Het was me het weekje wel. Zeker afgelopen donderdag was er bij ons thuis veel hectiek. Niet zozeer uiterlijk, maar veeleer innerlijk.
Het zou een week van verandering worden. Ik was woensdag uitgenodigd voor een tweede gesprek voor een nieuwe functie binnen de gemeente. Ik was nog de enige interne kandidaat. Dus alles leek in kannen en kruiken.
Aneta zou deze week haar vaste contract krijgen, volgens afspraak tussen haar, het uitzendbureau en het werk waar zij was gedetacheerd. Alles leek in kannen en kruiken.
Maar alles liep anders dan gedacht. Ik kreeg donderdag een telefoontje dat ze niet met mij doorgingen. Ze hadden teveel twijfel of ik zelfstandig genoeg was en of ik kon functioneren in een volledig nieuwe situatie. Ik dacht dat ik duidelijk had gemaakt dat dit twee sterke kanten van mijzelf waren, maar dat bleek niet te zijn overgekomen.
Aneta kwam donderdag bij haar chef. Die had met een telefoontje meegeluisterd. Op basis van dat telefoontje meldde hij haar dat zij niet met haar door zouden gaan. En, zei hij er nog droog achteraan, ik denk dat je niet meer in een telefonische helpdesk moet werken. Terugdenkend aan alle lovende kritiek die Aneta van meet af aan kreeg over haar manier van werken, was dit een domper van heb ik jou daar.
Hoe ga je daar nu als christen mee om. In beide gevallen hadden we de neiging er tegenin te gaan. "Hebben ze niet geluisterd?", "Kon er geen derde gesprek plaatsvinden?", "Is het doorgestoken kaart?", "hebben ze het moedwillig gedaan, omdat ze iets anders van plan waren?" Allemaal gedachten van onrechtvaardigheid gingen door ons heen.
Toch hadden we allebei van tevoren gebeden dat God zijn wil laat zien. Door een deur wijd open te zetten of hem met een duidelijk "nee" te sluiten. In ons beider geval was het laatste aan de orde. Toch blijft het een hard gelag. Zeker voor Aneta die zes maanden dag in dag uit werkte en bijna tien uur onderweg was om acht uur te werken. Dan krijg je allerlei positiviteiten over je heen en word je uiteindelijk om een dergelijke stomme reden weggestuurd. Voor mij was de knal niet zo hard, behalve dan dat de argumenten absoluut niet overkwamen met mijn eigenkennis en -gevoel.
In zo'n bevreemdende situatie komt ons geloof om de hoek kijken. Kan ik zeggen: "dank U God voor uw leiding"? Mag ik tevreden zijn met waar ik nu sta? In deze paasdagen denken we natuurlijk terug aan Jezus die op het zwaarst van de strijd uitsprak dat hij Gods wil wilde doen, niet zijn eigen wil. En hoeveel zin we ook hadden om dat nieuwe aan te gaan, we zijn bereid om die andere weg te gaan. God heeft ongetwijfeld iets veel beters in petto dan wijzelf kunnen bedenken. Ook al weten we nu nog niet hoe en wat. En ondertussen werken we gewoon door en genieten we van wat we mogen meemaken, want dat is zeker niet niks....
1 opmerking:
ik vind het indrukwekkend om te lezen hoe je hiermee omgaat.
sterkte!
daniel
Een reactie posten