zondag 2 december 2012

Reactie essay Letter & Geest "Gooi open die kerk"

Nog een mooi Artikel van Monique Samuel gisteren in Letter & Geest in Trouw. De titel zegt genoeg: Gooi open die kerk. Daarin pleit zij voor christen 2.0. Lees het artikel door op de link te klikken.

Hieronder mijn reactie op haar essay.

 Mooi geschreven, Monique. Een duidelijke hartenkreet met liefde voor de kerk. Ik herken sommige ervaringen van jou. Ik heb zo mijn bedenkingen over uitingen binnen charismatische kringen, ook al ben ik op en top pinksterchristen. Opgegroeid in de toenmalige Gereformeerde kerk herken ik de moeite en het zoeken dat in die kerk gaande is.

Zelf ben ik nu jaren bezig in onze wijk om daar iets nieuws te doen met Villa Klarendal – http://www.villaklarendal.nl. Maar ook als je van onderop een nieuwe kerk begint, merk je hoe snel je al weer in exclusiviteit -wie hoort erbij en wie niet- terecht komt. Wij willen inclusief werken en leven. We werken in en voor onze wijk -Klarendal Arnhem-. Maken geen onderscheid tussen mensen. Hebben als basisgedachte “je mag komen zoals je bent”, wat ook betekent dat je mag weggaan zoals je bent en wanneer je wilt. Wekelijks hebben wij een “brunch en viering” (op de 1e zondag van de maand een diner). Ook daar weer: mensen mogen komen naar de brunch, maar moeten niet blijven bij de viering. Toch zijn sommigen daar zo enthousiast over, dat ze anderen willen overhalen te blijven. Dat voelt dan weer als dwingen.

Een open kerk waar iedereen welkom is ongeacht afkomst, religie of geaardheid blijft in de praktijk heel lastig. Veel hangt af van ons geloof in God. Hij is immers degene die mensen verandert, niet wij.

Op zoek naar samenhang die zuilen overstijgt

Afgelopen week ben ik op diverse manieren geconfronteerd met uitspraken van Monique Samuel. Bekend geworden als politicologe met een half-Egyptische achtergrond schaamde zij zich de afgelopen jaren niet zich ook overtuigd christen te noemen.

Enkele weken geleden publiceerde het dagblad Trouw een bijlage "Nederland in 2030" waarin diverse mensen hun visie gaven op de toekomst van ons land, gericht op dat richtjaar. Daarin ook een artikel van Monique met als kop "Mensen zijn hun morele kompas kwijtgeraakt".

Zij ziet de huidige crisis als een maatschappelijke crisis die voortkomt uit de ontzuiling, waarvoor niets in de plaats is gekomen. Daarom pleit zij voor eeb zoektocht naar samenhang die de zuilen overstijgt. Mooi is, dat zij de kerk niet afschrijft, maar wel richting geeft geeft aan de hand van 3 basisprincipes.
- God heeft ons gemaakt en is met ons
- hij heeft een doel met ons leven
- wij zijn hier om elkaar lief te hebben
Zij pleit voor een inclusief christendom, waar iedereen zich thuis mag voelen.

Ik vind het zo mooi te zien hoe allerlei christenen in ons land op een andere manier christen en kerk willen zijn. Dat wordt niet altijd herkend door de grote gemene christelijke deler. Omdat ze tot andere keuzes komen. Arie Boomsma in de Linda voor homo's. Monique Samuel door haar keuze uit haar heterohuwelijk te stappen en een lesbische relatie aan te gaan.

Maar ook veel vernieuwende bewegingen zijn op zoek naar andere wegen waarop God kan werken in deze tijd. Het pleidooi voor samenhang die de zuilen ontstijgt spreekt mij aan. We zitten bewust of onbewust toch in ons eigen kleine hokje. En daar is de evangelische zuil geen uitzondering op.

Ik ben sinds kort secretaris van een oecumenisch platform in onze stad. Als ik dan activiteiten aankondig bij het evangelische Hart voor Arnhem, worden die daar voor kennisgeving aangenomen en naast zich neergelegd. Want uit de oecumenische hoek...

De vriendschap die wij zijn aangegaan met de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt werd in bepaalde kringen met argusogen bekeken. Het paste niet in hun hokje. Maar wat kunnen we veel van elkaar leren. Dat geldt ook voor het gesprek dat we afgelopen dinsdag hadden met het team van de RK kerk in de stad. De pastoor voor de hele parochie en de buurtpastor voor de wijk. Eerst aftastend, kwamen we al snel tot een gesprek van hart tot hart. Want alhoewel verschillend, kunnen we elkaar toch vinden in de basis van het geloof. De een kampend met krimp en veroudering. De ander zoekend naar de weg in deze wereld en wijk.

Ik wil heel graag mensen helpen hun morele kompas terug te vinden. Niet meer top-down, maar door naast de ander te staan. Als een vriend wegwijzer te zijn door samen te ontdekken hoe God in en door de ander wil werken.

Monique Samuel, ik blijf je volgen. En wellicht kunnen we samen eens onze visie op geloven uitwisselen.

dinsdag 27 november 2012

Column Friesch Dagblad 52: Terugtrekken of dienen?


Afgelopen weekend heb ik eindelijk kunnen kijken naar de documentaire "Kamperen met God". Een voor de christelijke pers spraakmakende film over het wel en wee op de christelijke camping De Betteld. In de film zien we hoe de makers diverse mensen volgen die in de kampeerweek een rol hebben. De gezalfde spreker, een enthousiaste medewerker, de betrokken directeur, de beveiligende "guardian angels", bezoekers van de kampeerweek en een tweetal schoonmakers. Op de schoonmakers na zijn alle betrokkenen christen en beleven dat ieder op hun eigen manier.

De film geeft een prachtig sfeerbeeld van wat er zoal in een week op die camping gebeurt. De gelovigen zijn onder elkaar en kunnen ongeremd hun leven met God beleven. De film heeft in christelijke kringen voor veel commotie gezorgd, omdat er veel over genezing wordt gesproken. Dat wil ik daarom buiten beschouwing laten.

Wat ik interessant vind is de manier waarop de zichtbaar niet-gelovige schoonmakers het geheel ondergaan. Ze maken dus schoon. En terwijl op de achtergrond de preken en gebeden goed hoorbaar door de wc's heen klinken zijn de schoonmakers in gesprek over het leven van alledag. We zien ook hoe ze bij de start van de dag met bijbellezen en gebed zichtbaar ongemakkelijk het geestelijke vuur ondergaan. Daarna gaat ieder zijns weegs, ruimt de directeur de kopjes op en lopen de schoonmakers weg richting de schoon te maken faciliteiten.


De enige opmerking die ik tijdens de film uit de mond van de schoonmakers hoor over het hele gebeuren is, dat ze vinden dat 'hun' wel heel anders praten. De "tale pinksterens" die hoorbaar wordt gebezigd staat blijkbaar ver af van de taal van het leven van alledag.


De christenen hebben zichtbaar de week van hun leven. Ze zijn er eens uit. Ze komen tot God. Weg van de boze wereld, in een stukje hemel op aarde. Dat ontlokte bij mij de vraag wat de gelovigen in beeld in de rest van hun leven doen. In hoeverre wordt wat ze hebben gehoord in die week verwerkt in het "gewone" leven in die "boze wereld". Ik ben bang dat een onderzoek dat onlangs van de persen is gerold ons daarop een antwoord geeft. "Christenen onderscheiden zich niet in onze samenleving" is de eindconclusie.


Het lijkt erop alsof christenen zich terugtrekken in hun christelijke getto's waar ze zich veilig voelen, om maar zo weinig mogelijk te hoeven doen in die wereld daar buiten. En daar durven we niet uit te komen voor dat wereldveranderende evangelie, waardoor de wereld blijft zoals hij is. Blijft voor mij de vraag: worden wij in onze kerken en christelijke conferenties toegerust om ons terug te trekken uit de wereld of tot dienstbetoon daaraan?

zaterdag 17 november 2012

Onderscheiden christenen zich in onze samenleving (2)

Wat zou het mooi zijn als kerk en maatschappij meer worden gezien als een eenheid. Als het jaarlijkse gebed voor de gemeentewerkers zich niet alleen beperkt tot oudsten, zondagschoolwerkers of kosters, maar ook voor gemeenteleden die belangrijk werk doen in de samenleving, zoals in de politiek, bij de overheid, in de zorg, in het bedrijfsleven. In hoeverre wordt in die kringen in gebedsbijeenkomsten gebeden voor de problemen die mensen op deze plekken tegenkomen? En in hoeverre is er in het pastoraat en op bijbelstudiekringen aandacht voor een christelijke doordenking van vragen die gemeenteleden tegenkomen in hun werk van alledag?

Ik pleit dus voor christenen die meer zichtbaar worden. Die leven en leer met elkaar in relatie brengen, zodat anderen in de samenleving dat ervaren. Het zal nog wel een tijd duren, maar ik heb hoop dat de evangelische/charismatische evenzoveel aandacht krijgen voor de problemen en vragen in de samenleving als de grote, van oorsprong vrijzinnige kerken, oog krijgen voor de noodzaak van leer in de kerk.

Onderscheiden christenen zich in onze samenleving?

Vanavond op TV bij Andries Knevel. Ik vind het zelf een interessant onderwerp, waar ik al veel met mensen over heb gesproken.

Mijn eerste reactie op deze vraag is ontkennend. Kijk ik om me heen, in onze wijk, dan zie ik maar weinig christenen die zich onderscheiden. Je moet ze zoeken met een vergrootglas. Stedelijk kom ik wel een paar christenen tegen die zich onderscheiden. In de politiek en in organisaties. Maar ze zijn eigenlijk maar op een of hooguit twee handen te tellen.

Kijk je dan landelijk, dan is ook daar de "invloed" laat staan "macht" van christenen nauwelijks zichtbaar. Ik heb het dan niet over oude manieren van leven waarin christenen samenliepen met machthebbers en het hele leven bepaalden. Maar over mensen die opinieleiders zijn of invloedrijk.

Vandaag is de top 200 van invloedrijke mensen in ons land verschenen. Lees ik die lijst door, dan is ook daar slechts een handvol mensen te vinden waarvan bekend is dat zij zich onderscheiden als mensen die uitkomen voor hun christelijk geloof. Dat geldt ook voor de mensen die in diezelfde krant worden benoemd als invloedrijke opinieleiders.

Hoe komt dat nu, dat christenen zich maar zo moeilijk onderscheiden in onze samenleving. Ik zie een aantal redenen.

Volksaard
De Nederlandse volksaard kenmerkt zich door de uitspraak "doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg". Wie zijn hoofd boven het maaiveld uitsteekt wordt gewantrouwd. Christenen doen daar onbewust aan mee. Christenen die veelvuldig op tv verschijnen of verder willen reiken dan wat "gewoon" is in hun kerkelijke gemeente, worden gewantrouwd. Loop maar liever mee in het gewone gemeenteleven.

Scheiding kerk en wereld
Met name in evangelische en charismatische/pinkster kringen is lange tijd een wereldmijding gepredikt. Politiek was "heulen met de vijand" of "compromissen sluiten met de duivel". Zelfs stemmen was in een deel van die christelijke groep not done. Of het moest zijn dat je stemde op een "getuigenispartij" die niet echt serieus werd genomen in de "grote" politiek.
Kerk was in die kringen de basis van het leven. Er werd heel duaal gedacht over het leven in de wereld. Daardoor trokken christenen zich terug in hun vertrouwde gemeente en kwamen daar alleen uit om de wereld in te trekken met de boodschap van het evangelie, verkondigd vanaf een zeepkist of met liedjes zingende gelovigen.
Een gemiddeld duaal denkende groep zal zich niet zo snel willen inlaten met nadenken over jezelf onderscheiden in deze samenleving. De enige vorm van onderscheiding is die van het preken tegen de ander. Dat dergelijke vormen van communicatie weinig effect hebben en zelfs een antireactie teweeg brengt, hebben we de afgelopen weken gezien in de media.

Vorige week sprak in met een christen die net zoals ik lid is van de vereniging van pinkstergemeenten en die vanuit dat geloof gemeenteraadslid is geworden. Een prachtig mens die zich wel onderscheidt. Maar vreemd genoeg krijgt zij geen voet aan de grond bij de voorganger van haar pinkstergemeente. Want "wij moeten kerk en staat gescheiden houden". Kerk en leven zijn in de gedachten van deze voorganger blijkbaar gescheiden. Deze seculiere gedachten kom ik veel tegen in deze kringen. Met als gevolg dat gemeenteleden weer vertrekken, omdat ze geen preken horen die aansluiten op het dagelijks leven. En dat de rest genoegen neemt met leerstellige preken die van belang zijn, maar ver weg staan van het leven van alledag.

Wat zou het mooi zijn als kerk en maatschappij meer worden gezien als een eenheid. Als het jaarlijkse gebed voor de gemeentewerkers zich niet alleen beperkt tot oudsten, zondagschoolwerkers of kosters, maar

Urban Expression op TV over "zijn christenen zichtbaar"

Villa Klarendal is onder andere lid van Urban Expression Nederland.

Coördinator Oeds Blok zal op Zaterdag 17 november in het programma "Door de wereld" (18.30u Nederland 2) met Andries Knevel spreken over de uitkomst van een EO-onderzoek over de vraag of christenen zichtbaar zijn in de samenleving. En over hoe zij zich kunnen onderscheiden.

Kijken dus, of later kijken naar Uitzending gemist.

Meer informatie Kijk op de site van Door de Wereld

Youtube filmpje samenwerken of zelf werken

Oeds Blok, coördinator vanUrban Expression Nederland was afgelopen donderdag bij mij om samen door te praten over het werk van deze beweging die in alle 40 "Vogelaar-"wijken gemeentes te stichten.

na afloop vroeg hij me om kort iets in zijn camera te vertellen over mijn ervaringen. Dat is een verhaaltje geworden over samenwerken met anderen in de wijk of zelf iets opzetten.

Kijk hier naar het Youtube filmpje

Vertel me gerust wat je ervan vindt.

dinsdag 30 oktober 2012

Column Friesch Dagblad 51: een leven van compassie

Politiek”, zegt mijn buurvrouw smalend, ,,ik heb er niets mee. Ik ga niet stemmen. Het zijn allemaal zakkenvullers”. Mijn democratische hart bloedt. Ik zit aan tafel met wat buurtgenoten tijdens onze wekelijkse brunch van Villa Klarendal. Hier ontmoeten twee werelden elkaar. De wereld van mijn werk, waar ik dag in dag uit bezig ben met politiek en ik veel politici keihard voor weinig zie werken. En de wereld van de wijk, die te maken heeft met de gevolgen van politieke besluiten, die niet altijd gunstig uitvallen voor het persoonlijke leven van alledag van wijkbewoners.

De verkiezingen zijn geweest. Veel mensen hebben landelijk wel gestemd. En met vuur, want twee tegenstanders zijn als grootste partijen uit de bus gekomen. Geen regering met die ander leken de veelal strategische kiezers te willen zeggen. Nu is het tijd voor een regering met onze standpunten zeiden de winnaars na afloop. Om vervolgens de dag erna doodleuk tot de conclusie te komen dat er maar een coalitie mogelijk is: die tussen twee gedoodverfde tegenstanders. Ineens prachtige woorden van politieke leiders naar elkaar die tot de dag ervoor elkaar nog in de haren vlogen. Wie begrijpt dat nog? Vind je het vreemd dat de gewone man cynisch wordt over het politieke gebeuren.

Nee, van mij zul je hierover geen waardeoordeel horen. Het is tijd voor een tegengeluid. Nu het regeringsakkoord op tafel ligt, zien we een beleid komen dat enerzijds medemenselijk blijft, maar aan de andere kant het beleid voortzet van het vorige minderheidskabinet. Op veel punten is de menselijke maat ver te zoeken. Een beleid van ‘zoek het zelf maar uit’. Goed voor mensen die geleerd hebben om te gaan met verantwoordelijkheid. Lastig voor mensen die altijd in de pamperhoek hebben gezeten. Die moeten nu ineens op eigen benen staan, wat hen nooit is geleerd.

Begrijp me goed, ik geloof in mensen die hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Maar de nieuwe manier van denken slaat door. Getuigt van een hardvochtigheid waarin mensen verworden tot een nummer. Als je niet doet wat ik zeg, word je gekort of krijg je helemaal geen uitkering.

Een tijd geleden hoorde ik over het handvest van compassie. Dat sprak mij aan. Een oproep om mededogen centraal te zetten in ons denken van alledag. Om anderen en niet onszelf voor het voetlicht te zetten. De waardigheid van de ander voor ogen te hebben. Mooie woorden, die zo moeilijk in het leven tot uitvoering kunnen worden gebracht. Het woord prijkt groots op de vloer van de Arnhemse raadzaal. Ik hoop dat het niet bij woorden blijft. Dat die compassie zal doordringen in de Nederlandse samenleving. Samen optrekken. Niet tegen elkaar, maar met elkaar. Elkaar benaderend met respect en mededogen.

woensdag 17 oktober 2012

Ik voel me thuis bij jullie

Een opmerking van iemand met wie we al een tijd optrekken. Ze was na veel wikken en wegen langsgekomen bij onze maandelijkse diner en viering. De week daarna kwam ik haar weer tegen. Ze verbaasde zich dat ze zich zo bij ons thuis voelde. Ze voelde zich geaccepteerd.

Mooi om te horen. Want we willen in Villa Klarendal ook dat mensen zichzelf kunnen voelen bij ons. 'Je mag komen zoals je bent' zeggen we altijd tegen elkaar en anderen.

Maar voor je het weet zit je weer in oude tradities waarin we anderen onze maat nemen. Afgelopen zondag weer zoiets. Een nieuwe bezoeker was nogal rusteloos. Om de minuut moest hij weer iets anders doen. Hoe reageer je daarop? Niet dus. Lekker rusteloos laten zijn. Wel lastig als anderen daar onrustig van worden.

Maar gisteren hoorde ik dat het zo mooi was dat ook zo iemand gewoon kan komen, terwijl hij zo rusteloos is.

Je mag komen zoals je bent. Als je bij ons komt, word je niet door ons gedwongen te veranderen. Dat zal God zelf wel in jou doen. Hem het werk laten doen. En alles doen om te voorkomen dat wij een barrière zijn om God niet te kunnen ontmoeten.

Bij Hem mag je echt thuis komen...

woensdag 3 oktober 2012

Column Friesch Dagblad 50: Christelijk leven als concert

Afgelopen weekend was ik voor het eerst sinds lange tijd weer eens bij een concert. Trijntje Oosterhuis trad op in Tivoli en daar moesten we bij zijn. Dus stonden we na een heerlijke pizza aan de Utrechtse grachten klaar om te gaan genieten. Voldoende tijd om een goede plek uit te kiezen. Bovenaan natuurlijk, want bij het podium zou vrouwlief haar nek wel heel erg moeten uitrekken om boven de gemiddelde Nederlandse lengte uit te kunnen komen.Een prachtige plek waar we alles goed konden zien. Staand aan een stalen rek. Vlak voor het begin van het concert kwam nog een stel jongere meiden die zich naast ons nestelde. Geen probleem. We zouden met elkaar gaan genieten van een van ’s lands mooiste stemmen. En dat gebeurde. Wat een geweldige stem die je direct raakt.

De groep naast ons wilde ook graag wat zien en begon wat tegen mij aan te leunen. Vriendelijk als ik ben schoof ik even op. Dat gebeurde met mijn vrouw ook. Die dat ook weer deed bij haar buurman. Maar dit werd een doorlopend proces.

Genietend van het optreden werd ik soms behoorlijk geduwd. Ik hield me vast aan de reling en kon zo tegengas geven. Op een gegeven moment was ik bijna een halve meter opgeschoven van de plek waar ik eerst stond, getuige mijn jas die daar nog lag. Ik moest uiteindelijk wat tegengas geven, want de buurman van mijn vrouw was het ook beu. Dus zette ik mij schrap en gaf een klein duwtje.

Het einde van het concert was nabij. Plotseling sprak mijn buurvrouw mij woedend aan. Of ik haar het concert niet gunde met al dat duwen. Verbouwereerd wees ik haar op de plek waar mijn jas lag en zei fijntjes dat daar mijn plek begon. Het concert eindigde. Geweldig. Een mooi concert met een zekere dissonant.

Het deed mij denken aan de plek die christenen hebben in onze samenleving. Van een prominente plek waar alles goed te zien is en sprake is van veel invloed, zijn we teruggeduwd naar de marge van de samenleving.

En als we schoorvoetend terugduwen door iets te zeggen wat ons op het hart ligt, komt het hoge woord eruit. Wie we wel niet zijn. Stelletje arrogante, hooghartige gelovigen die anderen hun wil op willen leggen. Terwijl christenen al naar de marge zijn geduwd.

Hoe daarmee omgaan? Een lastige vraag die ik niet zomaar kan beantwoorden. Ons laten wegduwen? Natuurlijk niet. Wel accepteren dat we niet meer als grote groep de duwkracht hebben om ieder ander weg te drukken. Leren leven als kleine minderheid aan de rand. Met voldoende kracht en incasseringsvermogen om ons niet over de rand te laten duwen.

zaterdag 8 september 2012

Een rechtgeaarde scheefwoner

Vandaag heb ik eens tijd om weer eens wat gedachten aan het net toe tevertrouwen. De kranten staan bol van allerlei politieke gedachten en statements, waar ik liever niet mijn handen aan brand, omdat die te dicht liggen bij mijn gewone werk als ambtelijke ondersteuner voor de lokale gemeenteraad.

Maar nu is er toch een onderwerp waar ik mij eens over wil uitspreken. Het raakt me namelijk persoonlijk. Ik word door de politieke zegslieden in een hokje geplaatst. En zodra ik daarin zit, wil ik eruit breken.

Sinds jaar en dag woon ik in een sociale huurwoning. Die is bedoeld voor burgers die het niet al te goed hebben. Toen wij het huis huurden, vielen we in al zijn aspecten binnen dat hokje. Maar de afgelopen jaren hebben wij 'sociale stijging' meegemaakt. De markt trok aan. De jaren van grote werkloosheid waren voorbij. En ook wij profiteerden van de nieuwe kansen, waardoor wij ineens 'bovenmodaal' werden ingeschat. Tja, en met die nieuwe kansen werden ook nieuwe verwachtingen gewekt. Want de politiek vindt het niet eerlijk dat iemand met een dergelijk inkomen (gerelateerd aan het bruto inkomen) nog te vinden is in een huis met een relatief lage huur.

Ik kan me er ook wel in vinden. Hoeveel ken ik er niet, die zich met vrouwlief, kindje(s) en beestje en de rest van het boeltje opsluiten in het relatief goedkope huisje, waardoor zij het inkomen kunnen gebruiken voor hun zoveelste vakantie, auto of de nieuwste computer of ( al dan niet smart) tv. De buurt is voor hen alleen relevant als die een centimeter over de grens van het huisje komt of op een andere manier de schutting, voordeur of anderszins beveiligde deel van het privédomein overschrijdt.

Maar goed, er zijn ook andere soortem mensen. Zoals wij. Die hun hele vrijetijdsleven steken in het wel en wee van de omgeving. Die het beste voorhebben met de leefbaarheid van de wijk. Die hun privéleven niet hermetisch afsluiten voor de gevaarlijke buitenwereld, maar juist wagenwijd openzetten voor de hartelijke, maar vaak onbegrepen, buurtgenoten. Die een willen zijn met die buren door er voor hen te zijn. Niet alleen van 9 tot 5, maar ook van 5 tot 9. Soms door in de slaap gewekt te worden door ruwe geluiden van buitenaf. Soms ook door in die nachtelijke uren gewekt te worden door buren die hun raad juist op die momenten kunnen gebruiken, voordat ze naar andere, rigoreuze, middelen grijpen. Er is dus een slag mensen die hun leven wil inzetten en delen voor hun buurt, zodat die er beter door wordt.

Voor dat soort scheefwoners, waar ik toe behoor, wil ik een lans breken. Ik verdien misschien teveel bruto voor een dergelijke woning (ook al laat de bankrekening mijn hoofd fronsen als ik weer eens mijn inkomen op bijna bijstandniveau zie verschijnen door aftrek van allerlei eigen bijdragen van/aan mijn in de ogen van velen veel te grote en daarmee ook niet-modale gezin). Maar daar staat wat tegenover. Is het niet zo dat de investering in de wijksamenleving het scheefwonen compenseert? Ik kan het vrijwilligerswerk natuurlijk ook zoals anderen 'vermarkten' waardoor ik qua inkomen nog een tweede huis kan bijhuren. Maar dat zit niet in mijn systeem. Dan moet ik worden zoals al die andere bedrijfjes die de subsidies op wijkgebied aflopen om te kijken of er nog iets uit te halen valt.

Nee, ik blijf hier wonen. Geniet van de buurt en de mensen om mij heen. En hoop dat de politiek uitzonderingen vindt op regelingen, waarmee mijn slag mensen (en daarmee uiteindelijk ook miijn slag wijken) gediend zal zijn.

dinsdag 4 september 2012

Column Friesch Dagblad 49: Licht in de duisternis

Afgelopen zaterdag was ik in de radiostudio van Radio 5 in het gebouw van de gezamenlijke omroepen AVRO, KRO en NCRV.

Teruggaand liep ik langs een ruimte waar op een zuil een tekst was gedrukt: ‘het is beter samen een kaars aan te steken dan te klagen over de duisternis’. Naar later bleek een variant op een gezegde van de beroemde Chinese filosoof Lao Tse.

Maar de tekst had me te pakken. Ik moet denken aan al die mensen die me de afgelopen jaren vertelden hoe slecht het gaat. Met de wijk. Met de samenleving. Met het aantal mensen dat gelooft in God. Met de invloed die we als gelovigen nog hebben in deze wereld. Situaties die we al snel zien als duisternis. Het licht is eruit getrokken. Het oude vertrouwde is niet meer. We zien geen hand meer voor ogen. En gaan al tastend onze weg.

De situatie is een feit. De duisternis is er daadwerkelijk. Het gaat erom hoe we er mee omgaan. Voor velen is de enige reactie erover te klagen. Wat erg dat dit zo is. Wat vreselijk dat dit ons overkomt. Christenen reageren daar niet anders op. De duisternis overkomt ons. En wat doen we? We sluiten ons op achter de veilige kerkmuren waar we samen gezin van God kunnen zijn. Veilig in Jezus’ armen. Of zoals een lieve zuster ons waarschuwde toen we bewust verhuisden naar een achterstandswijk. Daar zouden onze kinderen worden omgeturnd tot criminelen. Het duister zou hen wel overmeesteren.

Het kan ook anders. Door een licht aan te steken in het duister. Door de duisternis niet tot onze focus te maken, maar ons te richten op het licht. Wie door de samenleving heen wandelt, vindt sporen van het geloof. Niet van een vervlogen geloof, maar van een levend geloof. Christenen hebben zich echter laten overmeesteren door de gedachtenwereld van deze tijd. Wie in een volkswijk woont, moet als hij kinderen krijgt vooral naar een buitenwijk verhuizen, want daar is het ‘veilig’. Dus komen we in die wijken relatief veel christenen tegen, terwijl de volkswijken ontkerstend worden.

Gaat het ons nu om veiligheid te zoeken of onze roeping na te volgen? Wat zou er gebeuren als elk huis waar christenen wonen een geestelijke kaars wordt die we samen opsteken? Toen wij verhuisden naar de achterstandswijk, kreeg de zuster al snel ongelijk. Niet het licht trok naar het duister, maar het duister naar ons licht. Ons huis werd een inval voor kinderen in onze buurt die het fijn vonden om bij ons langs te komen. Het licht scheen in de duisternis!

vrijdag 10 augustus 2012

Column Friesch Dagblad 48: Ik zeg: doen!

De christenen roeren zich weer. Er is iets in het nieuws waarop zij niet anders kunnen dan reageren. Bespotting in een reclamefilmpje van de Nederlandse Energie Maatschappij . We zien het scheppingsverhaal voorbij komen waarin de zon wordt geschapen. Aan het einde horen we dat na zoveel miljoenen jaren de Energiemaatschappij zonne-energie voor iedereen creëert. Waarop het filmpje eindigt met een zware stem "Ik zeg: doen". Indirect voelt iedereen aan dat bedoeld is dat God dit zegt. "Televisiekijkers vinden de reclame in strijd met de goede smaak, nodeloos kwetsend voor gelovigen en misleidend" aldus de binnengekomen klachten bij de Reclame Code Commissie. Elsevier meldt: "de christelijke Bond tegen het Vloeken is ook boos en noemt het filmpje, waarin overigens niet wordt gevloekt, kwetsend en godslasterlijk".

Een voor christenen begrijpelijke reactie. Het christelijke geloof wordt belachelijk afgeschilderd. In een wat cynisch filmpje in de lijn van Monty Python uit de jaren zeventig wordt wat lachwekkend omgegaan met de basis voor het geloof. En dan eindigt het ook nog met God die de slogan van de NEM herhaalt. Je krijgt het gevoel dat je helemaal wordt uitgelachen. Dat de basis onder het geloof wordt weggehoond. Daar hebben we pijn van.

Aan de andere kant is het een reactie uit de marge. Weggescholen in onze veilige christelijke kerkhavens beschouwen we wat er op tv gebeurt en reageren daarop. Zonder na te gaan wat er wordt bedoeld of hoe anderen er op reageren. Typerend is de reactie op websites over de aanklacht van christenen. "Ze willen ons weer van hun geloof overtuigen", "moeten ze weer ons hun mening opdringen" of "wat een onzin, dat de protesten over een lokale folklore zoals geloof serieus worden genomen". De houding van christenen wordt als folkoristisch beschouwd. Relieken uit een ver vervlogen tijd. Weggestopt in een eigen wereldje.

Wat willen we als christenen dat anderen van ons vinden? Conservatieven die alles bij het oude willen houden? Over alles mag gelachen worden, behalve over uitingen van gelovigen? Zijn christenen of de Here God tegen vernieuwende initiatieven om Gods schepping te verbeteren? Zegt Hij daartegen: niet doen?

Omgaan met spot en humor. Het is lastig voor ons christenen. Wie de humor van Joden leest en hoort valt als christen soms van zijn heilige stoel. Want dat gaat soms zoveel verder dan het bewuste filmpje. Maar dat is krachtig, want dat gaat om zelfspot. Kijk eens in de spiegel en lach om wat we doen. Neem alles niet zo overserieus. En als we dat wel doen, neem dan de houding van Jezus aan: "Vader, vergeef het ze, want zij weten niet wat ze doen..."

woensdag 11 juli 2012

Column Friesch Dagblad 47: Zingeving

De afgelopen weken ben ik in gesprek geweest op LinkedIn over "zingeving". Mijn vraag was waarom reguliere welzijnsinstellingen zo snel allergisch reageren als het gaat om organisaties met een religieuze achtergrond. Al snel veranderde het gesprek naar de vraag waarom religie het monopolie zou moeten hebben op zingeving. Dat is een interessante vraag om over door te denken.

Bij zingeving denken we al snel over de grote vragen "wie ben ik", " waarom ben ik er" en "wat is de zin van mijn leven". Dat is zeker de laatste eeuwen het domein geweest van het gesprek binnen de kerken, die daarin ook een belangrijke rol hadden in de samenleving. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat deze vragen ook werden gesteld door de filosofie. Die heeft zich vanaf de Verlichting losgemaakt van de kerk en geprobeerd een eigen visie op de grote vragen te ontwikkelen. Zingeving is dus de laatste tweeënhalve eeuw onderzocht door zowel gelovigen als ongelovigen. De uitkomsten van die twee stonden op gespannen voet met elkaar.

In een tijd waarin het christelijk geloof een steeds grotere minderheid in ons land wordt, is de vraag of we ons moeten blijven concentreren op die tegenstelling. Daardoor kan de indruk ontstaan dat wij als christenen het beter weten dan de ander. En dat riekt dan weer naar arrogantie.

In ons wijkwerk willen we aansluiten bij waar mensen zijn. Het geloof is een belangrijk aspect in ons leven, maar niet het enige.

Zingeving begint voor mij met het aanvaarden van de uniciteit van elk mens. Ieder heeft een eigen achtergrond en levensgeschiedenis. In dat leven kunnen situaties ontstaan waardoor die persoon zich vragen stelt over het leven. Dat kan zijn door zijn schuldsanering, door zijn psychische gesteldheid, door zijn leefomgeving of door zijn religieuze achtergrond waar hij vragen bij heeft. Ik acht het ene aspect niet hoger dan het andere.

Zingeving is jarenlang een monopolie van de religieuze instellingen geweest. Maar zingeving is niet alleen een religieuze aangelegenheid. De relatie met de Schepper is een aspect daarin. Andere aspecten zoals de relatie met de medemens, de natuur en met jezelf zijn net zo belangrijk. Evenals de manier waarop een mens in zijn samenleving staat en de manier waarop hij daarvoor al dan niet wordt gewaardeerd.

Zingevingsvragen benader ik daarom niet alleen religieus. Ik wil luisteren naar de vragen van de persoon, respect hebben voor zijn achtergrond en proberen een antwoord te vinden op de vragen die hij heeft. Samen te zoeken naar de zin daarvan.

donderdag 14 juni 2012

Column Friesch Dagblad 46: Een gemeentestichter in een dorp?

"Wat doet een gemeentestichter nou in een dorp?" zal menig lezer hebben gedacht na het lezen van het artikel over een inspiratieweekend dat mijn vrouw Aneta en ik vorig weekend in het dorp Eastermar mochten leiden. In alle gemeentestichtingsliteratuur is het vooral het bereiken van de steden wat de klok slaat. Daar gebeurt het. Daar loopt de cultuur voorop en kunnen we de massa's bereiken.

Toch zijn er overwegingen om missionair werk ook in dorpen te bevorderen. Nu ik al veertien jaar in deze wijk woon, valt het me op hoezeer stadswijken eigenlijk verstelijkte dorpen zijn. Het "weet je het al van die en die" is bekend bij de doorgewinterde wijkbewoner die in enkele gemeenschapsgebouwen vertoeft. Het nieuws gaat mond-op-mond sneller dan je denkt. Moeten wij daarom de stadswijk anders benaderen dan het dorp?

"Maak alle volken tot mijn discipelen" was de opdracht van onze Heer. Het ging hem om mensen, etniciteiten, gemeenschappen. Daarin maakte hijzelf geen onderscheid tussen steden en dorpen. Sterker nog, we lezen dat Hij rondtrok door het land, onderwijzend in steden, dorpen en gehuchten. Bij hem stond de prediking en de mens voorop, niet waar Hij woonde.

Verder zien we tegenwoordig een groeiende behoefte naar gemeenschap. Dat geldt voor alle mensen op alle plekken. Ook dorpelingen hebben die behoefte. Alhoewel de gemeenschapszin in dorpen over het algemeen nog groter is, heb ik gemerkt dat men daar veelal vastgeroest zit aan ingesleten patronen. Waar de ontzuiling in de steden allang heeft postgevat, gebeurt het in dorpen nog wel dag gelovigen van diverse geloofsgemeenschappen en ongelovigen naast elkaar leven en elkaar niet zien staan. Juist de behoefte naar nieuwe vormen van gemeenschap waarin dergelijke patronen kunnen worden doorbroken kan een opening zijn voor missionaire projecten.

Dat mensen behoefte hebben aan erkenning van het mens-zijn en niet afgerekend worden op uiterlijkheden als afkomst, familie of religieuze herkomst, kan daarbij helpen. Zoeken naar wegen om naast mensen te staan en ons met hen te identificeren net zoals Jezus dat deed, is niet beperkt tot stedelingen. Ook dorpelingen hebben behoefte aan dergelijke mensen.

De missionaire roeping van Jezus is voor iedereen. Voor de stedeling en voor de dorpeling. En voor iedereen die daar tussen zit. Zijn roeping geldt voor elke gelovige, ongeacht afkomst, ras of sekse. Dus ook in de dorpen mogen wij leren volgeling van Jezus te zijn. Het "gaat dan henen" geldt niet alleen voor ver weg, maar ook voor dichtbij. Ik hoop dat leven met Jezus ook in dorpen tot nieuwe verbindingen zal leiden.

donderdag 7 juni 2012

Herontdekken hoe je kerk bent in een dorp

In het Friesch Dagblad stond vandaag een artikel over een inspiratieweekend dat Aneta en ik afgelopen weekend in Eastermar (Friesland) mochten leiden. Lees het artikel hieronder.

Hoe kun je als kerk missionair zijn in het dorp? De Protestantse Gemeente Eastermar hield afgelopen weekeinde een Inspiratieweekend over deze vraag. De dorpsgemeente zoekt naar nieuwe wegen.

Hanneke Goudappel

Eastermar | In het inspiratieweekend waren Rick en Aneta Jansen uit Arnhem te gast in Eastermar. Rick Jansen is een zogenoemde tentenmaker. Naast een ‘gewone’ baan is hij buurtpastor en missionair gemeentestichter bij Villa Klarendal in Arnhem. Hij schrijft daarover maandelijks als columnist in het Friesch Dagblad.

Eastermar had Rick en Aneta Jansen uitgenodigd om te vertellen over hun ervaringen als missionair werkers van Villa Klarendal, ter inspiratie van missionair leven op het platteland. De dorpsgemeente is al langer bezig met bezinning op hoe ze kerk wil zijn in Eastermar. ,,In 2007 moest een nieuw beleidsplan worden geschreven”, vertelt ds. Wim Stougie. ,,Ik was hier toen nog geen predikant. Samen met gemeenteadviseur Piet Beintema is de gemeente op zoek gegaan naar het profiel van de gemeente. Drie profielen kwamen naar voren: calvinistisch met accent op de verkondiging, evangelicaal met accent op ontmoeting en kringenwerk, en het kerk op het dorp-profiel met een oecumenisch-diaconale insteek. De drie profielen tonen de veelkleurigheid van de dorpsgemeente.”
Visie

Een groot thema in de afgelopen jaren vormden de gebouwen. De kerkgemeenschap telt twee kerken: de voormalige hervormde kerk op It Heechsân en de voormalig gereformeerde kerk aan De Buorren. ,,De gereformeerde kerk gaat dicht. Daar is veel aan vooraf gegaan. Het bracht allerlei emoties mee en het ligt gevoelig”, zegt Stougie. ,,Terwijl wij al midden in het kerksluitingsproces zaten, verscheen Meer dan hout en steen. Handboek voor sluiting en herbestemming van kerkgebouwen. Dit boek wees ons erop dat je geen gebouw moet sluiten, zonder te praten over visie: hoe wil je kerk-zijn? Aan de hand van dit boek zijn we hierover verder gaan nadenken.”
Uit een aantal visiegesprekken dit voorjaar kwam naar voren dat met name het profiel ‘missionair kerk voor het dorp’ breed wordt gedragen. ,,Mensen werden hier enthousiast van. Ze zijn trots op de kleine dingen die we anders doen: de bloemengroet die nu ook naar mensen buiten onze kerkgemeenschap gaat, onze diaconie die naast mensen van het dorp staat: kerkelijk of niet. Ik ga geen succesverhaal vertellen van: kijk wat wij nu allemaal doen. Er begint echter wel iets te groeien van passie voor het dorp, op allerlei fronten in de kerkgemeenschap."

Belangeloos

Rick en Aneta Jansen vertelden zaterdagavond over het werk van Villa Klarendal, een laagdrempelige gemeenschap in een Arnhemse volkswijk. Zondag ging Rick Jansen voor tijdens de kerkdienst en daarna was er een ‘nagesprek’. ,,Een paar dingen troffen me. Samen gaan ze een weg van ‘luisterend bidden’. Telkens weer proberen ze de stem van God te horen. Wat ook opviel is dat het niet gaat om het rondpompen van gelovigen. Villa Klarendal is er echt voor de mensen van Klarendal. En: kwaliteit gaat voor kwantiteit. Het gaat om echte zorg voor mensen. Villa Klarendal denkt niet in getallen.”

Het weekend heeft Stougie en andere gemeenteleden geïnspireerd. ,,Veel missionaire presentie heeft een sfeer van ‘als ik jou maar over de streep trek’. Rick en Aneta Jansen steken juist in op belangeloosheid. Ze nemen de schepping als basis voor al het denken over missionair werk: ieder mens is door God geschapen en verdient onze aandacht, aanvaarding en respect.”
,,Spannende vraag is hoe we de verbinding met het dorp in Eastermar sterker kunnen vormgeven”, zegt Stougie. ,,Onze zoektocht is waar voor ons de kansen liggen. Daarover ging het nagesprek. Een paar dingen die daar uit kwamen: ga naast mensen staan. Meer bidden. Oren en ogen open. Durf uit je eigen groep te komen en present te zijn. Geniet van de goede ontmoetingen en bouw daarop voort. Kijk goed wat het afstoten van een kerkgebouw voor dit dorp betekent.”

Dat laatste is actueel. Nu de voormalige hervormde kerk wordt gerestaureerd en anders wordt ingericht, zal die in de toekomst worden gebruikt voor de kerkdiensten. ,,De gereformeerde kerk moet nog worden verkocht. Omdat Eastermar geen dorpshuis heeft, wordt die echter ook vaak gebruikt voor dorpsactiviteiten. Een ingrijpende vraag is: gaan we de kerk verkopen vanuit het economische principe: het moet wel iets opleveren? Ricks boodschap was helder: Als je hem verkoopt en je ontneemt het dorp een plek voor ontmoeting dan laat je het dorp in de kou staan. We zijn hierover dus nog niet uitgedacht.”
Rick Jansen vroeg de deelnemers ook hoe ze de verbinding met het dorp gaan leggen in hun dagelijks leven. ,,Een aantal mensen vertelde dat ze die verbinding al heeft, bijvoorbeeld rond sport. Een ander mooi voorbeeld was een World Servants-benefietconcert dat deze winter in de kroeg plaatsvond.”
Rick en Aneta hebben veel respect voor traditionele kerken en ze pleiten voor mixed economy. ,,Een gemeenschap van de traditionele kerk en een missionaire gemeenschap van mensen die ‘anders verder’ gaat, en dat die elkaar stimuleren. Dat blijft vooralsnog mijn grootste vraag: hoe doe je dat op een dorp?

dinsdag 15 mei 2012

Column Friesch Dagblad 45: Fulltime christelijk werker

"Weet je wat ik vet zou vinden?" vraagt een vriendin aan mijn zoon. "Om een tijdlang in de zending in het buitenland te werken". "Waarom dan?" vraagt mijn zoon terug. "Dan leer je God op een andere manier kennen. Dan maak je wonderen mee en dat versterkt je geloof".
Een zendeling komt vertellen in de kerkdienst. Van de geweldige dingen die zij meemaakt. De kerkgangers hangen aan haar lippen. Wat geweldig!!!

Het is ook geweldig. God werkt in deze wereld op een geweldige manier. Hij is toch geweldig? Maar soms lijkt het erop alsof christenen denken dat God alleen maar geweldig is daar ver weg. Hier dichtbij maak je het blijkbaar niet mee. Gaat het leven zijn gangetje. Is het zo gewoon. Daar ver weg is het avontuur. Daar doet God grote dingen.

Bij mij gaan bij die verhalen de nekharen omhoog. Prachtige verhalen. Met verkeerde gedachten. Het denken gaat uit van een tweedeling. Tussen het "gewone leven" en het "geestelijke leven". Zendelingen leven in een geestelijk leven. Want zij doen hun werk fulltime "voor de Heer". Wie "gewoon werkt" werkt dus slechts parttime voor de Heer of doet Gods werk in vrijetijd.

O ja? Is dat zo? Is alleen het werk dat voor de kerk, gemeente of christelijk werk wordt gedaan werken voor God? Dan betekent dit dat slechts 10 uur van ons wekelijkse leven echt zinvol wordt ingevuld. En de rest is dan tweederangs. Want dat is niet voor de Heer. Het London Institute for Contemporary Christianity in Engeland heeft een mooie slogan bedacht. "Iedere christen is een fulltime werker". Want God heeft ons niet op de wereld gezet om af en toe voor Hem te werken. Hij wil dat wij Hem in ons héle leven volgen. Niet alleen als we naar de kerk gaan. Maar ook als we naar de sportclub gaan. Op kantoor zitten. Gezellig aan de bar zitten. Of onze noodzakelijke inkopen doen.

Discipelschap in ons hele leven. Regelmatig heb ik diepgaande gesprekken gehad op mijn werk. Pastorale gesprekken midden op straat. Of gesprekken van hart tot hart in het wijkcentrum. En wonderen gezien in de wijk. Dan geef ik computerles, doe ik boodschappen of werk ik "gewoon" op het stadhuis. Maar ik weet dat Degene die in mij is niet gewoon is.

Ben ik een griffier? Een wijkwerker? Een computerdocent? Of een buurtpastor? Voor alles ben ik een discipel van Jezus voor het leven. Een fulltime christelijk werker. Midden in de wijk. Midden in de samenleving.

dinsdag 17 april 2012

Column Friesch Dagblad 44: een empowering power

We kijken met zijn allen met grote ogen naar het huis in Den Haag. Zes onderhandelaars spreken samen over bezuinigingen en hervormingen en spreken zelfs met een gedoogde gedoger om het beleid er doorheen te krijgen.

Wat gaat het worden daar in Den Haag? We weten het niet, maar als we de geruchten horen wordt het weer een grote bezuinigingsslag aan de onderkant van de samenleving.

Deze regering lijkt maar een motto te hebben. Dat is 'eigen verantwoordelijkheid eerst'. We zijn als burgers allereerst zelf verantwoordelijk voor ons leven. Of het nu gaat om sociale zekerheid, zorg, werkgelegenheid of welzijnswerk, je bent er vooral zelf verantwoordelijk voor.

Er valt wat voor te zeggen. Ik zie de mensen om ons heen die het jaren in de pamperverzorgingsstaat lekker warm hebben gehad. Ze spreken me aan. Of ik werk weet voor ze. O ja, ga schoonmaken of brieven rondbrengen. Hoeveel levert dat dan op? Als ik het uurloon noem, zie ik ze rekenen. Antwoord: daar doe ik het niet voor. Dat is evenveel als de uitkering. Dat klopt. Maar als je werkt, ben je veel waardiger. Je werkt voor je eten en houdt niet het handje op.

Maar er zijn ook mensen die het niet kunnen. Die niet in staat zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven. Waarom niet? Omdat ze de kennis missen die daarvoor nodig is. Die niet weten welke instanties er zijn. Ik ben ze soms met de handen in het haar tegengekomen. Wat moet ik nu? Ik verwees ze naar een instantie waar ze direct geholpen werden. En blij dat ze waren! En dat regelden ze zelf.

Er zijn mensen die de kracht missen om hun leven zelf ter hand te nemen. Ze hebben te lang aan de kant gestaan. Hebben om wat voor reden dan ook een achterstand op de arbeidsmarkt. Ze willen wel, maar kunnen niet. En dan zegt de samenleving: doe het maar. Lekker makkelijk.

Mijn oplossing? Mensen helpen hun kracht te vinden. Om het maar in echt Nederlands te zeggen 'hen empoweren'. Naast ze staan en hen helpen zelf kracht te vinden hun leven op poten te zetten. Door hun talenten te ontdekken.

Christenen zullen snel reageren met 'ja, maar je mag geen dingen uit eigen kracht doen'. Dat klopt. Maar dat gaat over ons leven met God. In ons geestelijke leven roept Hij ons op van Hem afhankelijk te zijn. Door de Geest worden 'empowered'. Maar maatschappelijk hebben we wel degelijk de opdracht ons leven op te pakken. Te werken in het zweet des aanschijns.

Ik wil er aan werken krachtige mensen te zien ontstaan die hun zwakheid achter zich laten en waardig door het leven te gaan. En zie dat als een opdracht van God.

woensdag 21 maart 2012

Column Friesch Dagblad 43: Buurtpastor voor iedereen in de wijk

Een paar jaar geleden begonnen we met Villa Klarendal om een gemeente te stichten. De gemeente was in feite al ontstaan, maar moest nu worden omgevormd van Youth for Christ-wijkproject naar christelijke wijkgemeenschap.

Nu we anderhalf jaar verder zijn, is de wijkgemeente gedaald in de wijk. Dat blijkt ook uit hoe er in de wijk naar de gemeenschap wordt gekeken. Was het wijkproject een paar jaar geleden nog aangeschoten wild, waar andere kerken niet mee wilden samenwerken, nu wordt de gemeenschap gevraagd deel te nemen aan activiteiten van andere kerken. Er is regelmatig contact met de buurtpastor van de r.-k. kerkparochie.

We moesten een halfjaar geleden afscheid nemen van het kerkgebouw dat meer dan een eeuw als katholieke parochiekerk had gefungeerd. Daar kun je als medechristenen arrogant op reageren in de zin van ‘zie je wel, die kerk heeft zijn langste tijd gehad’. Wij kozen ervoor pijn te lijden met de wijkbewoners die de kerk van hun ouders, van hun doop, van hun huwelijk, van de begrafenis van hun ouders weer moesten teruggeven aan de wereld.

Daarom waren we met een afvaardiging bij de ‘ontheiliging’ van de kerk. Wij zijn met zijn allen een kleine groep in deze wereld. Lichaam van Christus in de buurt over de kerkmuren heen. En ja, als een lid lijdt dan...

De gemeenschap is er. Je zou het, net zoals de titel van het vrijdag gepresenteerde boek, Anders verder kunnen noemen. De gerichtheid op activiteiten maakt plaats voor duurzame relaties. Mensen klampen ons aan met persoonlijke vragen. We krijgen speelgoed en kleding van vrienden en collega’s om uit te delen. We zijn van gemeentestichter buurtpastor geworden. Maar anders dan in de gewone kerkgemeente, waar pastoraat wordt verleend aan degene die het lidmaatschap heeft aangevraagd, zijn we pastor voor de wijk. Pastor op straat, bij Albert Heijn, in het wijkcentrum, bij de carnavalsoptocht of bij mensen thuis.

De buurt is ons werkgebied. ‘Hoeveel mensen komen bij jullie?’ wordt me weleens gevraagd door christenen. Dat is zo lastig te beantwoorden, want dat gaat uit van de kerkgemeente en in het bijzonder de ‘zondagse eredienst’ als centrum van het leven. ‘We hebben wekelijks contact met driehonderd mensen in de buurt’ is dan mijn antwoord. Geloven die? Soms wel, soms nog niet helemaal en soms nog helemaal niet. Maar dat weerhoudt die mensen er niet van contact met ons te hebben. Dat willen wij ook onvoorwaardelijk en wederkerig met hen hebben. Licht. Zout. Aantrekkelijk. Pastor(str)aat.

maandag 27 februari 2012

Kleine groepen tegen consumptiementaliteit in kerken

Vandaag verschenen in Friesch Dagblad

Hilversum | ‘Uw gemeente is een kleine gemeente! Het maakt niet uit of er vijftig, honderd, driehonderd of een paar duizend samenkomen in uw gemeente. Dat aantal is klein in vergelijking met het aantal mensen in uw omgeving dat Christus niet kent en dat niet naar de kerk gaat’.

De aankondiging van de eendaagse conferentie ‘Missional life & church’ die afgelopen zaterdag plaatsvond in Hilversum sprak me aan. Wie wil geen impact hebben op zijn eigen omgeving? Maar toen ik las wie de spreker was, vroeg ik mij af wat hij mij kon leren. Greg Surratt, senior pastor van de ‘multi site’ Sea Coast Church (zie onderaan). Een gemeente met dertienduizend leden die een van de megakerken is in de Verenigde Staten en op veel christelijke Top 10-lijstjes staat. Kunnen wij uit de VS iets nieuws leren?

Surratt begon de conferentie met het schetsen van de spanning tussen de ‘attractionele’ en de ‘missionaire’ gemeente. Bij de attractionele gemeente ligt de focus op de zondag. Alles draait erom dat wat daar gebeurt goed moet zijn. Als het daar goed gaat, gaat het in de rest van het leven ook goed. Het gebouw, de muziek, de preek, alles moet zo volmaakt zijn, dat mensen zich volledig op hun gemak voelen. Bij de missionaire gemeente ligt juist de nadruk op de gemeenschappen die er doordeweeks zijn. De zondagse samenkomst maakt daar onderdeel van uit, maar is niet het centrum van het gemeenteleven.

Surratt richtte 23 jaar geleden Sea Coast Church op, vanuit een diep verlangen om een kerk te zijn voor onkerkelijken. Zo ontstond een attractionele kerk met uitmuntende planning, intensief gebed, veel activiteiten en zorgvuldige evaluatie.
Na twee decennia kwam de kerkleiding tot de conclusie dat verandering nodig was. Onderzoek wees uit dat ondanks de groei van megakerken het totaal aantal kerkgaanden hetzelfde bleef. Ander onderzoek leverde in de VS het 40/60 diagram op. 40 procent van de bevolking kan worden bereikt door het attractionele kerkmodel. De resterende 60 procent voelt zich daardoor niet aangetrokken en blijft daarom onbereikbaar. Dat percentage wordt alleen maar groter. In Nederland schat ik zelf die verhouding op 20/80.

De attractionele werkwijze zorgde ook voor een consumentenmentaliteit. Er werd een show opgevoerd waar gemeenteleden naar konden kijken en luisteren. Af en toe kwam Surratt in gesprek met nieuwe mensen die naar eigen zeggen bij andere kerken hadden ‘geshopt’ om te zien wat het beste bij hen past.
Om die reden zocht de leiding van Sea Coast Church naar een missionair model dat naast het attractionele kon functioneren. Die werd gevonden in het creëren van een discipelmakende cultuur in de gemeente, waardoor discipelen de cultuur om hen heen zouden beïnvloeden.

Leiders dragen de nieuw te bouwen cultuur, aldus pastoraal leider Chip Judd, volgens het principe ‘Je onderwijst wat je weet, je brengt voort wat je bent’. Voor een gezonde cultuur, zijn gezonde leiders nodig. De leider moet eerst zelf leren zijn identiteit te vinden in God. Want ‘om iets weg te geven, moet je het eerst ontvangen’.
De basis voor discipelschap is ‘heb de Heer lief met heel je hart en je naaste als jezelf’. Die bestaat uit drie delen: God liefhebben, je naaste liefhebben en jezelf liefhebben. Om jezelf lief te hebben, moeten discipelen leren om de liefde van God te ontvangen. En daarin te rusten.
Dat we niet van God kunnen ontvangen heeft te maken met de zondeval. Bevrijd van angst en schaamte kunnen we elkaar open benaderen.

De discipelschapsprincipes leren leiders hoe ze gemeenteleden in kleine missionaire groepen kunnen laten samenkomen, om samen God te zoeken en elkaar te steunen en van elkaar te leren. Net zoals Jezus eerst God zocht, daarna een groep discipelen bijeen bracht, met hen optrok en hen vervolgens uitzond. Deze groepen, van maximaal drie personen, zijn niet de traditionele huisgroepen of Bijbelstudiegroepen, maar delen hun hele leven met elkaar. Daarin kan de openheid worden ervaren van samen delen van successen en moeiten. En kan men elkaar helpen christen te zijn in deze wereld.
Het bouwen van een discipelschapscultuur vergt tijd en nabijheid. Het kan niet even snel worden gedaan en ook niet van een afstand gebeuren. Dat is een waarschuwing die Judd ons gaf. Maar in deze wereld is juist behoefte aan mensen die weten waar zij vandaan komen.

Ik vind het mooie gedachten. Ze spreken me erg aan. Greg Surratt was er eerlijk over. Als hij nu opnieuw begon, zou hij een missionaire gemeente opzetten. Om als gezin Gods roeping uit te leven in een bepaalde omgeving voor een bepaalde doelgroep.

De oprechtheid en eerlijkheid van hem en Chip Judd spreken voor zich. Zij hebben zichzelf de principes die zij verkondigen eigen gemaakt. Daarmee geef ik hen het voordeel van de twijfel. Ik ben benieuwd naar de gevolgen in ons land.

Op dit moment heeft de Sea Coast Church dertien locaties met 29 samenkomsten, elk weekend. Meer dan 13.000 mensen bezoeken ieder weekeinde de kerkdiensten. Sommige van de locaties worden door ‘slechts’ honderd mensen bezocht, terwijl andere bezocht worden door enkele duizenden. Als gevolg hiervan begrijpt voorganger Greg Surratt zowel de megakerkwereld als ook de wereld van de kleinere gemeenten. Hij is een van de bestuursleden en oprichters van een gemeentestichtingsnetwerk dat in de afgelopen tien jaar betrokken is geweest bij de start van meer dan tweehonderd kerken in de Verenigde Staten.

woensdag 22 februari 2012

Column Friesch Dagblad 42: Ode aan de kleine vrouw

Het was me het maandje wel. Whitney Houston gevonden in bad. Prins Johan-Friso gevonden onder de sneeuw. Job Cohen vertrokken als PvdA-leider. Allemaal nieuws verpakt in persoonlijk leed. We leven met ze mee.

Toch heb ik daar altijd een dubbel gevoel bij. Dat gevoel werd goed verwoord en uitgebeeld door een foto die op Facebook verscheen met aan de ene kant Whitney met de tekst '1 person dies and 100 million cry' (1 persoon sterft en 100 miljoen huilen) en aan de andere kant een uitgemergeld Afrikaans kind met de tekst '100 million die and no one cries' (100 miljoen sterven en niemand huilt). Ons verdriet is opgeklopt door het nieuws dat we zien en horen. Wat erg, denken we op het moment. Een week later is er weer een nieuw verdriet of een nieuwe schok.

Het leven staat ook in Villa Klarendal niet stil. In diezelfde twee weken was er bericht van het sterven van een zieke bezoeker, de geboorte van 2 kinderen (een tweeling!) en het overlijden in Suriname van een dochter van een bezoekster die zelf ook tijdens haar langdurig verblijf bij haar moeder vaak bij ons was geweest. Dit laatste schokte ons het meest. Een jonge vrouw van 41 uit het leven weggerukt.

In de dagen na het bericht van het sterven ben ik veel bij moeder en stiefvader geweest. Dan komen de verhalen los. Van de vraag van dochter wat haar leven voor doel had. Al jong ziek, waardoor een normale schoolloopbaan onmogelijk was. Dus ook geen werk, want zonder opleiding is dat niet mogelijk. Gebrek aan sociale contacten, waardoor ook een huwelijk niet tot de mogelijkheden behoorde. En dus ook niet gehoor kunnen geven aan het gebruikelijke verlangen naar eigen kinderen. Als je niet kunt voldoen aan die gewone dingen des levens, wat heeft je leven dan voor zin?

Moeder vertelde dat als haar kleinkinderen bij haar thuis kwamen, ze direct vroegen naar de tante. Ze wilden graag bij haar zijn. Niet voor niets. Kinderen worden aangetrokken tot wat echt en puur is.

Ze bleef hoop houden. Er leek een oplossing voor haar medische probleem gevonden. Moeder had al veel medicijnen ingeslagen. En dan ineens het onverwachte. Ze is er niet meer! Alle hoop weggeslagen. Twee dagen daarvoor bezochten haar broers haar. Ze wilden twee dagen later terugkomen. 'Kom dan wel eerder op de dag' zei ze, 'want later op de dag heb ik een afspraak met God'. Had ze in een droom gehoord. Inderdaad. Het tijdstip van haar overlijden.

Ze is er niet meer. Of toch wel. Ze heeft een date met God. Alle leed en vragen voorbij. Veilig in Jezus' armen. Het onbeduidende voor mensen is zeer waardevol voor God!

zaterdag 11 februari 2012

Missionair werk en buurtpastor

Jarenlang zijn we met Villa Klarendal al aan het werk in onze wijk Klarendal. Wat zijn wij nu, vragen sommigen zich af.

Eerst waren we een missionaire pioniersplek. We pionierden in de wijk en bereikten zo veel mensen in de wijk. Juli 2010 is ons werk gewijzigd in een christelijke wijkgemeenschap. Een wijkgemeente waarin wijkbewoners zich thuis kunnen voelen.

Toch krijgen we veel vragen. Zijn we nou katholiek of protestants? Lastig als wij antwoorden dat we daar niet op kunnen en willen antwoorden. Mensen moeten zelf ervaren wat het geloof inhoudt en dat niet laten afhangen van het soort labeltje dat daaraan hangt.

De laatste tijd werken wij veel samen met het katholieke buurtpastoraat. Dat vind ik een mooi woord. Pastoraat wordt door veel kerken geïnterpreteerd als het zorgen voor mensen die deel uitmaken voor mensen die aangesloten zijn bij de eigen kerk.

Buurtpastoraat gaat verder. De doelgroep is de hele buurt. Niet alleen aan kerkleden wordt hulp geboden, maar aan iedereen die dat nodig heeft. Dat gebeurt door bij mensen thuis te komen. Maar vaker door deel te nemen aan activiteiten of die zelf te ondernemen.

Enkele voorbeelden. Wekelijks coördineer ik het uitdeelpunt van de Voedselbank in de wijk. Daardoor hebben we wekelijks contact met mensen. Afgelopen vrijdag had ik een mooi voorbeeld van hoe buurtpastoraat werkt. Een vrouw komt bij ons en vertelt dat zij volgende week niet zal komen, omdat ze in het ziekenhuis wordt opgenomen voor haar anorexiaprobleem. Ze is er al uit aan het komen, maar komt niet genoeg aan. Waarom ze eraan werkt? Omdat ze wekelijks ons ontmoet en daardoor zoveel warmte ervaart, dat dit haar stimuleert om zelf haar leven ter hand te nemen. Even later een andere man die vertelt dat hij graag van zijn drankprobleem af wil door zijn kwaliteiten in te zetten. Samen denken we na over mogelijkheden. Een ander wil inbreken op het gesprek. Ik moet haar afhouden. Na het gesprek vertelt ze blij dat ze een baan en een huis heeft gekregen. Mooi hè. Wilde ze toch met ons delen.

Sommigen komen na verloop van tijd bij onze brunch en viering. We nodigen ze uit, maar gaan niet dwingen. Het pastoraat vindt dan ook niet alleen op die zondagen plaats. Maar op alle dagen dat we met mensen contact hebben.

En daardoor is het ook lastig om te antwoorden op vragen als 'hoeveel mensen komen bij jullie'. Want die vraag (vooral van christen) gaat uit van de gedachte dat zondag de centrale plek is in ons werk. Dat is dus niet zo. Daarom antwoord ik altijd met 'ligt eraan wat je bedoelt'. Wij hebben wekelijks contact met 300 mensen, waarvan tussen de 5 en 50 op zondag langs komen.

Van missionair pionier, naar missionair werker naar buurtpastor. Het werk stabiliseert. Mensen weten ons te vinden. Wij mogen met en voor hen werken.

woensdag 25 januari 2012

Column Friesch Dagblad 41: Wijk van de kaart

Het was weer eens zo ver afgelopen week. Het nieuws stond bol van een steekpartij waarbij een meisje van 14 en haar vader betrokken was. Het meisje is zelfs na een week aan haar verwondingen overleden. Dader was een jongen van 15 jaar die werd aangemoedigd door een oudere man.

De wijk waar het gebeurde werd met naam en toenaam genoemd. Inderdaad: een van de prachtwijken. De lezer werd bevestigd in zijn vooroordeel dat je vooral niet in die wijk moet wonen. Dat de dader uit Capelle aan den IJssel komt weten we, maar niet uit welke wijk hij komt. De wijk waar het gebeurde blijft gestigmatiseerd als probleemwijk. Ver weg van blijven, is wat je tussen de regels door de schrijver hoort zeggen.

Slecht nieuws is nieuws. Goed nieuws is dat niet. Steeds meer prachtwijken verbeteren zienderogen. Dat nieuws wordt niet gehoord. Of wordt geplaatst als kleine mededeling op de achterpagina. Dat de sociale betrokkenheid in deze wijken groot is. Dat mensen steeds meer oog voor elkaar hebben. Dat mensen uit hun sociale isolement worden getrokken en door activiteiten de weg naar de gewone samenleving weer terugvinden. Je hoort er gewoon niets van.

Het lijkt wel of de problemen van andere wijken niet worden gezien. Nogal logisch natuurlijk. Over het algemeen worden daar de problemen ver achter de voordeur gehouden. Zodat niemand ze ziet of hoort. Dan krijg je van die toestanden als dat bekende paar uit een dorp midden in Arnhem. Op een dag staan de dochters 's avonds laat op straat en belt de man de politie dat hij zijn vrouw heeft omgebracht. Omwille van de privacy van het gezin wordt de toedracht niet vermeld. Hij was de directeur van Gelredome. Heel het dorp in rep en roer. Het was zo'n mooi gezin. Ze deden zoveel voor de buurt.

Beide situaties zijn vreselijk en wens je niemand toe. Maar waarom wordt de directeur in de fraaie dorpswijk beschermd en ligt het probleem van het meisje in de prachtwijk op straat? Het doet bewoners van prachtwijken pijn. Zijn ze jaren aan het vechten om hun wijk boven jan te krijgen, is er een gebeurtenis waardoor het nieuws er bovenop zit, waardoor al het vechten voor niets lijkt te zijn geweest. "De wijk leeft! Zet de wijk op de kaart" zei een postercampagne in een andere prachtwijk Ook deze wijk stond op de kaart. En is nu van de kaart. In meerdere opzichten. De liefde voor de wijk blijft. De saamhorigheid is groot. Daar kunnen bewoners uit andere wijken een voorbeeld aan nemen.

dinsdag 3 januari 2012

Transformationeel leiderschap heeft de toekomst

In een artikel van Sam Rainer III waarin hij 10 trends voor de toekomst van de
kerk beschrijft, lees ik het volgende.

Charismatic leadership is based on the personality and charisma of a senior leader. Transformational leadership is based on the collective vision of an entire group. Both have their place, even in the church. A popular teacher should not lessen his or her charisma to detract followers. When the entire ministry structure is in place to elevate the leader, however, is when major problems arise.Charismatic teachers and leaders will always exist, but transformational leadership will become more popular in the coming decade.

Transformational leaders inspire people to reach for a common goal. They develop, train, and mentor future talent. They empower people to accomplish tasks. Creativity, transparency and authenticity are valued. Leaders and followers alike know what the goal is and how to achieve it. These leaders show everyone the big picture and why it’s important. The next 10 years will bring a fresh focus on local pastors leading local churches to become focused on a local mission.


Vrij vertaald: de behoefte aan charismatische leiders neemt af. Die aan transformationele leiders neemt toe. Transformationele leiders zijn leiders die oog hebben voor de ontwikkeling van hun mensen. Ze willen hen 'empoweren', zodat ze de juiste plek kunnen innemen.

Dat spreekt mij aan! Nog teveel worden wij in christelijk Nederland geconfronteerd met de vraag naar charismatische leiders. Ook in gemeentestichtingsland heerst nog steeds de gedachte dat we het niet kunnen zonder die leider die iedereen op sleeptouw neemt. En ben je niet zo'n leider, dan ben je niet geschikt voor gemeentestichting.

Ik heb daar altijd mijn vraagtekens bij gehad. Het probleem van een dergelijk model is de focus op 1 persoon. En wat gebeurt er dan als die persoon een mindere tijd heeft of zelfs een scheve schaats rijdt? Juist! Dan valt het hele werk in duigen.

Ik geloof daarom veel meer in een combinatie van transformationeel leiderschap en teamleiderschap. De nadruk op het ontwikkelen van mensen en het verbreden van het leiderschap over meerdere personen. Natuurlijk moet je voor het laatste wel goede afspraken maken en uitgaan van gezonde taakverantwoordelijkheid. Maar als dat er is, is dit een veel gezondere basis voor gemeentestichting, -vorming en -zijn, dan het oude afhankelijkheidsmodel van de Grote Geestelijke Leider. De christelijke Kim Yung Il. Dat laatste zeg ik cynisch, maar laat tegelijkertijd het gevaar van dat model zien, waarin alleen jaknikkers worden toegelaten tot de happy few rond het leiderschap.