donderdag 14 juni 2012

Column Friesch Dagblad 46: Een gemeentestichter in een dorp?

"Wat doet een gemeentestichter nou in een dorp?" zal menig lezer hebben gedacht na het lezen van het artikel over een inspiratieweekend dat mijn vrouw Aneta en ik vorig weekend in het dorp Eastermar mochten leiden. In alle gemeentestichtingsliteratuur is het vooral het bereiken van de steden wat de klok slaat. Daar gebeurt het. Daar loopt de cultuur voorop en kunnen we de massa's bereiken.

Toch zijn er overwegingen om missionair werk ook in dorpen te bevorderen. Nu ik al veertien jaar in deze wijk woon, valt het me op hoezeer stadswijken eigenlijk verstelijkte dorpen zijn. Het "weet je het al van die en die" is bekend bij de doorgewinterde wijkbewoner die in enkele gemeenschapsgebouwen vertoeft. Het nieuws gaat mond-op-mond sneller dan je denkt. Moeten wij daarom de stadswijk anders benaderen dan het dorp?

"Maak alle volken tot mijn discipelen" was de opdracht van onze Heer. Het ging hem om mensen, etniciteiten, gemeenschappen. Daarin maakte hijzelf geen onderscheid tussen steden en dorpen. Sterker nog, we lezen dat Hij rondtrok door het land, onderwijzend in steden, dorpen en gehuchten. Bij hem stond de prediking en de mens voorop, niet waar Hij woonde.

Verder zien we tegenwoordig een groeiende behoefte naar gemeenschap. Dat geldt voor alle mensen op alle plekken. Ook dorpelingen hebben die behoefte. Alhoewel de gemeenschapszin in dorpen over het algemeen nog groter is, heb ik gemerkt dat men daar veelal vastgeroest zit aan ingesleten patronen. Waar de ontzuiling in de steden allang heeft postgevat, gebeurt het in dorpen nog wel dag gelovigen van diverse geloofsgemeenschappen en ongelovigen naast elkaar leven en elkaar niet zien staan. Juist de behoefte naar nieuwe vormen van gemeenschap waarin dergelijke patronen kunnen worden doorbroken kan een opening zijn voor missionaire projecten.

Dat mensen behoefte hebben aan erkenning van het mens-zijn en niet afgerekend worden op uiterlijkheden als afkomst, familie of religieuze herkomst, kan daarbij helpen. Zoeken naar wegen om naast mensen te staan en ons met hen te identificeren net zoals Jezus dat deed, is niet beperkt tot stedelingen. Ook dorpelingen hebben behoefte aan dergelijke mensen.

De missionaire roeping van Jezus is voor iedereen. Voor de stedeling en voor de dorpeling. En voor iedereen die daar tussen zit. Zijn roeping geldt voor elke gelovige, ongeacht afkomst, ras of sekse. Dus ook in de dorpen mogen wij leren volgeling van Jezus te zijn. Het "gaat dan henen" geldt niet alleen voor ver weg, maar ook voor dichtbij. Ik hoop dat leven met Jezus ook in dorpen tot nieuwe verbindingen zal leiden.

Geen opmerkingen: