‘De kerk is dood, leve de Koning’. ‘Laten we zwijgen over de kerk en het weer over God hebben’. Onderzoeken laten de gestage teruggang zien van leden van de katholieke kerk en de grote protestantse fusiekerk, waarin men de PvdA-truc hanteert om minder verlies dan verwacht als winst te omarmen (‘Het ledenverlies neemt de afgelopen jaren licht af!’) Als ik kijk naar de kerkgebouwen die worden afgebroken of worden ingericht als kantoor, woonruimte of gezellige buurtruimte, dan bekruipt mij het gevoel dat ze gelijk hebben. Het loopt af met het geloof. Er zijn meer afhakers dan aanhakers.
Aan de andere kant zijn er prachtige diensten, geweldige samenkomsten, heerlijke grote, volle zalen, kampeermanifestaties met hoge bezoekerscijfers en bijbehorende juichende recensies. Wie dat ziet en meemaakt, krijgt niet het gevoel dat er iets ergs aan de hand is. Cijfers lijken erop te wijzen dat orthodox-gereformeerde kerken, de pinksterkerken en de evangelische gemeenten tegen de tijdgeest in blijven groeien. Daar zijn nog megakerken te vinden van honderden tot duizenden kerkleden. Wie er in zit wordt meegezogen met het positivisme dat de beweging, organisatie of kerk uitstraalt.
Toch ook hier een maar. Een boek dat is uitgekomen met interviews van gemeenteleden die de evangelische gemeenten via de achterdeur hebben verlaten. Mensen die ‘ooit evangelisch’ zijn, zich post-evangelisch noemen, traumatisch zijn van het evangelisch evangelie of uitgekotst zijn door het amateuristisch hogere management dat deze beweging kenmerkt. Bovendien is in de Geestvervulde beweging van geen statistiek sprake, waardoor cijfers slechts giswerk zijn. Daar waar ze wel zijn becijferd of onderzocht komen we een hoog overgangsgeloof tegen. Protestantse kerkleden lopen over naar het meer vrijere evangelie. Er is nauwelijks sprake van gelovigen die uit het niets zich bij de nieuwe kerken aansluiten.
Wat betreft de orthodoxe kerken is ’s lands Grootste Gereformeerde Krant (afgekort ND) zeer happig op verhalen van mensen die aanschoppen tegen de kerk van herkomst, zeker waar het de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt betreft. Deze week nog werden woorden getrokken uit de mond van een kritische, spraakmakende jonge dominee uit die kerk. ‘De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt zijn ten dode opgeschreven’, horen we hem verklaren. Niet het geloof is ten dode opgeschreven, maar het systeem dat er van is gemaakt.
De kerk is dood. Het is een vervreemdende uitspraak voor wie midden op de Biblebelt zich bevindt tussen de duizenden gelovigen die dit smaldeel in Nederland kenmerkt. Het roept vraagtekens op voor de Drachtenaren of degene die tientallen kilometers rijden om zich te laten vermaken in de megakerk in het noorden des lands. Maar is het juist daar niet dat het sterven van de kerk zich ten volle openbaart? Ik hoor van kleine kerken die het hoofd nauwelijks boven het water kunnen houden. Leden besluiten het kleine kuddeke te verwisselen voor een grote moloch waar ze een half uur voor moeten rijden. Ze worden er meer opgebouwd, ze genieten van de mooie diensten, de geweldige toespraken. En rijden weer terug naar de plaats van herkomst, opgebouwd zodat ze er weer een week tegen kunnen.
De kerk als gemeenschap. Een boek dat prijkt in mijn boekenkast. Waar is die nog te vinden? Een kerk waar mensen om elkaar geven. Waar het budget niet grotendeels wordt opgeslokt door het mooie podium, de entourage, de filmcamera’s, de beamer of de techniek. Maar door armoedebestrijding, onderlinge zorg, cursussen om elkaar te ondersteunen. Waar het milieu niet wordt vervuild getuige de honderden auto’s die door goed opgeleide parkeerwachten professioneel worden binnengeleid. Maar waar mensen worden opgeleid om elkaar te ondersteunen in hun dagelijkse zorgen en noden.
De kerk is stervende. Maar is het een stervende zwaan of een achtergelaten graankorrel in de grond? De eerste is hopeloos verloren en kunnen we nog met een prachtig requiem, gezang ten grave brengen. Afgelopen. Voorbij. Einde verhaal. De tweede biedt hoop. Een stervende kerk die vrucht voortbrengt. Een kerk die bereid is zijn opgebouwde privileges af te leggen voor een hoopvolle toekomst. De schil van uiterlijkheden, knellende regels en wetten of prachtige diensten en grootse samenkomsten, afgelegd om weer tot de kern te komen van wat de werkelijke groei betekent. Leven uit de dood. De opstanding van de kerk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten