donderdag 20 maart 2008

Dodelijk vermoeiend enerverend leven

Wie mij kent weet dat ik niet erg graag dagelijks hetzelfde doe in hetzelfde stramien. Sterker nog, zodra iets een routine of een sleur wordt, ben ik weg of begin ik me te vervelen. Soms kan het ook wel eens iets teveel van het goede zijn (voor mijn gevoel dan).

Zondag
Het begon op de eerste dag van de week die wij in gristelijk Nederland zo mooi de dag des Heren noemen. Dan houden we een brunch en viering in Villa Klarendal. Meestal is dat fijn, leuke gesprekken en samen gaan voor een goed verhaal. Dat was deze week ook wel zo, maar er werd een streep doorheen gehaald door allerlei stapelingen van irritaties op die dag. Omdat anderen er bij betrokken zijn, wil ik niet in detail treden over het optreden van hen. Wij waren geïrriteerd en moesten dat met onze teamleden uitspreken. Voor je het weet ben je dan zomaar een uur later klaar met de afsluiting van het programma. Dodelijk vermoeiend is het om irritaties uit te spreken op een manier die niet bijtend overkomt op de ander. Dat is het ook omdat we zo met hart en ziel bezig zijn in dit werk. Als er dan dingen niet goed gaan, lijkt het alsof je weer eens met jezelf wordt geconfronteerd. Je zet jezelf voor de spiegel en vraagt je af of het aan jezelf ligt of aan de ander. Zo'n situatie is na zo'n gesprek niet gelijk uit het hoofd, laat staan uit het gevoel. Dus was er nog een hele dag waarbij hoofd en gevoel met andere dingen bezig waren dan de gewoonlijke zondagmiddagbezigheden.

Maandag
Na een wat onrustige nacht stond ik met letterlijke en figuurlijke pijn in de buik op. Om negen uur werd ik verwacht in een cursus projectmanagement die ik voor mijn werk mag volgen. Aangezien ik altijd een slow-starter ben op de dag, was het met buikpijn en al even weer mezelf erin gooien. Een dodelijk vermoeiend begin dus van de maandagochtend. Gelukkig hadden we vantevoren een leercurve ingevuld waaruit bleek dat er maar weinig studiebollen bij de cursus zitten die er van genieten om vier uur achtereen achter de tafel te zitten om de theorie tot zich te nemen. We werden al snel in de praktijk gegooid om zelf dingen uit te zoeken. Na een maaltijd en een iets langere theoriezit, kregen we huiswerk op voor de volgende keer en mochten we naar huis.

Voor mij niet dus, want mijn werk voor de gemeenteraad brengt soms met zich mee dat ik kan worden opgeroepen om stand-by te staan als er speciale vergaderingen zijn. Die was er dus maandagavond: de gemeenteraad van Arnhem moest een besluit nemen of er wel of niet moest worden ingestemd met een dwangakkoord om Arnhems trots Vitesse een schuld van ruim 12 miljoen euro kwijt te schelden. Goed, ik was er die avond, die al goed begon doordat mijn collega's pizza hadden besteld, maar mij daarbij voor het gemak waren vergeten. De jas die ik net had uitgedaan moest ik weer snel aandoen om zelf even mijn maaltijd bij elkaar te sprokkelen (op kosten van de baas, dat wel). Een halfuur later zat ik in pizzageuren een Thaise afhaalmaaltijd te verorberen. Terwijl ik dat deed kreeg ik mijn instructies voor die avond. Of ik de computer dichtbij de raadzaal kon bedienen. Bij die zaal was het een drukte van jewelste. Vanaf 18.00 uur kwamen de gasten binnen die bij de ingang als kaf van het koren werden gescheiden. Supporters en andere lieden die zich niet van tevoren hadden opgegeven door de deuren naar de hal. Bobo's, ambtenaren en andere hoogwaardigheidsbekleders met de lift naar de zaal of de publieke tribune voor de elite. Twee gescheiden werelden met twee verschillende redenen om te komen. De supporters met de bekende spreekkoren om hun cluppie een hart onder de riem te steken. De raadzaal en de publieke tribune om het vuur van het debat over het onderwerp mee te maken of om te horen hoe de Arnhemse Tweede Kamer zich zou uitspreken over het dilemma "spuiten of slikken" (of zoals een raadslid later in het openbaar verklaarde "in dit besluit moesten we een keuze maken tussen wurgen of verdrinken"). Drie uur later, waarbinnen ik tot wel tweemaal toe mijn taak mocht verrichten en voor de rest betaald rondliep om de sfeer op te snuiven, was de klus geklaard. De ruiten sneuvelden niet, de spreekkoren werden vervangen door lofliederen op het cluppie en haar redders, de redder der redders wuifde het voetvolk als een Ceauscescu toe. Dodelijk vermoeid sloften mijn collega en ik naar de kelder waar we nog mochten nagenieten van wat zo mooi "een hapje en een drankje" wordt genoemd. Net zomin als ik een oordeel vel over teamleden, zal ik een oordeel vellen over de besluitvorming van die avond. De entourage was prachtig. Over de uitkomst mag ieder het zijne zeggen.
Na zo'n avond leg ik niet direct mijn hoofd in het kussen en moest er even onthaast worden. Aneta geeft elke maandagavond een computerles in de wijk, waar ik haar in ondersteun als ik geen avondwerk heb. Dus praatten we even na over haar belevenissen en die van mij. Nog een drankje wordt dan ter hand genomen en door de keel gegoten, waarna de aangename rust toch de overhand nam.

Dinsdag
De slow-starter liet zich niet eerder dan tien uur op het stadhuis zien de volgende ochtend. Die dag stond natuurlijk in het teken van terugkijken op de vorige dag die door ons tot in de puntjes was georganiseerd. En over de consequenties van de besluitvorming die voor ons weer nieuw werk met zich meebracht, waardoor een collega al weer een hele dag zoet was om griffies in andere steden te bellen voor advies over de inrichting van een raadsonderzoek (een uitgeklede soort parlementaire enquete). Eigenlijk was de maandagavond gereserveerd voor een gewone politieke avond. Onder druk van het gevaar van een faillissement van ons lokale sportieve suffertje moest die avond op stel en sprong worden verplaatst naar de dinsdag. Dus werd de rest van de dag ingeruimd voor het organiseren en voorbereiden van de avond, tussen alle hectische gesprekken over voetbalperikelen door. Aneta had overdag ook nog een sollicitatiegesprek, dus werd er tussendoor ook nog eens op die manier contact gelegd met mijn thuisfront. De pizza en Thai werd die avond vervangen door een gezonde vegetarische maaltijd waarvoor we even buitengaats mochten gaan. De rest van de avond werd besteed met het aanhoren en gelijktijdig aan de laptop toevertrouwen van meningen en standpunten over zes verschillende onderwerpen variërend van de visie over cultuureducatie, de begroting van de lokale sociale werkplaats tot discussies over de opvang voor dak- en thuislozen. Interessant genoeg om mijn hoofd erbij te houden (wat toch wel nodig was, anders weet niemand over een paar weken meer wat erover gezegd is), maar, je raadt het al, dodelijk vermoeiend, omdat ik van zeven uur tot halfelf bijna aan een stuk door de concentratie vast moest houden, moest luisteren en moest schrijven. Na het bijeen harken van alle belangrijke overgebleven papieren, naambordjes, EHBO-dozen en mijn laptop, kon ik genieten van een rustig wandelingetje naar huis, alwaar ik neerzeeg en evenals de vorige dag met een hapje en drankje mijn ei kwijt kon en mocht horen hoe Aneta de dag met sollicitatie, boodschappen doen en de tweede computercursus van de week (weer zonder mij) was doorgekomen. Na zo'n supergeconcentreerde avond, voorafgegaan door een enerverende andere avond en een persoonlijk vermoeiende dag daarvoor, bemerkte ik terwijl ik probeerde te slapen dat mijn lichaam protesteerde tegen mijn enerverende leven. Met een gepiep in mijn hoofd probeerde mijn lichaam de dodelijke vermoeidheid kwijt te raken.

Woensdag
Gelukkig was de moeheid er de volgende ochtend al redelijk uit geslapen. Om ongeveer dezelfde tijd als de dag daarvoor tengevolge van een verplichte wandeling omdat dochterlief haar fiets nog bij de fietsdokter had staan en zij bijgevolg mijn fiets maar had meegenomen. De dagelijkse rituelen van computer aanzetten, inloggen, koffie halen en bijpraten waren er bijna niet bij, want ik zat nog maar net of een collega vroeg me om die dag wat brieven te versturen die van belang waren voor een bijeenkomst die we volgende week weer houden. Daardoor kon ik pas tegen twaalf uur een start maken met het uitwerken van de verslagen van de avond daarvoor. Dat doe ik het liefst direct de dag erna, omdat de inhoud van de vergaderingen dan nog vers in mijn hoofd zitten. Nog voor ik aan het einde van mijn eerste verslag was, werd ik gestoord door mijn chef die me vroeg welk drinken hij voor mij kon meenemen. Dat noopte mij ertoe op de klok te kijken, waardoor ik tot de ontdekking kwam dat het alweer tijd was voor een regelmatig een-op-een gesprek met hem. Verslag moest aan de kant en we konden driekwartier aan de klets over onszelf, het werk en alles wat daartussen zat. Daarna lonkte het verslag weer en zag ik in mijn tas mijn brooddoos nog liggen. Het gebeurt nogal eens dat de inhoud daarvan wordt opgegeten terwijl ik bezig ben met zo'n verslag en dat deed ik toen ook maar weer eens. Niet zo gezond voor lijf en leden, maar ik bedacht me dat ik mijn pauze op een andere keer wel weer zou inhalen. Om en nabij halfzes, later dan gepland, liep ik terug naar huis. Daar zat mijn wekelijkse woensdag-eet-vriend Michiel klaar om samen met mij aan te vallen. Aneta had al naar het werk gebeld op het moment dat ik al weg was en besefte dat de tijd tussen werk en thuiskomen langer zou duren omdat ik nog steeds niet de loopsnelheid van een fiets heb kunnen halen. Het is altijd genieten om met mijn eetvriend te dineren, want we spreken over van alles en nog wat: wat we meemaken, waar we over nadenken, frustraties, moeilijkheden of gewone leuke dingen. Om zeven uur vielen zijn ogen bijna dicht van al het lekkers en de intensieve gesprekken en moest hij snel opstappen om zijn volgende afspraak te halen. Niet lang daarna trok ik ook mijn jas weer aan om naar een kort overleg te gaan van de Voedselbank, waarvan ik in onze wijk de coördinator ben. Een prettig fietstochtje eindigde in een dorpje naast Arnhem waar ik met koffie en koek werd ontvangen. Gelukkig een kort overleg, want al vijf kwartier later kon ik de terugtocht alweer ondernemen. De bank was thuis gewillig, evenals de computer die ik gedurende een korte tijd mocht raadplegen. Nadat Aneta rond halftwaalf vertrok voor haar regelmatige vliegmeerdaagse, stapte ik iets na twaalven het bed in om snel in slaap te kunnen sukkelen.

Donderdag
En zo zijn we aanbeland in de dag van vandaag die het uitwerken van de rest van de verslagen op het werk met zich meebracht. Daar had ik toch nog een groot deel van de dag voor nodig, naast allerlei kleine klusjes, telefoontjes en andere kleinigheden waardoor de dag vol loopt met zaken waardoor ik achteraf me afvraag wat ik nu zoal heb gedaan. Een verlate vraag van een collega over adressen uit het verleden en of ik mogelijk mensen ken die aan een activiteit over een paar weken mee kunnen doen zorgde n ervoor dat ik pas rond zes uur moest bellen naar Villa Klarendal dat ik later zou komen. Eens in de twee weken bidden we namelijk samen met wijkbewoners voor de wijk. En eenmaal per maand begint dat met een gezamenlijke maaltijd. Dus door wind en regen naar huis gereden, mijn tas en paasgeschenk van het werk daar achter gelaten, mijn dochter voorzien van een euro voor de meidenclub op het wijkcentrum en weer snel door naar Villa Klarendal. Het was weer een gezellige maaltijd, waarin we konden meeleven met het leven van een van de wijkbewoners die haar belevenissen van de afgelopen periode vertelde. Daarna baden we voor de activiteiten die we in de wijk mogen doen.

Heb je nog wel een leven?
Waarom schrijf ik dit nu? Misschien om een inkijkje te geven in mijn leven. De manier te laten zien waarop ik geniet van alles wat ik doe. De frustratie die ik soms heb om meer in de wijk te kunnen doen en te worden tegengehouden door de hectiek van alle dag. De vragen die soms door mijn hoofd heen spelen als "wat heeft het allemaal voor zin", "waar doe ik het allemaal toch voor". Ik raad niet iedereen aan te leven zoals wij dat doen. Ik ben bang dat ik in dit verhaaltje nog zeker een aantal dingen ben vergeten die tussendoor gebeuren. De moderne media zorgen ervoor dat je altijd overal bereikbaar bent. Waardoor het wijkcentrum telefonisch met een vraag komt. Waardoor we per mail het verslag van de computerlesvergadering krijgen. Waardoor een teamlid per mail of sms een vraag stelt die ik per ommegaande in enkele minuten beantwoord.

In dit soort weken mis ik mijn vrienden in de wijk. Het werk roept me en ik weet dat daar een deel van mijn taak ligt. Afgelopen maandag in de pauze tijdens de cursus liep ik naar de boekhandel om de "Waarom Pasen" DVD te kopen. Die gaan we uitdelen aan onze vrienden en vaste bezoekers van de Villa. Later sms'te een teamgenoot dat zij de DVD's al via internet had besteld. Ik was weer eens te snel geweest. Een dag later bedachten we dat de eigen gekochte DVD's als paaspresentje konden worden uitgedeeld aan collega's. Dat heb ik vandaag ook gedaan. Mooie reacties daarop. Geef mensen eens iets extra's en ze glunderen. Vooral degenen die op afdelingen werken waar ze alleen maar als voetveeg worden behandeld. Op het werk mis ik mijn wijk en al de dingen die ik daar zou kunnen doen of opzetten. Maar tegelijkertijd weet ik dat mijn werk ook weer een plek is waar mensen zijn die mij nodig hebben. En bij de Voedselbank, de computerles, het wijkcentrum....

De titel van de blog lijkt erg aanmatigend. Alsof het in het leven alleen maar gaat om veel werk te verzetten. Leuk als je ziek bent, door ouderdom niets meer kunt doen, of aan een chronische aandoening leidt. Het leven draait niet om het doen van veel werk. Ook wij zijn weleens ziek. Gelukkig kennen wij ook periodes waarin de druk allemaal ineens voorbij is. In mei, als de computerlessen stoppen, in juni als de laatste vergadering voorbij is. Dan is er het andere genieten van de rust...

Rust en drukte, ze horen beide bij het leven. Het enerverende leven dat we leiden doen we niet vanwege het enerverende aspect ervan. We doen het, omdat we de Here God willen dienen. De ene mag dat doen vanuit de studeerkamer in de boeken of achter de computer. Wij mogen dat doen in Villa Klarendal, computercursussen, Voedselbank, wijkcentrum, het gemeentehuis en in alle functies en vrijwilligerstaken die Aneta tot nu toe heeft uitgevoerd. De taak staat niet voorop: God staat voorop. Zoals Jezus bereid was te gaan. Zo mogen ook wij gaan.

...ook al is dat soms dodelijk vermoeiend. Maar ja, wat zei Jezus in Gethsemane en op Golgotha?

Geen opmerkingen: