maandag 31 januari 2011

Column Friesch Dagblad 28: Ik ben zo arm...

Een vrouw komt met een zielig gezicht bij ons binnen. Wekelijks krijgen we van de plaatselijke bakker het brood dat over is van de afgelopen dag. We mogen dat uitdelen aan mensen die het wat minder hebben in onze wijk. Daarvoor gebruiken we de “Arnhem Card” als richtsnoer: een kaart die iedereen krijgt leeft van een inkomen op het minimumniveau.

Mensen proberen het maar wat graag. Uitproberen in hoeverre wij kunnen worden verleid tot het geven van brood. Het zielige gezicht. Een brekende stem. Een reactie in het Nederlands die erop wijst dat mevrouw in het geheel geen Nederlands spreekt of verstaat. Ons zo benaderen dat we ons bijna schuldig voelen als we haar niets geven.

Gelukkig hebben we wat vrijwilligers die bekend zijn met de persoon in kwestie. En die ook nog van dezelfde afkomst zijn. ‘Ik schaam me voor je’ zegt een van hen tegen deze vrouw. In de woordenvloed die volgt blijkt dat mevrouw wel degelijk bijna vloeiend onze landstaal spreekt, dat ze een goed inkomen heeft en daarom het brood absoluut niet nodig heeft. 'Weet je wel…', zo vervolgt de vrijwilliger haar preek in het Nederlands, ‘dat deze mensen hun vrije tijd opofferen voor mensen die heel weinig geld hebben. Dat ze dat belangeloos doen. En jij maakt daar misbruik van! Zij laten hun geloof spreken in daden. Jij bent geen voorbeeld daarin!’ Beschaamd verdwijnt de vrouw het gebouw uit.

Helaas is dit geen uitzondering in ons werk. Dat geeft ons te denken. Hoe ga je daar nou mee om? Er zijn partijen in den lande die het wel weten. Scheer ze over een kam. De fout van de een is het probleem van ieder ander. Het bewijs dat die hele groep onbetrouwbaar is. Als je een stel mensen uit dezelfde cultuurgroep hetzelfde ziet doen, ben je geneigd het te gaan geloven. Denk aan de uitspraak van die voormalig wethouder over de Marokkaanse jongens. Zet er een woord voor en ze zijn gestigmatiseerd. Gedemoniseerd zouden anderen zeggen.

Wij kiezen er niet voor om op die manier mensen te benaderen. Alhoewel het wel verleidelijk is. We zien steeds vaker dat mensen van allerlei komaf bij ons komen. Om allerlei redenen. Ze zijn eenzaam. Ze zijn op zoek naar warmte. Willen aanspraak hebben. Zoeken naar hoop in dit leven. Ze mogen bij ons komen. Wij benaderen hen niet als de tegenstander, maar als mens. Wij willen dat mensen bij ons weer tot zichzelf komen. Dat we hen accepteren betekent niet, dat we alles zomaar toestaan. We willen de mensen nemen zoals ze zijn, maar de verkeerde kanten (zonde zo je wilt) daarvan niet accepteren.

Dan kom je soms toch tot veralgemenisering van groepen. Want ik constateer wel op dat de ene cultuurgroep is gevoeliger voor de ene zonde, de andere voor een andere. Dat wordt interessant als die groepen bij elkaar komen. Wie is opgevoed in een cultuur die zuinigheid voor alles plaatst, ziet met lede ogen aan dat mensen de helft van hun eten weggooien. Met hetzelfde gemak wordt vervolgens een heel roddelcircuit opgezet over degene die dat doet. Een spiegel voorhouden aan degene die uit een roddelgevoelige cultuur komt doet pijn. En wordt niet altijd begrepen. Want die verspilling is toch een grotere fout dan over anderen praten?

Is dat het misschien waarom Paulus regelmatig tegen de lezers van zijn brieven vraagt om elkaar te verdragen? Niet erop los meppen met de hand of met de mond. Naast elkaar staan en proberen elkaar te begrijpen. En als dat niet helemaal lukt, komt dat andere moeilijke woord om de hoek kijken. Dan komt het aan op elkaar vergeven. Dat willen we nog wel doen met die mensen die ons makkelijk liggen. Maar de mensen die ons dwars zitten, daar gaan we liever een blokje voor om. Liever praten over dan praten met die persoon.

Als we in echt contact komen met de ander, is dit de uitdaging. Begrijpen doen we elkaar waarschijnlijk nooit ten volle. Maar dat geldt ook voor mensen die uit dezelfde cultuur komen. Samen leven is elkaar accepteren. De meerderheid die de minderheid liefheeft. En omgekeerd. Dat is andere taal dan de huidige sfeer in de samenleving. Niet alleen een geregelde samenleving, maar ook een met een hart erin. Zodat iedereen die hier woont tot zijn recht komt.

Geen opmerkingen: