We gaan vandaag naar de kerk. Waar kerk jij? Tot voor kort uitdrukkingen die in het Nederlands spraakgebruik ingeburgerd waren. Wat bedoelden we? We gingen met zijn allen naar een gebouw dat speciaal bedoeld was voor mensen die lid waren van de groep om op die plek hun geloof te uiten en te vieren. Het ging samen. Het gebouw en de mensen die er samenkwamen.
Vaak was het gebouw nog belangrijker dan de mensen. Dat blijkt wel uit de opstelling van de meeste kerken. In rijen achter elkaar opgesteld luisterend en kijkend naar een podium of een eenmansplek.
Het enige moment dat je contact met de buren had, was om de meegekomen familie een standje te geven omdat ze niet stil waren of om de directe buren een pepermuntje te geven om de preek door te komen. En als je wegging knikte je beleefd naar de naaste buurman of -vrouw om snel naar de koffie thuis te gaan, waarvoor je wellicht wat kennissen, vrienden of familieleden na de kerk had uitgenodigd.
Toen kwam de tijd van de kerksluiting. Met veel verdriet moesten mensen toezien hoe de kerk waarin zij waren gedoopt, getrouwd en van waaruit zij welicht hun ouders naar hun laatste rustplaats hadden begeleid, werd gesloopt of overgenomen door een niet-kerkelijk gebeuren. Nooit meer zouden ze vieren op de plek waar zoveel herinneringen lagen.
Op sommige plekken ging de kleine kudde verder als gemeenschap. Ze huurden een schoolgebouw of een buurthuis en kwamen daar samen voor hun vieringen. Ze lieten veel gemeenteleden achter die de pijn van het verlies van het kerkgebouw niet te boven kwamen, en moesten in kleinere getalen samen uitvinden hoe het is kerk te zijn zonder de sfeer van een speciaal daarvoor ingericht gebouw.
Als ik deze ervaringen afzet tegen onze eigen ervaring met kerk-zijn in een wijkgerichte setting is dat heel anders.
We delen het gebouw momenteel met andere gebruikers. We richten het zondags speciaal in. Mensen komen samen in het gebouw waar ze als peuter op de peuterspeelzaal, als kind op de kinderclub en als volwassene op een van de wijkclubs zaten en zitten. Een vertrouwde omgeving dus. Zondag is het ‘Villadag’.
We delen niet alleen het gebouw met anderen. We delen ook de mensen. Diezelfde mensen gaan naar clubs in de wijk. Soms ook naar andere kerken. Daarmee wordt een christelijke gemeenschap diffuser. Want wie erbij hoort en wie niet, lijkt niet duidelijk. En toch ook weer wel. Wekelijks staan dezelfde mensen klaar om de handen uit de mouwen te steken en de woorden tot zich te nemen. Zij voelen zich bij ons thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten