soms behoorlijk geduwd. Ik hield me vast aan de reling en kon zo tegengas geven. Op een gegeven moment was ik bijna een halve meter opgeschoven van de plek waar ik eerst stond, getuige mijn jas die daar nog lag. Ik moest uiteindelijk wat tegengas geven, want de buurman van mijn vrouw was het ook beu. Dus zette ik mij schrap en gaf een klein duwtje.

Het einde van het concert was nabij. Plotseling sprak mijn buurvrouw mij woedend aan. Of ik haar het concert niet gunde met al dat duwen. Verbouwereerd wees ik haar op de plek waar mijn jas lag en zei fijntjes dat daar mijn plek begon. Het concert eindigde. Geweldig. Een mooi concert met een zekere dissonant.

Het deed mij denken aan de plek die christenen hebben in onze samenleving. Van een prominente plek waar alles goed te zien is en sprake is van veel invloed, zijn we teruggeduwd naar de marge van de samenleving.

En als we schoorvoetend terugduwen door iets te zeggen wat ons op het hart ligt, komt het hoge woord eruit. Wie we wel niet zijn. Stelletje arrogante, hooghartige gelovigen die anderen hun wil op willen leggen. Terwijl christenen al naar de marge zijn geduwd.

Hoe daarmee omgaan? Een lastige vraag die ik niet zomaar kan beantwoorden. Ons laten wegduwen? Natuurlijk niet. Wel accepteren dat we niet meer als grote groep de duwkracht hebben om ieder ander weg te drukken. Leren leven als kleine minderheid aan de rand. Met voldoende kracht en incasseringsvermogen om ons niet over de rand te laten duwen.