maandag 31 maart 2008

Voedselbank Klarendal in de wijkkrant

Een maand geleden wilde een redacteur van de wijkkrant ons interviewen over wat we doen bij de Voedselbank. Geen probleem natuurlijk. Hij kwam, praatte, luisterde, stelde vragen, maakte foto's en snoof de sfeer op (gezellig volgens hem). De uitkomst ervan is deze weken te bewonderen op de voorpagina van onze wijkkrant.

Voor wie het wil lezen, klik hier om de wijkkrant te downloaden.

zondag 30 maart 2008

Na Fitna: het is hier rustig

Donderdagavond was het dan zover. De langverwachte film werd op internet uitgezonden. Het bleef overal in Nederland rustig. En ook hier in Klarendal merkten we niets van rellerigheid of opstand van moslims jegens andere bevolkingsgroepen. Een storm in een glas water. Dat is hoe je de hype rondom deze film kunt noemen. Zelf ga ik maar liever voor de uitbreiding van contacten tussen moslims, christenen en andere godsdienstigen langs de weg van gesprek en geleidelijkheid.

Vanochtend was een van onze vaste vriendinnen (met hoofddoek) weer op de brunch en viering. Zij genoot en wij met haar. Iedereen mocht bij wijze van persoonlijk gebed een kaarsje op steken. Zij vroeg aan een van onze teamleden of zij er ook aan mee mocht doen. Ja, natuurlijk! God weet met welk hart mensen tot hem spreken. Er was dus niets zichtbaar van enige spanning. Gelukkig maar!

Op mijn andere weblog heb ik mijn eigen visie op Fitna geschreven. Lees deze blog onder de titel "Fitna? Nou: NEE!"

zaterdag 29 maart 2008

Missionaire aanbiddingsleiders

Ruim een maand geleden schreef ik een post over missionaire liedcultuur.

Daar zijn wat reacties op gekomen, waar ik zelf ook weer op reageerde. Een van de gesprekken ging over de rol van de worship- of aanbiddingsleider.

Johan schreef daarover:
Een groot probleem in veel gemeentes is dat de worshipleader de centrale rol heeft gekregen in een samenkomst. Nu ben ik sowieso niet iemand die voor centrale rollen is, maar in het worship subcultuurtje zijn er speciale spelregels. Zelf heb ik jaren in een landelijke praiseband gespeeld en wij wisten alle trucje om mensen zgn. in aanbidding te krijgen. Inderdaad, alleen zoete teksten, de lieve en goede Jezus, alle zegeningen etc etc.
Was er dan weerstand dan was de toverformule: maak je zelf leeg van je eigen gedachten, en vul je met gods rijkdom. Vergeet je problemen en zie de zegeningen.... en hoppa het volgende opwekkingslied....


Voor mij was zijn reactie erg herkenbaar en reageerde: Ik ben zelf ook jaren ingezet als aanbiddingsleider. Je wist gewoon welke dingen je moest doen om de mensen "gezegend" naar huis te laten gaan. Ik gooide vaak mijn kont tegen de krib en gooide harde en zachte nummers doodleuk door elkaar. Met als reactie van de andere leiders, dat er dan geen opbouw is naar aanbidding. Aanbidding, was dan weer mijn reactie, zit 'm niet in de zachte of harde liedjes. Het zit in je hart. Je komt als het goed is al met aanbidding naar de gemeente toe. Maar nee, we komen pas in aanbidding op het moment dat de juiste emotionele snaar is geraakt. Pas dan ervaren we Gods Geest en is Hij zo duidelijk aanwezig.

Leuke reactie van Arend hierop kwam vandaag: Hmmm, dit ademt niet echt integriteit. Het lijkt of je aanbiddingsleider bent geweest vanuit eigen kracht, en niet vanuit Gods kracht, de kracht van de Geest. Aanbidding bestaat, God wil aanbeden worden. Daar kun je toch integer mee om gaan? Als je "de kont tegen de krib gooit" dan moet je je afvragen voor wie je iets doet.

Ik mag dit soort reacties wel. Vooral omdat ze mijzelf weer eens laten nadenken over mijn beweegredenen. Daarom hieronder mijn visie op het leiden van aanbidding.

Een aanbiddingsleider is eerst en vooral bezig om mensen in aanbidding richting God te brengen. Maar dan is mijn vraag: wat is aanbidding? In de gemiddelde pinkstergemeente is aanbidding het moment waarop de aanbiddingsleider zachte liedjes inzet en mensen helpt om hun gedachten, emoties en alles wat in hen is op God te richten.

Dat is niet verkeerd, maar volgens mij is aanbidding niet beperkt tot dat moment. Het zou een levensmotto moeten zijn dat elke dag ons leven leidt. Aanbidding terwijl je werkt in de manier waarop je werkt en met mensen omgaat. Aanbidding terwijl je je vrije tijd besteedt. Aanbidding terwijl je met je kinderen en vrouw of man omgaat, ook in de meest intieme momenten. Is dat mijn verlangen? God groot te maken in mijn werk, door wat ik verder nog doe? Ik denk dat we dan ook helemaal anders gaan leven. Want kan ik God aanbidden terwijl ik voor de tv hang en een slappe film bekijk (of een erotischer film diep in de nacht terwijl niemand je ziet)?

Terug naar de aanbiddingsleider. In mijn voorbereidingen koos ik vaak liederen waarvan ik dacht dat ze mensen zouden helpen dichtbij God te komen. Dan kreeg ik kritiek van andere aanbiddingsliederen dat je geen harde en zachte liederen door elkaar moest gebruiken, want dan zat er geen opbouw in de dienst.

Er zit een gevaar in het gebruiken van maniertjes en trucjes om mensen dichter bij God te laten komen. Dan zit je dichtbij aanbidding leiden uit eigen kracht. Dan laat je God niet zijn werk doen, maar push je mensen in een bepaalde richting. De "worship" beweging moet met zijn maniertjes en hulpmiddeltjes oppassen voor die valkuil! Er is een 'worship-cultuur' in modern-christelijke kringen aan het ontstaan, die goed is begonnen, maar inmiddels een eigen cultuur is geworden en ik vraag me dan af waar God nog in deze cultuur voor komt.

Mijn pleidooi voor een missionaire liedcultuur was bedoeld om te pleiten voor meer ruimte binnen de moderne christelijke liedcultuur voor liederen die gaan over menselijk falen, angst, onzekerheid en dergelijke. Die gaan vaak niet samen met de gangbare gedachten binnen de worshipcultuur over hoe we mensen in aanbidding tot God kunnen leiden. Zodra je liederen zingt waarin we onze menselijke emoties onder woorden brengen, is de kritiek dat we "mens-gericht" zijn, terwijl aanbidding toch juist "God-gericht" moet zijn.

Ik pleit ervoor dat aanbiddingsleiders mensen onder hun gehoor helpen om hun eigen emoties onder woorden te brengen en ze van daaruit verder te leiden naar een leven van aanbidding. Dan zal een gast in de dienst niet maanden nodig hebben om te begrijpen wat er gezongen wordt, maar gelijk worden aangesproken, omdat er wordt gezongen over dingen die hij herkent in zijn eigen leven. Weg van de worshipcultuur die zo ver af staat van de wereld waarin we leven. Op weg naar een muziekcultuur waarin het leven van alledag bezongen om van daaruit mensen dichter bij Jezus te brengen.

Dat lijkt mij de taak van een missionaire aanbiddingsleider.

maandag 24 maart 2008

De enige waarheid in een postmodern jasje

Gisteren zat ik tijdens onze brunch aan tafel met een wijkbewoonster. Ze laat haar dochter wekelijks naar onze bijbelclub voor kinderen en naar de brunch en viering gaan. Dan leert ze de waarden van het christelijk geloof. Terwijl het gesprek vordert, blijkt dat ze beducht is voor christenen die hun geloof beschouwen als de enige, echte waarheid. Als dat op die manier bij ons wordt verkondigd, wil ze haar dochter niet bij ons houden.

Hoe ga je daar nu mee om. Probleem voor mij is dat ik wel degelijk geloof dat Jezus de weg, de waarheid en het leven is. Dat mijn geloof in Jezus de enige weg is om God te vinden en met Hem te leven. Hoe vertel je dat aan iemand die vanuit een postmoderne visie een allergie heeft voor alles wat "de enige waarheid" propageert.

Ik vertel haar dat ik wel geloof dat Jezus de enige weg naar God is. Maar dat wij dat vertellen vanuit het respect voor iedereen die bij ons komt. Een moslim wordt als moslim gerespecteerd en mag dat wat ons betreft zo blijven. Datzelfde geldt voor alle andere godsdienstige richtingen. Beschouw mij maar als een wegwijzer die vertelt welke kant je op kunt gaan. Dan is het aan de mensen zelf om te besluiten of ze die kant ook opgaan.

Christenen zijn lange tijd geen wegwijzers geweest, maar weg"duwers", zo leg ik uit. Een wegwijzer staat midden op de weg, zichtbaar voor iedereen en laat zien welke kant je op kunt gaan. Een weg"duwer" verplicht iemand, dwingt iemand een weg op te gaan. Die wil dat de ander alleen die ene kant opgaat en zal alles in het werk stellen om dat bij de ander teweeg te brengen.

De weg als wegzijzer tonen maakt mij klein en kwetsbaar. Het kan immers door zowel bezoekers als andere kerken worden uitgelegd als syncretisme: iedereen mag zijn eigen weg kiezen en welke weg je ook kiest, het is een goede weg. Zo bedoel ik het niet. Natuurlijk weet ik dat God ons de weg heeft getoond en dat er een straf is als we die weg niet volgen. De manier waarop we dat uitleggen is daarin van belang. De tijd van donderpreken is voorbij. De tijd van manipulatie om het goede te bewerkstelligen ook (daar ben ik alleen maar bang van geworden). De tijd om de hel te prediken om mensen de hemel in te duwen is voorbij.

De wegwijzer luistert naar waar iemand staat. Heeft respect voor de plek waar die persoon zich op dit moment bevindt. Ik heb al ruim een jaar contact met een jongeman. Hij heeft een ruig leven achter de rug. Vorig jaar nog kwam ik met hem onze lokale grootgrutter binnen om een gratis kerstboom op te halen (die de filiaalhouder ons had beloofd voor al onze bezoekers). Gelijk schoot het hele personeelsbestand in de stress. Naar later bleek was dit de beruchtste kruimeldief van de grootgrutter. Het contact is gebleven en regelmatig hebben we korte gesprekjes gevoerd. Gisteren hadden we een wat langer gesprek. Ineens was er iets in zijn leven gebeurd wat niet meer aan het toeval kon worden overgelaten. Hij vroeg mij of hier misschien sprake was van onzichtbare sturing in zijn leven. Een prachtig moment om even een wegwijzer te zijn. Jazeker, ik geloof dat God het leven van gelovigen en ongelovigen bestuurt. Dat hij momenten in je leven toestaat waardoor je gaat nadenken of er wellicht meer is dan jij denkt. Hij wil er graag nog eens verder over doorpraten. Misschien op een binnenkort te starten bijbelstudie.

Ik had hem een jaar geleden al de weg op kunnen duwen. Dan was er geen persoonlijke relatie ontstaan. Dan was het bij woorden, gesprek en discussie gebleven. Nu was er een vertrouwensband ontstaan op basis waarvan hij dingen durfde te zeggen die hij, volgens zijn verbaasde moeder die erbij zat, nog nooit aan een ander had verteld.

Dat is de waarheid spreken in een postmodern jasje. Niet gelijk je waarheid uitspreken, maar die eerst voorleven. Wegwijzer zijn in daad en in woord. Met pijn, moeite en verdriet leren leven en de onzekerheid van elk moment voor realiteit houden. Je niet groot houden, maar durven de kleinste te zijn. Niet gelijk de grote woorden uitspreken, maar als klein mens leven die vanzelf door God gestuurd mag worden om die woorden te spreken op het moment dat door Hem is uitgekozen. Niet gelijk corrigeren als een bezoekster zegt dat je bij ons mag komen en mag geloven wat je wilt, omdat daar respect heerst. God de ruimte te geven om zichzelf in de loop van de tijd aan de bezoekers bekend te maken. Ik ben vaak ongeduldig en teleurgesteld als mensen het na drie jaar nog niet helemaal hebben begrepen. Dan vraag ik weer om het geduld dat alleen van God kan komen om die mensen lief te hebben zoals ze zijn en daar niet pas mee te komen als ze zijn waar ik ze wil hebben. Mij te geven aan mensen waar andere kerkgangers van zullen zeggen: "maar die zijn nog niet zover!" Met mensen te werken die in andere kerken vanwege hun afkomst, religie of geaardheid geweerd zouden worden.

donderdag 20 maart 2008

Dodelijk vermoeiend enerverend leven

Wie mij kent weet dat ik niet erg graag dagelijks hetzelfde doe in hetzelfde stramien. Sterker nog, zodra iets een routine of een sleur wordt, ben ik weg of begin ik me te vervelen. Soms kan het ook wel eens iets teveel van het goede zijn (voor mijn gevoel dan).

Zondag
Het begon op de eerste dag van de week die wij in gristelijk Nederland zo mooi de dag des Heren noemen. Dan houden we een brunch en viering in Villa Klarendal. Meestal is dat fijn, leuke gesprekken en samen gaan voor een goed verhaal. Dat was deze week ook wel zo, maar er werd een streep doorheen gehaald door allerlei stapelingen van irritaties op die dag. Omdat anderen er bij betrokken zijn, wil ik niet in detail treden over het optreden van hen. Wij waren geïrriteerd en moesten dat met onze teamleden uitspreken. Voor je het weet ben je dan zomaar een uur later klaar met de afsluiting van het programma. Dodelijk vermoeiend is het om irritaties uit te spreken op een manier die niet bijtend overkomt op de ander. Dat is het ook omdat we zo met hart en ziel bezig zijn in dit werk. Als er dan dingen niet goed gaan, lijkt het alsof je weer eens met jezelf wordt geconfronteerd. Je zet jezelf voor de spiegel en vraagt je af of het aan jezelf ligt of aan de ander. Zo'n situatie is na zo'n gesprek niet gelijk uit het hoofd, laat staan uit het gevoel. Dus was er nog een hele dag waarbij hoofd en gevoel met andere dingen bezig waren dan de gewoonlijke zondagmiddagbezigheden.

Maandag
Na een wat onrustige nacht stond ik met letterlijke en figuurlijke pijn in de buik op. Om negen uur werd ik verwacht in een cursus projectmanagement die ik voor mijn werk mag volgen. Aangezien ik altijd een slow-starter ben op de dag, was het met buikpijn en al even weer mezelf erin gooien. Een dodelijk vermoeiend begin dus van de maandagochtend. Gelukkig hadden we vantevoren een leercurve ingevuld waaruit bleek dat er maar weinig studiebollen bij de cursus zitten die er van genieten om vier uur achtereen achter de tafel te zitten om de theorie tot zich te nemen. We werden al snel in de praktijk gegooid om zelf dingen uit te zoeken. Na een maaltijd en een iets langere theoriezit, kregen we huiswerk op voor de volgende keer en mochten we naar huis.

Voor mij niet dus, want mijn werk voor de gemeenteraad brengt soms met zich mee dat ik kan worden opgeroepen om stand-by te staan als er speciale vergaderingen zijn. Die was er dus maandagavond: de gemeenteraad van Arnhem moest een besluit nemen of er wel of niet moest worden ingestemd met een dwangakkoord om Arnhems trots Vitesse een schuld van ruim 12 miljoen euro kwijt te schelden. Goed, ik was er die avond, die al goed begon doordat mijn collega's pizza hadden besteld, maar mij daarbij voor het gemak waren vergeten. De jas die ik net had uitgedaan moest ik weer snel aandoen om zelf even mijn maaltijd bij elkaar te sprokkelen (op kosten van de baas, dat wel). Een halfuur later zat ik in pizzageuren een Thaise afhaalmaaltijd te verorberen. Terwijl ik dat deed kreeg ik mijn instructies voor die avond. Of ik de computer dichtbij de raadzaal kon bedienen. Bij die zaal was het een drukte van jewelste. Vanaf 18.00 uur kwamen de gasten binnen die bij de ingang als kaf van het koren werden gescheiden. Supporters en andere lieden die zich niet van tevoren hadden opgegeven door de deuren naar de hal. Bobo's, ambtenaren en andere hoogwaardigheidsbekleders met de lift naar de zaal of de publieke tribune voor de elite. Twee gescheiden werelden met twee verschillende redenen om te komen. De supporters met de bekende spreekkoren om hun cluppie een hart onder de riem te steken. De raadzaal en de publieke tribune om het vuur van het debat over het onderwerp mee te maken of om te horen hoe de Arnhemse Tweede Kamer zich zou uitspreken over het dilemma "spuiten of slikken" (of zoals een raadslid later in het openbaar verklaarde "in dit besluit moesten we een keuze maken tussen wurgen of verdrinken"). Drie uur later, waarbinnen ik tot wel tweemaal toe mijn taak mocht verrichten en voor de rest betaald rondliep om de sfeer op te snuiven, was de klus geklaard. De ruiten sneuvelden niet, de spreekkoren werden vervangen door lofliederen op het cluppie en haar redders, de redder der redders wuifde het voetvolk als een Ceauscescu toe. Dodelijk vermoeid sloften mijn collega en ik naar de kelder waar we nog mochten nagenieten van wat zo mooi "een hapje en een drankje" wordt genoemd. Net zomin als ik een oordeel vel over teamleden, zal ik een oordeel vellen over de besluitvorming van die avond. De entourage was prachtig. Over de uitkomst mag ieder het zijne zeggen.
Na zo'n avond leg ik niet direct mijn hoofd in het kussen en moest er even onthaast worden. Aneta geeft elke maandagavond een computerles in de wijk, waar ik haar in ondersteun als ik geen avondwerk heb. Dus praatten we even na over haar belevenissen en die van mij. Nog een drankje wordt dan ter hand genomen en door de keel gegoten, waarna de aangename rust toch de overhand nam.

Dinsdag
De slow-starter liet zich niet eerder dan tien uur op het stadhuis zien de volgende ochtend. Die dag stond natuurlijk in het teken van terugkijken op de vorige dag die door ons tot in de puntjes was georganiseerd. En over de consequenties van de besluitvorming die voor ons weer nieuw werk met zich meebracht, waardoor een collega al weer een hele dag zoet was om griffies in andere steden te bellen voor advies over de inrichting van een raadsonderzoek (een uitgeklede soort parlementaire enquete). Eigenlijk was de maandagavond gereserveerd voor een gewone politieke avond. Onder druk van het gevaar van een faillissement van ons lokale sportieve suffertje moest die avond op stel en sprong worden verplaatst naar de dinsdag. Dus werd de rest van de dag ingeruimd voor het organiseren en voorbereiden van de avond, tussen alle hectische gesprekken over voetbalperikelen door. Aneta had overdag ook nog een sollicitatiegesprek, dus werd er tussendoor ook nog eens op die manier contact gelegd met mijn thuisfront. De pizza en Thai werd die avond vervangen door een gezonde vegetarische maaltijd waarvoor we even buitengaats mochten gaan. De rest van de avond werd besteed met het aanhoren en gelijktijdig aan de laptop toevertrouwen van meningen en standpunten over zes verschillende onderwerpen variërend van de visie over cultuureducatie, de begroting van de lokale sociale werkplaats tot discussies over de opvang voor dak- en thuislozen. Interessant genoeg om mijn hoofd erbij te houden (wat toch wel nodig was, anders weet niemand over een paar weken meer wat erover gezegd is), maar, je raadt het al, dodelijk vermoeiend, omdat ik van zeven uur tot halfelf bijna aan een stuk door de concentratie vast moest houden, moest luisteren en moest schrijven. Na het bijeen harken van alle belangrijke overgebleven papieren, naambordjes, EHBO-dozen en mijn laptop, kon ik genieten van een rustig wandelingetje naar huis, alwaar ik neerzeeg en evenals de vorige dag met een hapje en drankje mijn ei kwijt kon en mocht horen hoe Aneta de dag met sollicitatie, boodschappen doen en de tweede computercursus van de week (weer zonder mij) was doorgekomen. Na zo'n supergeconcentreerde avond, voorafgegaan door een enerverende andere avond en een persoonlijk vermoeiende dag daarvoor, bemerkte ik terwijl ik probeerde te slapen dat mijn lichaam protesteerde tegen mijn enerverende leven. Met een gepiep in mijn hoofd probeerde mijn lichaam de dodelijke vermoeidheid kwijt te raken.

Woensdag
Gelukkig was de moeheid er de volgende ochtend al redelijk uit geslapen. Om ongeveer dezelfde tijd als de dag daarvoor tengevolge van een verplichte wandeling omdat dochterlief haar fiets nog bij de fietsdokter had staan en zij bijgevolg mijn fiets maar had meegenomen. De dagelijkse rituelen van computer aanzetten, inloggen, koffie halen en bijpraten waren er bijna niet bij, want ik zat nog maar net of een collega vroeg me om die dag wat brieven te versturen die van belang waren voor een bijeenkomst die we volgende week weer houden. Daardoor kon ik pas tegen twaalf uur een start maken met het uitwerken van de verslagen van de avond daarvoor. Dat doe ik het liefst direct de dag erna, omdat de inhoud van de vergaderingen dan nog vers in mijn hoofd zitten. Nog voor ik aan het einde van mijn eerste verslag was, werd ik gestoord door mijn chef die me vroeg welk drinken hij voor mij kon meenemen. Dat noopte mij ertoe op de klok te kijken, waardoor ik tot de ontdekking kwam dat het alweer tijd was voor een regelmatig een-op-een gesprek met hem. Verslag moest aan de kant en we konden driekwartier aan de klets over onszelf, het werk en alles wat daartussen zat. Daarna lonkte het verslag weer en zag ik in mijn tas mijn brooddoos nog liggen. Het gebeurt nogal eens dat de inhoud daarvan wordt opgegeten terwijl ik bezig ben met zo'n verslag en dat deed ik toen ook maar weer eens. Niet zo gezond voor lijf en leden, maar ik bedacht me dat ik mijn pauze op een andere keer wel weer zou inhalen. Om en nabij halfzes, later dan gepland, liep ik terug naar huis. Daar zat mijn wekelijkse woensdag-eet-vriend Michiel klaar om samen met mij aan te vallen. Aneta had al naar het werk gebeld op het moment dat ik al weg was en besefte dat de tijd tussen werk en thuiskomen langer zou duren omdat ik nog steeds niet de loopsnelheid van een fiets heb kunnen halen. Het is altijd genieten om met mijn eetvriend te dineren, want we spreken over van alles en nog wat: wat we meemaken, waar we over nadenken, frustraties, moeilijkheden of gewone leuke dingen. Om zeven uur vielen zijn ogen bijna dicht van al het lekkers en de intensieve gesprekken en moest hij snel opstappen om zijn volgende afspraak te halen. Niet lang daarna trok ik ook mijn jas weer aan om naar een kort overleg te gaan van de Voedselbank, waarvan ik in onze wijk de coördinator ben. Een prettig fietstochtje eindigde in een dorpje naast Arnhem waar ik met koffie en koek werd ontvangen. Gelukkig een kort overleg, want al vijf kwartier later kon ik de terugtocht alweer ondernemen. De bank was thuis gewillig, evenals de computer die ik gedurende een korte tijd mocht raadplegen. Nadat Aneta rond halftwaalf vertrok voor haar regelmatige vliegmeerdaagse, stapte ik iets na twaalven het bed in om snel in slaap te kunnen sukkelen.

Donderdag
En zo zijn we aanbeland in de dag van vandaag die het uitwerken van de rest van de verslagen op het werk met zich meebracht. Daar had ik toch nog een groot deel van de dag voor nodig, naast allerlei kleine klusjes, telefoontjes en andere kleinigheden waardoor de dag vol loopt met zaken waardoor ik achteraf me afvraag wat ik nu zoal heb gedaan. Een verlate vraag van een collega over adressen uit het verleden en of ik mogelijk mensen ken die aan een activiteit over een paar weken mee kunnen doen zorgde n ervoor dat ik pas rond zes uur moest bellen naar Villa Klarendal dat ik later zou komen. Eens in de twee weken bidden we namelijk samen met wijkbewoners voor de wijk. En eenmaal per maand begint dat met een gezamenlijke maaltijd. Dus door wind en regen naar huis gereden, mijn tas en paasgeschenk van het werk daar achter gelaten, mijn dochter voorzien van een euro voor de meidenclub op het wijkcentrum en weer snel door naar Villa Klarendal. Het was weer een gezellige maaltijd, waarin we konden meeleven met het leven van een van de wijkbewoners die haar belevenissen van de afgelopen periode vertelde. Daarna baden we voor de activiteiten die we in de wijk mogen doen.

Heb je nog wel een leven?
Waarom schrijf ik dit nu? Misschien om een inkijkje te geven in mijn leven. De manier te laten zien waarop ik geniet van alles wat ik doe. De frustratie die ik soms heb om meer in de wijk te kunnen doen en te worden tegengehouden door de hectiek van alle dag. De vragen die soms door mijn hoofd heen spelen als "wat heeft het allemaal voor zin", "waar doe ik het allemaal toch voor". Ik raad niet iedereen aan te leven zoals wij dat doen. Ik ben bang dat ik in dit verhaaltje nog zeker een aantal dingen ben vergeten die tussendoor gebeuren. De moderne media zorgen ervoor dat je altijd overal bereikbaar bent. Waardoor het wijkcentrum telefonisch met een vraag komt. Waardoor we per mail het verslag van de computerlesvergadering krijgen. Waardoor een teamlid per mail of sms een vraag stelt die ik per ommegaande in enkele minuten beantwoord.

In dit soort weken mis ik mijn vrienden in de wijk. Het werk roept me en ik weet dat daar een deel van mijn taak ligt. Afgelopen maandag in de pauze tijdens de cursus liep ik naar de boekhandel om de "Waarom Pasen" DVD te kopen. Die gaan we uitdelen aan onze vrienden en vaste bezoekers van de Villa. Later sms'te een teamgenoot dat zij de DVD's al via internet had besteld. Ik was weer eens te snel geweest. Een dag later bedachten we dat de eigen gekochte DVD's als paaspresentje konden worden uitgedeeld aan collega's. Dat heb ik vandaag ook gedaan. Mooie reacties daarop. Geef mensen eens iets extra's en ze glunderen. Vooral degenen die op afdelingen werken waar ze alleen maar als voetveeg worden behandeld. Op het werk mis ik mijn wijk en al de dingen die ik daar zou kunnen doen of opzetten. Maar tegelijkertijd weet ik dat mijn werk ook weer een plek is waar mensen zijn die mij nodig hebben. En bij de Voedselbank, de computerles, het wijkcentrum....

De titel van de blog lijkt erg aanmatigend. Alsof het in het leven alleen maar gaat om veel werk te verzetten. Leuk als je ziek bent, door ouderdom niets meer kunt doen, of aan een chronische aandoening leidt. Het leven draait niet om het doen van veel werk. Ook wij zijn weleens ziek. Gelukkig kennen wij ook periodes waarin de druk allemaal ineens voorbij is. In mei, als de computerlessen stoppen, in juni als de laatste vergadering voorbij is. Dan is er het andere genieten van de rust...

Rust en drukte, ze horen beide bij het leven. Het enerverende leven dat we leiden doen we niet vanwege het enerverende aspect ervan. We doen het, omdat we de Here God willen dienen. De ene mag dat doen vanuit de studeerkamer in de boeken of achter de computer. Wij mogen dat doen in Villa Klarendal, computercursussen, Voedselbank, wijkcentrum, het gemeentehuis en in alle functies en vrijwilligerstaken die Aneta tot nu toe heeft uitgevoerd. De taak staat niet voorop: God staat voorop. Zoals Jezus bereid was te gaan. Zo mogen ook wij gaan.

...ook al is dat soms dodelijk vermoeiend. Maar ja, wat zei Jezus in Gethsemane en op Golgotha?

zaterdag 8 maart 2008

Niet mijn wil

Het was me het weekje wel. Zeker afgelopen donderdag was er bij ons thuis veel hectiek. Niet zozeer uiterlijk, maar veeleer innerlijk.

Het zou een week van verandering worden. Ik was woensdag uitgenodigd voor een tweede gesprek voor een nieuwe functie binnen de gemeente. Ik was nog de enige interne kandidaat. Dus alles leek in kannen en kruiken.

Aneta zou deze week haar vaste contract krijgen, volgens afspraak tussen haar, het uitzendbureau en het werk waar zij was gedetacheerd. Alles leek in kannen en kruiken.

Maar alles liep anders dan gedacht. Ik kreeg donderdag een telefoontje dat ze niet met mij doorgingen. Ze hadden teveel twijfel of ik zelfstandig genoeg was en of ik kon functioneren in een volledig nieuwe situatie. Ik dacht dat ik duidelijk had gemaakt dat dit twee sterke kanten van mijzelf waren, maar dat bleek niet te zijn overgekomen.

Aneta kwam donderdag bij haar chef. Die had met een telefoontje meegeluisterd. Op basis van dat telefoontje meldde hij haar dat zij niet met haar door zouden gaan. En, zei hij er nog droog achteraan, ik denk dat je niet meer in een telefonische helpdesk moet werken. Terugdenkend aan alle lovende kritiek die Aneta van meet af aan kreeg over haar manier van werken, was dit een domper van heb ik jou daar.

Hoe ga je daar nu als christen mee om. In beide gevallen hadden we de neiging er tegenin te gaan. "Hebben ze niet geluisterd?", "Kon er geen derde gesprek plaatsvinden?", "Is het doorgestoken kaart?", "hebben ze het moedwillig gedaan, omdat ze iets anders van plan waren?" Allemaal gedachten van onrechtvaardigheid gingen door ons heen.
Toch hadden we allebei van tevoren gebeden dat God zijn wil laat zien. Door een deur wijd open te zetten of hem met een duidelijk "nee" te sluiten. In ons beider geval was het laatste aan de orde. Toch blijft het een hard gelag. Zeker voor Aneta die zes maanden dag in dag uit werkte en bijna tien uur onderweg was om acht uur te werken. Dan krijg je allerlei positiviteiten over je heen en word je uiteindelijk om een dergelijke stomme reden weggestuurd. Voor mij was de knal niet zo hard, behalve dan dat de argumenten absoluut niet overkwamen met mijn eigenkennis en -gevoel.

In zo'n bevreemdende situatie komt ons geloof om de hoek kijken. Kan ik zeggen: "dank U God voor uw leiding"? Mag ik tevreden zijn met waar ik nu sta? In deze paasdagen denken we natuurlijk terug aan Jezus die op het zwaarst van de strijd uitsprak dat hij Gods wil wilde doen, niet zijn eigen wil. En hoeveel zin we ook hadden om dat nieuwe aan te gaan, we zijn bereid om die andere weg te gaan. God heeft ongetwijfeld iets veel beters in petto dan wijzelf kunnen bedenken. Ook al weten we nu nog niet hoe en wat. En ondertussen werken we gewoon door en genieten we van wat we mogen meemaken, want dat is zeker niet niks....