Afgelopen zaterdag was ik in de radiostudio van Radio 5 in het gebouw van de gezamenlijke omroepen AVRO, KRO en NCRV.
Teruggaand liep ik langs een ruimte waar op een zuil een tekst was gedrukt: ‘het is beter samen een kaars aan te steken dan te klagen over de duisternis’. Naar later bleek een variant op een gezegde van de beroemde Chinese filosoof Lao Tse.
Maar de tekst had me te pakken. Ik moet denken aan al die mensen die me de afgelopen jaren vertelden hoe slecht het gaat. Met de wijk. Met de samenleving. Met het aantal mensen dat gelooft in God. Met de invloed die we als gelovigen nog hebben in deze wereld. Situaties die we al snel zien als duisternis. Het licht is eruit getrokken. Het oude vertrouwde is niet meer. We zien geen hand meer voor ogen. En gaan al tastend onze weg.
De situatie is een feit. De duisternis is er daadwerkelijk. Het gaat erom hoe we er mee omgaan. Voor velen is de enige reactie erover te klagen. Wat erg dat dit zo is. Wat vreselijk dat dit ons overkomt. Christenen reageren daar niet anders op. De duisternis overkomt ons. En wat doen we? We sluiten ons op achter de veilige kerkmuren waar we samen gezin van God kunnen zijn. Veilig in Jezus’ armen. Of zoals een lieve zuster ons waarschuwde toen we bewust verhuisden naar een achterstandswijk. Daar zouden onze kinderen worden omgeturnd tot criminelen. Het duister zou hen wel overmeesteren.
Het kan ook anders. Door een licht aan te steken in het duister. Door de duisternis niet tot onze focus te maken, maar ons te richten op het licht. Wie door de samenleving heen wandelt, vindt sporen van het geloof. Niet van een vervlogen geloof, maar van een levend geloof. Christenen hebben zich echter laten overmeesteren door de gedachtenwereld van deze tijd. Wie in een volkswijk woont, moet als hij kinderen krijgt vooral naar een buitenwijk verhuizen, want daar is het ‘veilig’. Dus komen we in die wijken relatief veel christenen tegen, terwijl de volkswijken ontkerstend worden.
Gaat het ons nu om veiligheid te zoeken of onze roeping na te volgen? Wat zou er gebeuren als elk huis waar christenen wonen een geestelijke kaars wordt die we samen opsteken? Toen wij verhuisden naar de achterstandswijk, kreeg de zuster al snel ongelijk. Niet het licht trok naar het duister, maar het duister naar ons licht. Ons huis werd een inval voor kinderen in onze buurt die het fijn vonden om bij ons langs te komen. Het licht scheen in de duisternis!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten