Vorige week. Een berichtje op mijn smartphone. ‘Jullie staan in de Goot, wist je dat al?’ Ik wist het al. Als abonnee van het blad De Nieuwe Koers had ik de dag ervoor de lijst van de Goot500 doorgelezen en was ik ook op de naam van mij en mijn vrouw gestoten.
De Goot500 is gemaakt door de christelijke hulporganisatie TEAR en bevat 500 ‘rechtbrengers’, als tegenhanger van de jaarlijkse Quote 500, een lijst met de vijfhonderd rijkste Nederlanders. Doel van de lijst is mensen onder de indruk te brengen van wat er in de wereld wordt gedaan ter bestrijding van armoede en oneerlijke praktijken.
In een vlaag van creativiteit schreef ik de schrijver van het berichtje terug ‘al jaren eigenlijk...’ Want al jaren staan we naast mensen die in de goot liggen. Wijzelf liggen al jarenlang niet meer in de goot. En ja, we hebben er wel in gelegen. Maar het mooie van die ervaring is dat je met mensen kunt meeleven.
Ik heb het zelf meegemaakt. De goot is niet afschuwwekkend of iets wat je moet mijden. Voor velen is het iets dat je zomaar kan overkomen. En hij komt in allerlei gedaantes. In de vorm van werkloosheid, schulden, echtscheiding of zware ziekte. Het gevoel dat alles je uit handen is geslagen. Dat er nog maar één plek is waar je die handen kwijt kan: als een hulpeloze schreeuw naar omhoog.
Maar daar lag voor mij het begin van het herstel. ‘Ik kan het niet meer zelf’, schreeuwde ik het uit. Waarna een dag later redding langskwam: een vriend gaf ons een voedselpakket in een nog voedselbankloos tijdperk. Ik krabbelde op uit de goot en kreeg zelfvertrouwen. Niet gebaseerd op eigen kunnen, maar op het besef dat God mij gemaakt en gewild heeft.
Ik ben naar de goot teruggekeerd. Nu lig ik er niet meer in, maar stá ik er in. Niet om degene die erin ligt te veroordelen of nog even een trap na te geven. Maar om hem een hand te geven, zijn hoofd te ondersteunen, of, als hij het helemaal niet meer kan, hem even te dragen naar een plek waar de goot iets minder nat is. Maar wel met het doel dat die ander ook weer gaat staan. Eerst ondersteund. Met knikkende knieën, als een zieke die na een lang ziekbed de zwakke benen weer leert dragen.
Ik sta in de goot. Hier sta ik, ik kan niet anders. Met of zonder lijst. Want mensen in de goot schreeuwen om hulp. Helaas mijden gelovigen die goot nog steeds vanwege de geur, het beeld of het imago. Het is alsof je afdaalt van de Quote naar de Goot. Maar ja, Er was Een die van hoger dan de Quote afdaalde naar onze diepste Goot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten