zaterdag 30 mei 2009

In gesprek

Zaterdag is altijd zo'n mooie dag om even te reflecteren. Wat is er nou die week weer allemaal gebeurd.

Een van de dingen die ik deze week weer zo leuk vond was om regelmatig in gesprek te zijn. Niet datgene waardoor een ander je niet kan bereiken, maar juist met de ander in contact zijn.

Dinsdagavond bestaat ons leven 's avonds uit het lesgeven, dat steevast met een kwartiertje tot een halfuurtje uitwisselen leidt. Uitwisselen over wat er weer eens is gebeurd. Het leek vrij rustig te beginnen, totdat een cursist van maandag (een cursus die Aneta alleen doet) binnenstapte. Die zat op haar praatstoel, waardoor het gesprek over het halfuurtje heen ging. En ze deelde het een en ander over haar leven.

Woensdagavond is inmiddels een keer per twee weken ingeruimd voor een huisgroep bij ons aan huis. Begint eerst met een maaltijd met onze stagiaire, waarbij we samen lekker diep in gesprek gaan. De avond kwamen we maar niet uitgesproken. Wijzelf, de stagiaire, twee nieuwe medewerkers en vier vaste bezoekers. Diep gaan over wat de Heilige Geest voor ons betekent. Woorden als groei, blijdschap en vrijheid gingen over tafel. En we ervoeren dat het geen sociaal wenselijke antwoorden waren. Maar het ging ook over ergernissen tijdens de afgelopen brunch. En over hoe je daar als christen op kunt reageren. Dat ging nogal diep en daardoor werd het zeer persoonlijk. Ook al ging het om een nogal hilarisch onderwerp waar we eigenlijk allemaal wel de humor van inzagen gezien de vele lachsalvo's van de avond. Na het lange gesprek was het tijd afscheid te nemen van de jaarstagiaire die per 1 juni bij ons stopt. Ook weer met een lach en een traan, maar nu gepaard gaande met een CD en een ander afscheidscadeautje.

Donderdag kwam tijdens een uitgebreidere lunchpauze van het werk een interviewster langs die me dinsdag had gevraagd of ik een interview wilde afnemen over Emerging Church. Na wat afstemming met wat vrienden in het Emerging Netwerk, nam ik de vraag aan en zijn we driekwartier in gesprek geraakt met de microfoon onder de neus. Het blijft een onding voor een goed gesprek, maar volgens mij is het er wel uitgekomen. Soms denk ik wel: hoe komt dit over, maar dat laat ik aan de goede luisteraar over.

Vrijdag eerst weer computerles, waar we nu weer twee vaste cursisten hebben. De cursist die vorige week in tranen binnenkwam, omdat ze niets kon onthouden vertelde nu trots dat ze er toch steeds meer van begrijpt. Met een extra complimentje begon ze helemaal te gloeien. Toch wel jammer dat mensen van de leeftijd van mijn moeder nog dergelijke onzekerheden bezitten dat ze die complimenten van mensen in de leeftijd van hun kinderen nodig hebben. Maar ze was wel eerlijk dat ze het even niet zag zitten. Dan ben je wel in gesprek, zij het op een ander level.

En toen de Voedselbank. op een gegeven moment zaten we met negen mensen om de tafel. Grotendeels afnemers die even verhaal willen halen, maar ook enkelen die inmiddels weet dat wij hier wekelijks zijn, vast bezoeker zijn bij de Villa en/of cursist bij de computerles en even een bakje komen doen. De vrouw op de praatstoel van dinsdag (die van maandag overkomt) was er nu ook weer. Ik heb haar later uitgenodigd voor de brunch en viering, waar ze graag naar toe wil komen. Het hilarische onderwerp van woensdag kwam ook weer over tafel. Met dezelfde lachsalvo's erbij.

Ja, we zijn in de wijk op allerlei manieren met mensen in gesprek zijn. Het gaat ons dan ook niet alleen om dat ene moment van de zondag. Dat is een mooi ijkmoment waarin we tijdens het eten elkaar de verhalen van de week vertellen. Die verhalen nemen we mee naar de viering, wanneer we daarover in gesprek gaan met onze Vriend en Heer. Maar het verhaal krijgt een vervolg tijdens computerles, huisgroep of Voedselbank. Of zelfs midden op straat.

Mensen op zoek naar een luisterend oor. Mensen op zoek naar een plek om echte gemeenschap te ervaren. Daarbij gaat het niet om de fysieke plek, maar om de mensen met wie je het beleeft. Mensen lopen vaak door onze activiteiten heen. We hebben nauw contact met de mensen die de huisgroep bezoeken. Dat zien we als een van onze kernmomenten met hen. Maar we komen ze op de brunch en viering en bij de Voedselbank als medewerker of afnemer ook weer tegen. En op dat moment is er gelukkig geen verschil tussen wie medewerker of afnemer is. Behalve natuurlijk als men onverhoopt een keer misbruik van de relaties probeert te maken. Maar dat is gelukkig slechts sporadisch voorgekomen. Dan moet duidelijk worden gemaakt dat ze weliswaar de zelfde personen voor zich hebben, maar dat die personen toch ook weer een andere rol hebben dan op die andere momenten.

Afijn, we zijn op allerlei niveaus en met verschillende mensen in gesprek. Dat is maar wat ik wilde vertellen. En dat dit gesprek niet beperkt blijft tot twee uurtjes op de eerste dag in de week, maar door de week heen door gaat. Waardoor het christelijke woord gemeenschap een andere dimensie krijgt. Ook met de nog niet-zo-christelijke mensen. In een woord: heerlijk!

vrijdag 29 mei 2009

Interview Emerging Church bij Radio Oost

Het Pinksterfeest markeert de geboorte van de christelijke kerk, zo'n tweeduizend jaar geleden. Ook nu worden er nog nieuwe kerken geplant. Toch voelen veel gelovige mensen zich niet thuis in de bestaande structuren. Ze gaan op zoek naar nieuwe vormen van kerk-zijn. Binnen deze beweging ontstond de emerging church. Hier draait het niet om een bepaalde traditite, activiteit of geloofsbelijdenis. Maar waar draait het dan wel om?

Aldus de aankondiging op de website van het radioprogramma Hoogtij van RTV Oost (=Overijssel). Op pinksterzondag 31 mei tussen 8.00 en 8.30 konden luisteraars in het Oosten van het land luisteren naar een interview met mij over dit onderwerp.

Heeft u deze uitzending gemist? Beluister hem dan alsnog door op de volgende link te klikken:

Uitzending Hoogtij over Emerging Church.

Ik ben benieuwd wat je ervan vond.

woensdag 27 mei 2009

Artikel Friesch Dagblad over conferentie Urban Expression

Vorige week woensdag was ik op de conferentie van Urban Expression waarin Stuart Murray sprak onder andere sprak over "Relatie bestaande kerken en de Emerging Church (en andere nieuwe vormen van kerk-zijn)". Aangezien ik toch met een laptop aanwezig was, heb ik het een en ander uit zijn mond opgetekend en verwoord in een artikel dat vandaag in het Friesch Dagblad is gepubliceerd.

Hieronder de tekst van het artikel

______________________________________

Stuart Murray op conferentie van Urban Expression over nieuwe kerkvormen:

Gevestigde kerken spelen vaak thuiswedstrijd

Arnhem - Gevestigde kerken stralen vaak uit: kom maar naar ons. Buitenstaanders moeten maar naar de zondagse dienst komen en zich aanpassen. Deze kerken kunnen leren van nieuwe kerken, stelde Stuart Murray op een conferentie van Urban Expression. Maar de gevestigde kerken hebben nieuwere kerken óók wat te zeggen.

Urban Expression is een organisatie die teams werft en toerust voor zending in de stad. Hierbij richt zij zich op zichzelf financierende teams die pionieren in creatieve en relevante uitdrukkingen van de christelijke gemeente in stedelijke gebieden met weinig of geen kerkelijke presentie. Voor een conferentie die onlangs werd gehouden, was de Britse theoloog Stuart Murray uitgenodigd. Hij zoomde in op wat bestaande kerken en nieuwe kerken voor elkaar kunnen betekenen.

Murray vergeleek bestaande kerken met een sportteam. "Het is algemeen bekend dat een uitwedstrijd intimiderend is voor het bezoekende team. De entourage is onbekend, het publiek op de hand van de ander. Daarom wint een thuisteam vaak."
Nieuwe kerken hebben ontdekt dat de kerk altijd een thuiswedstrijd heeft gespeeld, aldus Murray. "Dat was niet zo erg in een tijd waarin iedereen zich vertrouwd voelde bij de cultuur die een kerkdienst uitstraalde. Tegenwoordig leven we echter in een cultuur waarin het kerkgebouw bijna als buitenaards wordt ervaren, waardoor bezoekers zich daar niet comfortabel voelen." Daarom gaan nieuwe kerken een andere weg: ze proberen dichtbij mensen te komen. "Net zoals Jezus mens werd en naar ons toe kwam (incarnatie)."

Bereik
Binnen gevestigde kerken, vooral bij pinkster- en evangelische gemeenten, heerst het idee dat men iedereen bereikt, zei Murray. "Uit allerlei onderzoeken in Groot-Brittannië blijkt dat dit niet zo is, en dat men slechts een klein deel van de samenleving bereikt." Doordat nieuwere kerken nieuwe groepen bereiken, kan dat gevestigde kerken aan het nadenken zetten over wie zij niet bereiken.
Sommige nieuwe kerken groeien ook door overloop uit de gevestigde kerken. Die mensen voelen zich in de bestaande kerk niet meer thuis, maar voelen zich wel aangetrokken tot een nieuwe kerkvorm. "Het lijkt erop dat gevestigde kerken moeite hebben om mensen die geestelijk volwassen zijn geworden verder te helpen", aldus Murray. In de emerging church-beweging zijn ook mensen welkom die lastige vragen stellen. Zo schrijft bijvoorbeeld iemand dat hij werd achtervolgd door vragen als ‘Waarom is Jezus zo boeiend en de kerk zo suf?’, ‘Waarom is Jezus progressief en laat Hij veel stof opwaaien, en is de kerk vaak conservatief en irrelevant?’, of: ‘Waarom staan christenen bekend om geen-seks-voor-het-huwelijk en SGP-politiek, en niet om liefde en genade?’

Mensen met lastige vragen worden in hun eigen kerken - met name in de evangelische en pinkstergemeenten - vaak niet begrepen. Dat komt omdat deze kerken meer geïnteresseerd zijn in het geven van heldere antwoorden, zonder vragen te stellen, stelde Murray. ‘Emergers’ lijken daarentegen alleen vragen te stellen, zonder antwoorden te verwachten. Daarin kunnen ze volgens Murray van elkaar leren.
Vanuit nieuwe kerkvormen klinkt kritiek op de gevestigde kerken dat er te weinig ruimte zou zijn voor vriendschappen, als gevolg van een teveel aan activiteiten. Nieuwe kerken zetten in op vriendschappen voor het leven. Leven is voor hen de basis van het werk, niet de organisatie. Voor sommige gevestigde kerken lijkt ‘kerk-doen’ belangrijker dan ‘kerk-zijn’, stelde Murray.

Netwerken
Er wordt in Nederland veel nagedacht over samenwerking tussen verschillende kerken. Die samenwerking is grotendeels gestoeld op theologie. In nieuwere kerken komen christenen juist op een organische manier bijeen. Het gaat hen niet in de eerste instantie om de juiste theologie. Voor hen is netwerken belangrijker dan organisatie. "Daarin sluiten ze aan bij de maatschappij, die veel meer een netwerkmaatschappij is geworden en waar instituties sterk aan waarde verloren hebben. In die zin leren nieuwe kerken de bestaande kerken wat het betekent om post-denominationeel te zijn. Er wordt samengewerkt over de institutionele kerkmuren heen."

Murray benadrukte dat nieuwe kerken ook kunnen leren van de gevestigde kerken. Het gevaar bestaat anders dat de nieuwe gemeenschappen arrogant worden, de waarheid in pacht denken te hebben en anderen niet nodig menen te hebben, stelde de theoloog. Vooral als de nieuwe gemeenschappen gaan groeien, blijkt dat er nog veel te leren valt van de gevestigde kerken. Op dit moment is de emerging church-beweging nog deels een tegendraadse beweging. Als de beweging gaat groeien, zal ze tot de conclusie komen dat niet alles in de gevestigde kerk verkeerd is, aldus Murray. De gevestigde kerken bieden stabiliteit en een schat aan tradities rondom aanbidding, bijbellezen en samenkomen. Nieuwe gemeenschappen stellen daar kritische vragen bij en zijn steeds op zoek naar nieuwe manieren en vormen. De gevestigde kerken bieden een rijke schakering aan bronnen op gebied van theologie, pastoraat en kerkgeschiedenis. De emerging church is tenslotte niet de eerste vernieuwende beweging in de kerk, zei Murray.

Het is volgens Murray ook belangrijk dat de gevestigde kerken de emerging church kritisch bevragen. Een belangrijke vraag is hoe die gemeenschappen een balans vinden tussen culturele aanpassing en cultuurkritiek. Veel mensen binnen de emerging church willen (de uitingen van) het geloof aanpassen aan de huidige, postmoderne cultuur: de kerk moet een plaats zijn waar mensen zich thuis voelen.
Het geloof biedt echter ook een uitdaging aan de cultuur, aldus Murray. "Daarbij zal ook de vraag moeten worden gesteld wat binnen de cultuur verkeerd is, en bevraagd moet worden. Anders lopen nieuwere kerken het gevaar om volledig door de postmoderne cultuur te worden opgeslokt."

Ook op het gebied van geloofsoverdracht en leiderschap kunnen nieuwe kerken leren van de gevestigde kerken, volgens Murray. Leiderschap is in veel nieuwe gemeenschappen gericht op vriendschap. Structuren zijn vooral organisch van aard. De vraag is hoe dit gaat verlopen als de kleine groep gaat groeien. Dan moet worden nagedacht over het voorkomen van machtsmisbruik en manipulatie, en over een verantwoordingsstructuur.

Samenwerking
Hoe kan het gesprek tussen gevestigde kerken en nieuwe gemeenschappen het beste worden vormgegeven, vroeg Murray zich af. Hij benadrukte het belang van het vinden van wegen om elkaar open te bevragen. Murray voelt veel voor "gezonde vormen van partnerschap" tussen beide groepen, op zowel lokaal als regionaal niveau. Partnerschappen waarbij de ‘betalende partij’ geen invloed gaat opeisen voor de richting van de nieuwe gemeenschap. Maar waar juist volop ruimte wordt geboden om een eigen richting in te gaan.
De basis daarvoor ligt volgens Murray in de erkenning dat we ons bevinden in een veranderende cultuur en dat we de problemen daarvan aan den lijve ondervinden. "Belangrijk is ook dat nieuwe gemeenschappen en gevestigde kerken erkennen dat ze uiteindelijk toch veel gemeen hebben. Erkennen dat Gods kerk verscheidenheid kent, maakt daar deel van uit. Dan ontstaat er onderlinge ruimte, waarin kerken elkaar kunnen bevestigen, in plaats van elkaar bekritiseren."

woensdag 20 mei 2009

Friesch Dagblad Column 7: Eenzaamheid/gemeenschap

Het is er weer tijd voor...

Vandaag in de krant van het hoge noorden.

Ik werd dit weekend getroffen door een krantenkop in het Nederlands Dagblad. ‘Eenzaamheid in kerk komt hard aan’. Diaconaal consulent Dirk-Albert Prins van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) wordt geciteerd tijdens een afgelopen vrijdag gehouden afscheidssymposium. Volgens de scheidende consulent is in kerkdiensten de ontmoeting met God te strak geregisseerd, terwijl de ontmoeting tussen mensen te weinig wordt georganiseerd.

Het krantenbericht slaat volgens mij de pijnlijke spijker op de kerkelijke kop. Twee weken geleden was ik in mijn eigen pinkstergemeente en afgelopen zondag was ik in een kerkdienst van een gereformeerde gezindte. De stijl is anders, maar de organisatie is vergelijkbaar. Iedereen zit in rijtjes achter elkaar. Gericht op een podium waarop alles gebeurt. De dominee of voorganger, de zang(aanbiddings)leider als extra persoon. Het orgel, de piano of de band. Het samen zingen geeft een zeker gevoel van saamhorigheid. Maar in beide gevallen zit ik op een stoel tussen anderen in. Als ik een vreemde was, zou ik niet weten wie er naast mij zit. De gereformeerde dienst is tot in de puntjes geregeld. Die van de pinkstergemeente ook. En ik weet dat daar zelfs de vrijheid georkestreerd is. In beide gevallen ga ik op in de massa en word anoniem binnen een groter geheel. Dat kan het gevoel van eenzaamheid versterken.

De sterke gerichtheid op het podium heeft onder andere te maken met ons, vaak onbewuste, verlangen om de diensten attractief te maken. Dat mensen wat er gebeurt als mooi ervaren. Een behoorlijk deel van de begroting van kerken en gemeenten gaat op aan de versterking van de attractie. Het podium moet mooi bekleed worden, de versterking moet prachtig klinken, de muziekinstrumenten moeten fraai in het gehoor liggen, de band moet goed op elkaar ingespeeld zijn, de bloemen moeten mooi geschikt zijn, de muurbekleding moet het gevoel geven dat men welkom is.

In die attractie van de kerkdiensten is de kerk onbewust aan het concurreren met andere delen van onze samenleving. Wat is een kerkdienst anders dan een theater waar mensen binnen komen en meekijken naar wat er op het podium wordt gespeeld? Goed, er is iets meer interactiviteit in de kerk. Maar als een spreker een vraag stelt aan de zaal, zal de zaal reageren als een theaterpubliek. Het wordt stil en iedereen kijkt elkaar aan: ‘Heeft-ie het nou tegen ons?’ De kerk legt het qua attractie af tegen het echte theater, omdat veel dingen die in de kerk gebeuren goed bedoeld, maar amateuristisch zijn. En het materieel is over het algemeen niet zo gemakkelijk als in een theater.

Waar ontmoette Jezus zijn mensen? Niet in grote gebouwen of in rijtjes stoelen achter elkaar. Hij kwam ze op straat tegen, nodigde zichzelf uit om bij hen te eten. Veel gemeenschapsaspecten vonden plaats in de huiselijke sfeer. Spontane momenten waarin hij mensen ontmoette en waarin hij met zijn discipelen tot een dieper gesprek kwam. Maaltijden organiseren lijkt daarom het nieuwe modewoord. Dat doen wijzelf ook in ons project. Maar ook daar kan organisatie de bovenhand krijgen boven gemeenschap. Als de organisatie van die maaltijd gaat lijken op die van een restaurant met obers, die al klaar staan om af te ruimen als ik mijn laatste hap naar binnen werk, is de gemeenschap ver te zoeken.

Daadwerkelijke belangstelling is volgens mij de crux. Echt geïnteresseerd zijn in de ander. Mijn eigen gedachten en interesses opzij zetten voor hem of haar. Ruimte geven aan de ander om er te mogen zijn. Te laten merken dat de ander bij ons welkom is.
Daarmee geef ik geen oplossing voor de vorm. Wel voor de inhoud. Want waar organisatie ondergeschikt wordt aan relatie, zullen mensen zich op hun plek voelen en weten dat zij daar thuis mogen zijn.

zondag 10 mei 2009

Samenwerken, kan dat?

Al een tijd is in emerging church kringen de wens hoorbaar dat nieuwe vormen van kerk-zijn mogen samenwerken met oude kerken. Wij zijn nu aan het nadenken over hoe dit mogelijk is. Daar kan ik het achterste van mijn tong nog niet van laten zien. Daarvoor moet de lezer nog wachten tot september.

Er is in ieder geval al iets van zichtbaar en hoorbaar. Afgelopen zondag werden vier nieuwe medewerkers van Villa Klarendal uitgezonden uit hun kerk, de Vrijgemaakt Gereformeerde Koepelkerk. Aangezien wij ons nauw met deze mensen betrokken voelen, werd ons ruimte gegund in de liturgie om de nieuwe medewerkers met open handen te ontvangen.

Tijdens de kerkdienst, waarbij ikzelf mocht meespelen in de muziekband, werd tijdens de collecte ons lied "De kleine villa in de straten" als samenzanglied gezongen. Ik heb dit inmiddels al een aantal keren verteld en telkens reageerden mijn gespreksdeelnemers met ongeloof. In een vrijgemaakte kerk zo'n lied spelen en zingen, is dat mogelijk. Jazeker, dat is echt gebeurd. Met na afloop applaus. Voor wie het na wil horen: klik op de speler hieronder en ga verder naar 1:21:18 om het begin van het lied te horen.