maandag 24 mei 2010

Opwekking

Ik zit in de tuin en luister naar de laatste geluiden uit Biddinghuizen. Niet vanwege die mooie grote speeltuin, maar vanwege een groot christelijk evenement dat jaarlijks wordt georganiseerd. Veertig jaar lang bestaat nu de Opwekkingsconferentie die tijdens de pinksterdagen wordt gehouden. Als we de getallen mogen geloven, is de benaming van de conferentie sprekend en zichtbaar. Tienduizenden kampeerders en even zoveel dagbezoekers. Wat een geweldig verhaal aan de wereld van deze tijd.

Ik kijk en luister er altijd met een dubbel gevoel naar. Opwekking. Een religieuze opleving van geestelijke vernieuwing binnen de kerk (Wikipedia). Ik kijk en luister naar de geluiden en beelden van de conferentie. En weet niet zeker of dit nu opwekking is. Is dit nu de lang verwachte verandering van onze samenleving? Christelijke kampeerders die samen komen, samen voor een lang weekend de hemel op aarde beleven. Met de bijgeleverde snacktentjes, vooraf gemaakte maaltijden dan wel zelf gekookte campingmaaltijden.

Na zoveel dagen gaan ze met zijn allen weer op weg naar huis, veroorzaken een tijdelijke file. En komen thuis... En dan? Wat is het effect van de samen gezongen liederen, de toespraken in de zovele tenten voor de even zovele leeftijden, de aanbidding en het gezamenlijke gebed? Wat zal ons land ervan merken behalve die tijdelijke files en de mooie beelden en geluiden op radio en tv? Waar begint opwekking? Ver weg of dichtbij?

Ik heb het altijd als een uitdaging gezien om de te beleven geneugten van zo'n conferentie naar mijn eigen omgeving toe te halen. Opwekking niet op de camping met z'n allen, maar tijdens het dagelijkse gangetje naar de supermarkt. Gezongen liederen niet alleen in de tenten met christenen samen, maar op de straten dichtbij huis of in onze tuin.

"Ben je ook op Opwekking geweest" wordt zo "heb je ook opwekking beleefd". Een opwekking die niet merkbaar is in de omgeving van alledag is geen opwekking. Dat is een geestelijk sfeertje van samen gezellig bij elkaar zijn. Dat gevoel kan ook beleefd worden bij een popconcert van allemaal fans die samen de geliefde liederen uitzingen. Of tijdens een jolig, vrolijk feestje thuis of in het café, als we samen die mooie liedjes zingen.

Ik verlang ook naar die opwekking waarin het feest wordt in alle huizen. Mensen letterlijk dansend de straat op gaan. Waarin het onrecht in onze samenleving, in mijn wijk daadwerkelijk buigt voor Jezus. Wanneer het volk weer massaal gaat bidden. Wanneer gebeurt dat? Niet als christenen samen komen om eenmaal per jaar massaal te zingen. Maar als christenen letterlijk uitleven wat ze in het Woord hebben gelezen. Het loflied moet overal klinken. Niet in die mooie gebouwen of die prachtige conferenties. In de stegen en krotten van ons land (ook al worden die krotten steeds mooier). Temidden van alle pijn en moeite zitten christenen niet meer voor hun luxueuze tv-toestellen van de laatste mode, in hun auto's van het mooiste merk of lopen christenen niet meer in merkkleding van honderden euro's. Maar zijn solidair met de mensen om hen heen en laten zien dat Jezus' leven uitleven anders is.

Als wij met onze krakkemikkige stemmen even niet meer zo melodieus de liederen zingen. Er geen band van heb ik jou daar ons begeleid. Maar de waarheid uitgezongen wordt uit het hart. De meest mooie vorm van aanbidding die God wil zien: het loflied diep uit het hart. Ontdaan van alle mooiheid. Maar wel in oprechtheid uitgesproken, uitgezongen of uitgeschreeuwd. Zal het onrecht wijken als wij in onze geestelijke ghetto's blijven hangen? Als wij alleen voor korte acties even de straat opgaan, glossy folders uitdelen (die even snel weer op de grond terecht komen) en zo instant onze boodschap over de schutting gooien?

Die opwekking begint bij onszelf. De opwekking van Jezus die huilde bij het zien van de stad. Die innerlijk bewogen was over de mensen die zonder herder zijn. Proeven mensen onze liefde? Ervaren mensen onze bewogenheid? Of is een conferentie alleen bedoeld om ons een hart onder de riem te steken, zodat we de rest van het jaar er weer tegen te kunnen om te laten zien hoe goed wij als christenen zijn en hoe slecht onze medemens is? Om hen weer even goed te laten weten hoezeer wij in de waarheid en zij in de leugen leven?

God, geef ons een opwekking die verder gaat dan een weekendje kamperen!!! Die ons laat zien hoezeer wijzelf kampeerders zijn op weg naar een ander land. Die zoveel mogelijk andere kampeerders die lijken te zijn vastgeroest op hun camping weer mee op weg kunnen nemen.

Waarom ik het ND (niet) lees

Een tijd geleden werd ik gebeld. Ik had mij nog niet opgegeven bij de site waar je tegenwoordig kunt melden dat je niet wilt worden gestoord door callcenters. Of ik een abonnement wilde hebben op het Nederlands Dagblad. Met allerlei adverterende praat erbij. Ik dacht even na. En ik meldde er nu even geen behoefte aan te hebben.

Veel christenen zullen daarbij vraagtekens hebben. Nieuws is namelijk altijd gekleurd. Daarom is het goed om nieuws te interpreteren vanuit een (orthodox-)christelijke levensbeschouwing.

Ik heb jaren zo gedacht. Was dus lid van allerlei christelijke bladen om mij te scherpen in het nieuws van alledag. EO's Visie in het wirwar van de omroepwereld en om een goede tegenhanger te hebben die goed zicht gaf op wat er in de media gebeurde. het blad van de Belgische CPC om na te denken over tal van vragen die op psychologisch terrein spelen. Denkwijzer van de ChristenUnie om politiek geslepen te worden in een goede richting. En zo las ik nog wel meer nieuws om bij te blijven en vooral het christelijk denken in mij te blijven aansporen.

Voor het ND heb ik mij toen niet als abonnee opgegeven. Ik heb namelijk een denkverandering meegemaakt. Als christen is het belangrijk mij op de hoogte te stellen van wat er in de wereld gebeurt. Te weten en te begrijpen hoe anderen denken. Als ik dat probeer te lezen in een christelijk blad, krijg ik geen objectieve informatie, maar krijg ik door de bril en traditie van de schrijver gekleurd nieuws waardoor mijn denken wordt beïnvloed.

Het kan zijn dat ik ben opgeschoven van jonge christen die het belangrijk vond om zijn denken aan de bijbel te toetsen naar een volwassen christen die daar al mee vertrouwd is en nu in staat is zelf de artikelen die hij leest te scherpen aan dat denken. In ieder geval geniet ik nu van doorwrochte artikelen in seculiere kranten en bladen als de Volkskrant, Elsevier, HP/De Tijd, De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland die mij een inzicht verschaffen in de heersende cultuur. Al lezend denk ik hoe ik dat als christen moet interpreteren en hoe de reactie als christen moet zijn.

Lees ik dan helemaal geen christelijke lectuur meer? Jazeker, maar met een andere bril dan vroeger. Nu lees ik het met dezelfde reden als andere tijdschriften. Ik wil de trends zien en doorgronden, zodat ik mensen beter kan begrijpen. Alle bladen die we lezen spreken over een cultuur waarvan uit het is geschreven. Er wordt wel gesproken over 'objectieve journalistiek', maar in de praktijk is die er niet. Iedereen, ook de journalist heeft een denkwereld waarin hij leeft en waar hij zijn artikelen op baseert.

Het is dan ook leuk om vergelijkingen te trekken. Tien tot vijftien jaar geleden was de niet-christelijke pers (en een deel van de pers die dat wel beweerde te zijn) zeer cynisch over dat wat christelijk in ons land was. Zeker over dat wat de evangelische en orthodoxe richtingen betrof. Daardoor trokken die richtingen zich terug in eigen zuilen met eigen kranten, tijdschriften en omroepen. Inmiddels lees ik dat de kranten veel milder zijn over wat er in christelijk Nederland gebeurt. Tegelijkertijd merk ik dat in christelijke kringen nog steeds de angst voor het cynisme van het verleden heerst. Waardoor de maatschappij om ons heen nog steeds met argusogen wordt bekeken. De veranderingen bij de EO van de afgelopen jaren is daarom niet in goede aarde gevallen bij een deel van de achterban van deze omroep. Omdat de achterban niet is meegegroeid met de positieve veranderingen in onze samenleving.

Mijn vrouw werd laatst gebeld door een callcenter (ze was de website vergeten in te vullen). Of we een proefabonnement op het ND wilden. Het leek me een goed moment om me weer eens op de hoogte te stellen van de nieuwsfeiten binnen de kring waar deze krant zich van bedient. Dus zal ik vanaf maandag mij weer op de hoogte stellen van de nieuwsfeiten door de bril van orthodox-christelijk Nederland. Om mij daarnaast als vanouds op zaterdag te laten bijschaven door die grote van oorsprong katholiek-christelijke krant met een grote V.

zondag 23 mei 2010

Pinksteren in Klarendal

Vanochtend vierden we feest. Het Pinksterfeest. Het meest vreemde feest uit de christelijke jaar. Zeker het minst bekende feest dat als nationale feestdag is aangemerkt.

Pinksteren, het feest waarin de krachtelozen kracht kregen. Het moment waarop verbaasd werd uitgeroepen hoe het toch mogelijk was dat ongeletterden ineens andere talen begonnen te spreken. Het feest waarin God het meest dichtbij ons is gekomen.

Vanochtend heb ik gesproken over de krachteloze mensen die uit zichzelf wegliepen voor de moeilijkheden. Maar die bekrachtigd door de Geest tot veel in staat waren. De moedeloze vrienden van Jezus stonden op en begonnen het goede nieuws in vele talen uit te spreken.

Daar bleef het niet bij. Dezelfde dag werden nog eens drieduizend anderen met diezelfde Geest bekrachtigd!

En zelfs daar blijft het niet bij. Ook wij omstanders horen de toespraak van Petrus en ook van ons wordt gevraagd ons om te keren en de Geest te ontvangen. Mijn gebed was en is dat mijn toehoorders met diezelfde Geest bekrachtigd worden. Dat heb ik ook uitgesproken. Nee, nu geen getallen erbij. Ik heb ze niet gehoord of gezien. Maar God doet zijn werk onherroepelijk in mensen. En zal ook deze vraag niet onbeantwoord laten.

De krachteloze mensen om ons heen worden opgeroepen hun krachteloze leven achter zich te laten en veranderd door de Geest krachtige mensen te worden. Opvoeding, gezin, wijk of stad doen daar niet aan toe of af. God ziet het hart aan. Groot nieuws voor die zwakkeren. God bouwt zijn gemeente. Door onze zwakheid heen.

dinsdag 4 mei 2010

Gedachten bij en na het afscheid

Daar stonden we dan rondom de kist. Even daarvoor hadden de kleindochters opa van zijn bed overgeplaatst naar de kist. De kleinzoons en achterkleinzoon hadden het deksel van de kist dichtgeschroefd. Zes mensen (een zoon, vier kleinzoons en een achterkleinzoon) hadden de kist gedragen van het verzorgingshuis naar de auto. Vanuit de auto naar de kerk en terug. Vanuit de auto naar de aula waar we nu zaten. Onder het meest favoriete lied van mijn schoonvader werd de kist naar binnengebracht en hield bijna niemand het droog. Vrijwel iedereen werd door een ander ondersteund bij een opwelling van intens verdriet.

Door allerlei omstandigheden die zo pijnlijk zijn dat ze niet aan een blog kunnen worden toevertrouwd was de diepste wens te worden begraven ingewisseld voor het moeilijke alternatief om hem te cremeren en de as op een andere manier te begraven. Vragen alom over hoe dat moet. Moeilijke familiebeslissingen op een pijnlijk en emotioneel moment.

Daar stonden we dan. Gearmd, omarmd, ondersteund. We moesten afscheid nemen. Het laatste afscheid was er een van kou en warmte tegelijkertijd. De warmte van de oven waar de kist in werd geschoven in een verder koud en kil gebouw. De geur van verbrande lijken bracht ons even terug naar de tijd die we dezer dagen herinneren. Dit keer was het gewild en min of meer weloverwogen. De koffie, thee, broodjes en snacks achteraf waren samen met de condoleances verwarmend.

Het meest verwarmend voor ons bleef de herdenkingsdienst. De dominee die op ons verzoek refereerde aan de hoop die een gelovig christen kan putten uit de weet dat Christus de opgestane is. Dat wij hem zullen volgen. Lees het zelf maar in 1 Corinthiers 15. Wijzelf mochten het Opwekkingslied "Ooit komt er een dag" zingen die diezelfde hoop uitspreekt.

Het overkomt ons allemaal een keer. Dat we een geliefde moeten wegdragen uit dit leven. Dat we pijn, verdriet, rouw en misschien zelfs schuldgevoelens hebben. Dan zijn de geliefden om ons heen de sterke kracht die ons door het lijden heen dragen. Broers, zussen, de overgebleven ouder, andere familieleden en hele goede vrienden. Ook de leden van de kerkelijke gemeenschap. Wij werden verrast door de komst van vier leden van onze Villa-gemeenschap bij wijze van condoleance. De reden van hun komst: om onszelf een hart onder de riem te steken! Bij de herdenkingsdienst kwamen nog eens twee Villa-leden -voor ons onverwacht- langs.

Allemaal de moeite genomen om de oversteek van het Arnhemse Klarendal naar Amersfoort te nemen. Daar werden we warm van. Ze lieten zien dat ze bij ons horen. Dat ze letterlijk meeleefden in goede en slechte dagen. De christelijke gemeenschap die zonder het te hebben uitgesproken de belofte van twee mensen aan het begin van een huwelijk naar elkaar uitleeft. Hartverwarmend. Waar we al jaren aan gewerkt hebben te zien functioneren op een moment dat wijzelf 'de klos' zijn. Op initiatief van mensen die wij tot nu toe onze 'bezoekers' noemden. De bezoekers zijn nabij gekomen. Ze zijn deel gaan uitmaken van ons leven. Ongeacht of dat nu binnen of buiten de wijk plaatsvindt.