maandag 26 mei 2008

Mooi werk, lastige keuzes

De blog van gisteren heeft blijkbaar geprikkeld, gezien de reactie van Johannes op die blog. Dat brengt me erop ook maar eens de andere kant te laten zien.

Want missionair werk is soms ook keuzes maken. Klaar staan voor mensen als ze iets nodig hebben. Er elke zondag zijn om de tafels te dekken of het in de week daarvoor voorbereide verhaal te vertellen. Die keuzes doen soms pijn. Komt er weer een uitnodiging voor een verjaardag van een familielid. En ja, altijd op zondag. Want op zaterdag zijn de noodzakelijke gymlessen, volleybalwedstrijden, zwemwedstrijden, en alle andere oefeningen die moderne middleclass ouders of hoger hun kinderen aan willen doen. Dan moeten we met pijn in het hart (meer voor de jarige dan voor onszelf, want het is meestal meer van hetzelfde) het verjaardagsfeest afzeggen.

Soms grijpen keuzes ook in op ons gezinsleven. Als de volgende gast zich onaangekondigd uitnodigt voor het eten om direct na het eten geld te vragen voor een pakje sigaretten (komt ze nou voor het eten, de gezelligheid of voor de sigaretten, vragen wij onszelf dan af). Soms laten we zo'n ongenode maar toch zeer welkome gast het woord voeren zodat hij of zij even het hart kan luchten. Soms laten we duidelijk merken dat de gast welkom is om mee te doen aan de gezinsactiviteiten. Dan mag hij of zij gewoon aanschuiven bij de tv-programma's die we die avond bekijken.

Soms zijn er van die spaarzame momenten waarop het ons wel eens teveel wordt. Dan zijn we Klarendallers onder de Klarendallers. Met andere woorden: niet de lieve vrede uithangen en met een sip gezicht de hele avond met spanning in het lijf proberen een gezellige avond met elkaar te hebben. Nee, dan spat het ervan af. Dan kan de buurt ervan mee genieten. En krijg ik wel eens te horen dat ik meer doe voor de buurt dan voor mijn eigen gezin of vrouw. Later wordt dat weer bijgelegd, natuurlijk. Maar op het moment doet dat dan wel pijn. Want ik doe het niet voor mezelf. Ik wil geen eer voor die mooie momenten en de keuzes die ik erin maak.

Mooie keuzes, ja dat zeker. Moeilijke keuzes, ja dat zeker ook. Ik en mijn huis, wij zullen de HERE dienen. Dat was de spreuk die we aan ons huwelijk hebben verbonden. Dat het dienen van de HERE soms in huis pijn doet hoort daarbij. Onze kinderen weten niet beter. We zijn gelukkig vaak genoeg thuis om de normale dingen des levens te doen. Onze kinderen komen als gevolg van overhoren van huiswerk (vooral mijn taak) nog steeds met goede cijfers thuis. Ze zijn door ons leven ook vrij zelfstandig opgevoed.

De keuze om in de wijk te wonen slaat ook weer op hen terug. Er wonen niet alleen maar prettige mensen in de wijk. Er zijn ook etters van mensen (kinderen) die je het bloed onder de nagels vandaan halen. Zoals de laatste tijd waarin een van onze dochters met die etters te maken hebben. Althans, om het in juiste bewoordingen te zeggen: lieve kinderen die ineens in een groepje veranderen in ettertjes. Staan ze eerst gezellig met haar te praten, komen er andere kinderen bij en ineens wordt ze geslagen. Begrijpen ze niet dat het niet normaal is om een ander te slaan. Willen ze weer graag vriendinnen worden, maar heeft mijn dochter het vertrouwen in ze verloren. Gaan ze bij wijze van aandacht trekken met steentjes naar mijn dochter gooien waarbij er eentje op haar hoofd terecht komt.

Dan is het lastig uit te leggen dat ze niet beter weten. Dat ook Jezus die moeite ervoer met de etters rondom hem. Dat hij ze bleef liefhebben, ook al vielen ze hem volledig af. Als mijn dochter dat niet aankan, begrijp ik dat helemaal. Dan staan we om haar heen als gezin in deze lastige wereld. Ze bijt gelukkig van haar af (zij het gelukkig met woorden, maar die kunnen soms ook pijn doen). We willen geen doetjes op de wereld zetten, maar stevige mensen die van aanpakken weten. Bij mijn zoon is het alvast gelukt. Die blijkt geschikt voor het leger. Die heeft zijn weerbaarheidstraining gehad in een prachtwijk met prachtmensen die af en toe in etters veranderen.

zondag 25 mei 2008

Missionair met alles wat in mij is

Evangelisatie of missionair werk. Wat is nou het verschil? Dat vragen sommigen mij af en toe. Om dat te verduidelijken enkele voorbeelden van missionair werk van de afgelopen tijd.

Een vrouw komt tijdens de brunch en viering bijna huilend binnen. Ze meldt dat haar zoon al een tijd niet op school is geweest door allerlei toestanden die ook voor een deel met hemzelf te maken hebben. Ze wil hem graag op een andere school, maar de enige mogelijkheid is op een school waar heel Arnhem van gruwelt. Ze weet het niet meer en is ten einde raad. We proberen haar te kalmeren en hoop te geven. Na afloop van de brunch en viering ga ik naar haar toe om een adres van de school te geven waar mijn dochter positieve ervaringen mee heeft. Ik verzeker haar dat mijn dochter er heel goed is opgevangen. De vrouw is zichtbaar opgelucht dat er meer mogelijkheden zijn dan die ene school.

Een man met zijn begeleider komt bij mij op computerles in het mediatrefpunt Klarendal. Hij zit in een scootmobiel en loopt met moeite daaruit weg. We beginnen te spreken en het blijkt dat hij nogal alleen door het leven gaat. Hij is ook niet altijd goed te verstaan. Of het mogelijk is om bij ons computerles te nemen. Bijkomend probleem is dat de beste man niet kan lezen en schrijven. Gelukkig hebben we een tijd geleden enkele CD's aangeschaft voor mensen die minder geletterd zijn. Wat ons betreft kan hij de computerles volgen, zij het met iets meer begeleiding dan anders. De man geniet zichtbaar van de momenten achter de computer, de gesprekken tussendoor en de oefeningen die hij goed doorloopt. Zelfs met een programma op een CD blijken de oefeningen toch lastig, omdat er veel typoefeningen worden gevraagd. Dus ga ik op zoek naar andere oplossingen. Ik kom terecht bij een organisatie die gehandicapten begeleidt die slechtziend of anderszins gehandicapt zijn. Via hen is het mogelijk de computer spraakgestuurd te maken. Afgelopen week was de begeleider weer meegekomen om advies over de arts die een medische verklaring moet opstellen die voor de verzekering nodig is om het spraakprogramma te bekostigen. Met de week zie ik de man opfleuren. Er is een uitweg uit zijn isolement.

Bij toeval loop ik in de plaatselijke supermarkt een regelmatige bezoeker van de brunch en viering tegen het lijf. Nog voordat ik kan vragen hoe het met hem gaat, begint hij over de problemen die hij met zijn verslaafde zoon heeft die hem de afgelopen week in elkaar geslagen heeft. Hij loopt zichtbaar moeilijk en grijpt regelmatig naar zijn rug. Ik zie een aantal zware boodschappen op de band staan en help hem door ze in de kar te zetten. Ik besluit hem te helpen de boodschappen in te laden in zijn auto en mee te gaan naar zijn huis om het daarna weer uit te laden en op te ruimen. We praten over de situatie met zijn zoon die hij nu uit huis heeft gezet. En drinken een pilsje na afloop in de mooie zelf aangelegde tuin die hij vol trots aan mij laat zien.

Missionair werk heeft eerst en vooral te maken met omgang met mensen. Mensen die wij tegenkomen en die na verloop van tijd zoveel vertrouwen hebben dat ze hun persoonlijke verhaal vertellen. Het blijft wat ons betreft niet bij luisteren, maar we willen actief meezoeken naar een oplossing voor hun probleem. In alledrie de verhalen is nog geen moment het evangelie uitgesproken. Toch zeggen ze alledrie dat ze merken dat we anders zijn. Ze beginnen erover na te denken. Soms willen ze er meer over weten.

In missionair werk willen we oprechte belangstelling hebben voor de mensen die we tegenkomen op de plek waar ze zijn en in de situatie waarin ze verkeren. Zij voelen zich gewaardeerd in hun mens-zijn door een dergelijke benadering. Zij zijn geen "bekeringsobject" waarin alleen het winnen van de ziel belangrijk is en de persoonlijke situatie een aanleiding vormt om het evangelie in kwijt te kunnen. In dat geval zouden we met een dubbele agenda werken. We beschouwen mensen als door God geschapen met een geest, ziel en lichaam, met behoeften op sociaal, financieel, maatschappelijk èn spiritueel (geestelijk) gebied.

Dat laatste is van even groot belang als de andere aspecten. Het hoort onlosmakelijk bij een mensenleven. Maar het is daar ook niet van los te koppelen. Alsof er maar één ding in het leven belangrijk is. Ik zie het leven met God als het belangrijkste in mijn leven, maar alle andere dingen zijn daarom niet minder belangrijk. Het leven met Hem is het ijkpunt waar mijn leven om draait. Op basis daarvan leef ik de rest van mijn leven. Probeer ik een zo oprecht mogelijk leven te leiden. Als mensen erom vragen, zal ik mij niet schamen voor mijn intenties.

Missionair zijn. Dat is mensen weer mens laten zijn. Ze te helpen een mens waardig bestaan te leiden. Als schepsel van God is het zo mooi om iets meer van de Schepper te weten te komen. God wilde immers mensen een waardig bestaan geven. Evangelisatie zonder daden is praten over een Schepper zonder te laten zien dat Hij een realiteit in deze wereld is. We kunnen Hem ervaren door ons leven aan Hem over te geven. Voordat dit gebeurt, kan Hij zich echter ook tonen door de daden van zijn volgelingen .

Daarom wil ik missionair zijn met alles wat in mij is. Met de dingen die ik doe, de houding die ik heb en de woorden die ik spreek. Zodat God in al die aspecten ten volle door mij heen kan werken. "Wat goed dat je dit doet" zeggen mensen soms, ook vandaag weer tijdens een multicultureel ontbijt tijdens het wijkfeest waarvoor we de brunch en viering opschortten. Dan denk ik bij mijzelf: het is God die dit in mij doet en mijn voorbeeld is. Zoals Jezus missionair was in alles wat Hij deed, zo mag ik Hem daarin navolgen. Dat is volgens mij de ware aanbidding: niet alleen op zondag tijdens een prettig gevoel bij een mooi zwijmelend liedje, maar van zondag tot en met zaterdag alles aan Hem geven, zodat Hij alles in mij kan gebruiken waar Hij het voor bestemd heeft.