donderdag 8 september 2011

Column Friesch Dagblad 36: kerk in de marge

In de tijd van mijn jeugd, de roerige jaren zestig en zeventig, gebeurde het regelmatig dat kerkleiders zich in de openbaarheid uitspraken over misstanden in de samenleving. Als zij spraken, luisterde de maatschappij. De kerk had zich een positie verworven midden in de samenleving. Een belangrijke ethische waakhond die het luisteren waard was.

Inmiddels is dat totaal veranderd. Alle kerken brokkelen af. Letterlijk en figuurlijk. Jaarlijks keren duizenden kerkleden de kerk van hun jeugd de rug toe. De volkskerken van toen zijn niet meer. Zij moeten in tal van plaatsen besluiten de godshuizen te sluiten. Voor degenen die daar hun herinneringen hebben een pijnlijke gebeurtenis. Bij ons in de wijk sluit eind deze maand de laatste kerk de deuren. Deze week kregen we de uitnodiging voor de laatste eucharistieviering. Het laatste avondmaal is aanstaande. Dan sluiten de deuren na meer dan honderd jaar trouwe dienst en dito invloed in de wijksamenleving.

De kerk wordt teruggedrongen naar de marge. De grootte wordt ingeruild voor het kleine. Van de speler waar iedereen naar moet luisteren wordt het een van de groepen die er zijn. Velen vragen zich af wat nog de toekomst van de kerk is. Sommigen kijken hoopvol naar nieuwe missionaire activiteiten. In missionaire actie ligt de toekomst van de kerk lijken ze te zeggen. Anderen leggen zich neer bij de marginale kerk. Geen grote volksbeweging meer. Geen grote woorden en daden. Geen houding van arrogantie meer, maar van nederig de eigen plaats aan de rand innemen.

Daar valt iets voor te zeggen. Kijk naar de geschiedenis en we zien een rol die ver van de macht af lag. Christenen hielden zich op aan de rand van de samenleving. Ze waren solidair met de armen, de verschopten, de outcasts. Opgesloten in de marge groeide de jonge kerk als kool. De Romeinse overheid was als de dood voor de groeiende invloed van die kleine groep. Niet zozeer door hun woorden. Wel doordat zij een oplossing boden voor de arme en verpauperde bevolking.

Is dat niet de plek die de kerk ook heden ten dage past? Jezus identificeerde zich ook met mensen om zich heen. Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel. In de marge kunnen we ons identificeren met mensen die het moeilijk hebben. We bieden hoop in de hopeloosheid. Ik kies voor de kant van het onbeduidende. Op het gevaar af ook zelf als onbeduidend te worden weggezet. Maar de onbeduidende zelf ervaart dat ik hem als mens behandel. En zo help ik hem of haar zijn eigen waarde te hervinden.

Geen opmerkingen: