Op 21 augustus begon ik een reeks. In Idea, het blad van de Evangelische Alliantie in Nederland, was een themanummer gewijd aan "aansluiten bij niet-christenen". Daar wil ik op doordenken vanuit mijn ervaring.
De aanhef is al veranderd. Want volgens mij is dat het eerste waar je bij jezelf op moet letten. Wij zijn er zo goed in. Om mensen in een hokje te plaatsen. Wie ben jij? Gelovig of ongelovig. Christen of niet-christen. Homo of hetero. Man of vrouw. Protestant, katholiek of moslim.
Vanuit de hokjes beoordelen we de ander. Zetten we die ander eigenlijk gevangen. Hij hoort bij de groep van.... En daarmee komt de ander er niet meer uit.
Christenen zitten zonder het zelf te weten ook in een hokje. Ze voelen zich thuis in de kerk, in het kerkelijke leven en in de cultuur die daarmee gepaard gaat. Vanuit dat hokje oordelen we zonder ervan bewust te zijn over anderen buiten dat hokje. Terwijl we zelf in het veilige hokje blijven zitten.
Het is zo belangrijk om los te komen van dit hokjesdenken. Het hokjesdenken heeft in de jaren zestig afgedaan. Toen zijn de zuilen in ons land, de grote vier hokken die ons land bepaalden (de liberalen, de socialisten, de katholieken en de protestanten) met vrij grote snelheid afgebroken. Terwijl de wereld rondom ons ontzuilde en ontkerkelijkte bleven christenen actief in hun eigen zuil. Sterker nog, ze maakten een nieuwe erbij, de evangelisch-reformatorische zuil. Daarmee leek het alsof wij christenen een grote groep waren die invloed hadden op onze samenleving. Want we hadden even de Grootste Omroep van Nederland. Op toogdagen en jongerendagen wisten we het zeker. We betekenden iets in onze samenleving. En daar bovenop kwam die regering met twee christelijke partijen waarvan de premier zelfs op jongerendag en pinksterweekend verscheen.
Maar de wereld om ons heen was al lang veranderd. Die verbaasde zich over die toename van christelijke activiteiten. Maar niet meer dan dat. Mooi. Maar niet meer dan de andere religieuze fenomenen in onze samenleving. Mensen om ons heen zijn niet zo religieus. Ze zijn niet op zoek naar God. Halen hun schouders op bij visjes achterop de auto of de tekst "Jezus redt" op het dak van een boerderij. Want het zegt ze niets. Niet meer dan andere uitingen van religie.
Waar mensen open komen is wanneer ze merken dat christenen oprecht naast hen staan. Niet oordelen, niet preken, maar hun leven uitleven. Christenen die oprechte belangstelling hebben voor het leven van hun naasten. Het heeft mij geholpen om uit mijn pinksterhokje te komen en midden in de wereld te staan. Midden tussen mensen te wonen en te ervaren wat zij ervaren. Niet met een oordeel klaar staan als zij iets doen wat ik niet begrijp. Maar mensen nemen zoals ze op dat moment zijn. Ze oprecht accepteren zoals ze zijn.
Een relatie van hart tot hart. Daar verlang ik naar. Niet vanuit een bekeringsdrang. God zorgt wel voor bekering op de juiste tijd. Niet vanuit een dubbele agenda. Maar vanuit oprechte belangstelling. Zonder hokjesdenken. Dus niet: aansluiten bij niet-christenen, maar: aansluiten bij deze wereld.
1 opmerking:
Inspirerend stuk, Rick!
Groeten uit Zwolle,
Tijmen.
Een reactie posten