Politiek”, zegt mijn buurvrouw smalend, ,,ik heb er niets mee. Ik ga niet stemmen. Het zijn allemaal zakkenvullers”. Mijn democratische hart bloedt. Ik zit aan tafel met wat buurtgenoten tijdens onze wekelijkse brunch van Villa Klarendal. Hier ontmoeten twee werelden elkaar. De wereld van mijn werk, waar ik dag in dag uit bezig ben met politiek en ik veel politici keihard voor weinig zie werken. En de wereld van de wijk, die te maken heeft met de gevolgen van politieke besluiten, die niet altijd gunstig uitvallen voor het persoonlijke leven van alledag van wijkbewoners.
De verkiezingen zijn geweest. Veel mensen hebben landelijk wel gestemd. En met vuur, want twee tegenstanders zijn als grootste partijen uit de bus gekomen. Geen regering met die ander leken de veelal strategische kiezers te willen zeggen. Nu is het tijd voor een regering met onze standpunten zeiden de winnaars na afloop. Om vervolgens de dag erna doodleuk tot de conclusie te komen dat er maar een coalitie mogelijk is: die tussen twee gedoodverfde tegenstanders. Ineens prachtige woorden van politieke leiders naar elkaar die tot de dag ervoor elkaar nog in de haren vlogen. Wie begrijpt dat nog? Vind je het vreemd dat de gewone man cynisch wordt over het politieke gebeuren.
Nee, van mij zul je hierover geen waardeoordeel horen. Het is tijd voor een tegengeluid. Nu het regeringsakkoord op tafel ligt, zien we een beleid komen dat enerzijds medemenselijk blijft, maar aan de andere kant het beleid voortzet van het vorige minderheidskabinet. Op veel punten is de menselijke maat ver te zoeken. Een beleid van ‘zoek het zelf maar uit’. Goed voor mensen die geleerd hebben om te gaan met verantwoordelijkheid. Lastig voor mensen die altijd in de pamperhoek hebben gezeten. Die moeten nu ineens op eigen benen staan, wat hen nooit is geleerd.
Begrijp me goed, ik geloof in mensen die hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Maar de nieuwe manier van denken slaat door. Getuigt van een hardvochtigheid waarin mensen verworden tot een nummer. Als je niet doet wat ik zeg, word je gekort of krijg je helemaal geen uitkering.
Een tijd geleden hoorde ik over het handvest van compassie. Dat sprak mij aan. Een oproep om mededogen centraal te zetten in ons denken van alledag. Om anderen en niet onszelf voor het voetlicht te zetten. De waardigheid van de ander voor ogen te hebben. Mooie woorden, die zo moeilijk in het leven tot uitvoering kunnen worden gebracht. Het woord prijkt groots op de vloer van de Arnhemse raadzaal. Ik hoop dat het niet bij woorden blijft. Dat die compassie zal doordringen in de Nederlandse samenleving. Samen optrekken. Niet tegen elkaar, maar met elkaar. Elkaar benaderend met respect en mededogen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten