Mijn nieuwste column in het Friesch Dagblad is vandaag verschenen. Zie de tekst hieronder.
Komt er nog wat van’, lijken sommige lezers van mijn weblog ‘Missionair in Arnhem’ te zeggen. En ook al zeggen ze het niet, ik voel het zelf soms wel zo. Ik probeer daar regelmatig iets te schrijven over ons leven in de wijk. Maar soms moet ik keuzes maken. Als ik dan kies tussen werken in de wijk of schrijven daarover, is de keuze snel gemaakt.
Vier jaar geleden begon Villa Klarendal officieel. De tweede zondag van oktober 2005 zaten we tijdens die eerste brunch en viering (laatst door ons lokale sufferdje kernachtig samengevat als ‘maaltijdviering’) vol spanning te wachten op wie er zou komen. Er kwamen vijf mensen. We wisten dat een van onze oudere zussen in Nederland, In de Praktijk in de Haagse Spoorwijk, er een jaar over had gedaan om de eerste bezoekers te mogen ontvangen. Dus werden de vijf vol vreugde ontvangen.
De periode daarna verwelkomden we veel nieuwe bezoekers. Velen waren enthousiast over het nieuwe initiatief onder de vlag van Youth for Christ. De brunch was warm en gezellig. Ik hoor nog een opmerking van een bezoekertje of we dit niet elke dag kunnen doen. Want het was er zo rustig en zonder ruzie. Ook de viering vonden velen prachtig. Ze genoten er zichtbaar van. Alleen zagen we wel een verschil tussen mensen. Sommigen vonden het mooi, maar we zagen geen verandering in hun leven. Na de viering ging hun leven verder als altijd. Soms kwamen we ze in de stad tegen als ze met een groepje de gokhal binnen gingen. Anderen wilden het gehoorde in hun leven integreren en gingen, zonder het zelf zo te benoemen, de weg van discipelschap.
De wekelijkse maaltijdviering ging door. Soms zat het boordevol. Op andere momenten, vooral in de zomerperiode, was het heel erg rustig. Voor de eerste Kerstmis vroegen we of we iets met Kerst moesten organiseren. Dat hoefde niet, want iedereen ging naar eigen familie of naar de kerk waar ze weleens met Kerst naar toe gingen.
Na enkele jaren kwam de klad in het bezoekersaantal. ‘Oppassen in Amsterdam’, ‘genieten en oppassen op het pasgeboren kleinkind’, ‘studeren en stage doen om weer werk te krijgen’. De gelijkenis van Jezus over het zaad en de zaaier zagen we voor onze ogen werkelijkheid worden.
Teleurstelling alom. ‘Waar doen we het voor?’, was een veelgehoorde vraag. We zagen echter ook groei in de kleine groep die wel bleef komen. Taken werden van ons overgenomen: de wekelijkse boodschappen, de voedselbank in de wijk, dekken van de tafels, uitdelen van overgebleven brood van de lokale grootgrutter. Met een huisgroep delen we ons leven en praten we samen over de Bijbel.
Die veranderingen leiden tot versterking van de onderlinge gemeenschap. Een ontroostbare bezoeker wordt zichtbaar getroost. Een verjaardag van een ander wordt uitbundig gevierd. Deze zomer zaten de wekelijkse maaltijdvieringen vol. Er werd enthousiast gereageerd op onze vraag of we iets op de komende Eerste Kerstdag zullen doen.
Dit biedt ons interessante vragen. 1. Wat is belangrijker: de statistische groei van het aantal bezoekers of de onmeetbare groei in levens van mensen? 2. Bouwen we op menselijk zand of op goddelijke rots? 3. Hoe bouwen we daarop voort? 4. En last but not least: wie zijn de kundige bouwmeesters om dit mogelijk te maken?
Het vinden van antwoorden op die vragen en de omgang met mensen die zichtbaar Jezus willen volgen vergen veel tijd. Zo veel tijd dat nogal eens de klad komt in het schrijven aan mijn weblog. Maar eerlijk waar: ik maak liever concreet al die ervaringen mee dan dat ik er in mijn studeerkamer alleen maar over droom. Zo af en toe schrijf ik dan toch weer eens over de droom die wel werkelijkheid werd. En die is geen bedrog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten