Maandag geschreven, dinsdag in de krant. Als dat niet actueel is, weet ik het niet meer. Vandaag in het Friesch Dagblad verschenen.
De afgelopen weken schoot het geregeld door mijn hoofd heen. Een opmerking die zo heerlijk relativerend kan werken als je denkt dat je met gewichtige zaken bezig bent: lekker belangrijk.
Vorige week vrijdag kwam de opmerking bij mij op toen we alle rompslomp doornamen die nodig is om de omvorming van een project van Youth for Christ naar een zelfstandige christelijke wijkgemeenschap mogelijk te maken. Vorming van een stichting met alle statuten en huishoudelijke reglementen van dien. Uren overleg over randvoorwaardelijke kleinigheden die formeel en juridisch noodzakelijk worden geacht in onze overgeorganiseerde samenleving.
En wat te denken van alle publiciteit, waarbij ik moet uitleggen wat die omvorming betekent.
Afgelopen woensdag was fractievoorzitter Arie Slob van de ChristenUnie op bezoek in Arnhem. Als onderdeel daarvan bracht hij een bezoek aan Villa Klarendal. Daarvoor moest natuurlijk onze zaal worden heringericht, koffie en thee worden gezet, informatie worden neergelegd, een informatiemap worden samengesteld. Van tevoren had ik met een collega binnen Youth for Christ nagedacht hoe we het beste konden voldoen aan de vraag van het bezoek ‘hoe zijn christelijke organisaties betrokken in de wijk’. Al met al was ik enkele uren bezig met de voorbereidingen. Het moment suprème duurde alles bij elkaar twintig minuten, omdat de programmaonderdelen daarvóór iets waren uitgelopen. Een zeer kort programma waarin we snel konden vertellen wat we deden en hoe we daar in stonden.
De opmerking schoot me na afloop van het bezoek door het hoofd. Om de relatie weer te geven tussen voorbereiding, het moment zelf en mijn vraag of dit het nu allemaal wel waard was.
Donderdag had ik speciaal vrij gepland om te studeren op alle aspecten van het lidmaatschap. Temidden van die studie wordt er aangeklopt en staat (zit, eigenlijk, want hij komt met zijn scootmobiel) een vaste bezoeker van Villa Klarendal aan de deur. Hij heeft een mededeling over zijn aanstaande verhuizing en koppelt daar een bezoekje van anderhalf uur aan vast. De opmerking schoot door mijn hoofd tijdens dit gesprek. Het vloog van de ene activiteit naar de andere. Is die studie nu zo noodzakelijk, of moet ik voorrang geven aan het bezoek?
Uiteindelijk bleef de opmerking steken bij de studie. We hebben altijd aangegeven ‘relatie’ boven al het andere te stellen. Als deze man langskomt op een moment dat ik nooit thuis ben, is dat een uitgelezen moment om weer eens diepgaander de relatie aan te halen.
Vrijdagavond zat ik voor de televisie. Belangstelling voor de politiek is er bij mij met de paplepel ingegoten. Spanning alom. Beelden van de Trèveszaal. Vooral van journalisten die ervoor stonden. Commentaren van iedereen die door de uitzendende media als gezaghebbend kon worden beschouwd. Na een uur kijken naar een huis waar weinig gebeurde en deskundigen die hun zegje erover deden, kwam de opmerking weer bij me op: lekker belangrijk.
De volgende dag moest ik rond tien uur weer elders zijn. Daar was mijn aanwezigheid en helderheid gewenst. Dus werd de nacht langer en kon ik de volgende ochtend vroeg via het nieuws vernemen dat het kabinet om half vier die nacht was gevallen.
Het blijkt telkens een lastige afweging tussen urgent, noodzakelijk of wenselijk in mijn eigen leven, waarin de opmerking een rol speelt. Leuk hoor om al het mooie van ons werk aan nieuwsgierige muskieten met pen, microfoon of camera te verwoorden, maar als die ons hele programma in de war schoppen, is dat programma toch belangrijker dan het vluchtige nieuwsfeit. Ik neem de formele noodzakelijkheden maar even voor lief en beschouw ze als goede hulpmiddelen, om zo snel mogelijk daarna weer bezig te gaan met wat echt belangrijk is.
In een wereld waarin onderlinge relaties worden ondergesneeuwd door formaliteiten en afspraken, wil ik me vooral bezig houden met die relaties. Want juist die zijn zo enorm belangrijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten