zondag 5 april 2009

Een week van toerusting en gesprek

De afgelopen dagen heb ik een paar dagen vrij gehad en genomen om enkele conferenties te bezoeken en wat gesprekken te houden.

DONDERDAG
ging ik halverwege de bijeenkomst van voorgangers en geestelijke leiders in Arnhem, Hart voor Arnhem, samen met tijdelijk teamleider van Villa Klarendal Ikenius Antuma naar een symposium ‘Pionieren voor het Koninkrijk’. Tijdens dit symposium werden twee boeken ter doop gehouden:
* De ontdekking van het Koninkrijk: verslag van een persoonlijke zoektocht (door Daniël de Wolf, uitgeverij Medema)
* Ploeteren & pionieren: nieuwe manieren van kerk zijn (door Martijn Vellekoop en Nico-Dirk van Loo, uitgeverij Ark Media).

De boeken waren de aanleiding, maar het symposium was bedoeld om na te denken over nieuwe vormen van kerk-zijn, die in ons land bekend is geworden als Emerging Church. Leuke discussies waren aan de orde en kritische vragen werden gesteld. Jos Douma, Vrijgemaakt predikant in Haarlem, stelde in zijn toespraak kritisch dat het mensen in de emerging beweging dat het hen gaat om "zoek eerst het Koninkrijk en zijn ge...meentestichting. En vervolgde met een onderkoeld: Ja,
hier zijn de pioniers, de gepassioneerden, de Jezus-freaks, de creatievelingen, de koplopers en de afhakers, de visionairs. En er klinkt dit geluid: ‘De kerk is dood, leve de koning!’


Belangrijk aspect in zijn toespraak was dat het van belang is te beseffen dat het gaat om mensen en niet om manieren. Mensen die zich zowel binnen als buiten de kerk bevinden.

Zowel Douma als Matthijs Vlaardingerbroek benadrukten om meer samen te doen: oude kerken en nieuwe, emerging, initiatieven. Tegelijkertijd werd duidelijk dat emerging church veel meer een gesprek is waarin over vernieuwing wordt nagedacht dan dat er daadwerkelijk aan de slag wordt gegaan. De wens is er wel, maar er zijn maar weinig echte pioniers die durven te ploeteren in de Nederlandse klei. In het boek "Ploeteren en Pionieren" worden vijf voorbeelden aangehaald van mensen die met vallen en opstaan, met geloof en twijfel, daar wel mee aan de slag zijn gegaan. Daarnaast zijn er nog enkele andere voorbeeldprojecten in het land, en daarbij wordt ook Villa Klarendal telkens genoemd,
die uit de klei, het veen of de zandgrond zijn voortgekomen.

In een radiouitzending van Kerk in Beweging noemt Teun van der Leer, directeur van het Baptistenseminarie, deze projecten hoopvolle experimenten in een nieuwe tijd. Hij kijkt uit naar wat er verder gaat komen.

VRIJDAG
Had ik een gesprek met Corjan Matsinger van Youth for Christ. Dit ging over de ervaring die ik heb opgedaan bij Villa Klarendal en of de kennis daarvan wellicht binnen Youth for Christ ten behoeve van andere kerken verder ingezet kan worden. Verder kan ik hier op dit moment nog niets meer over zeggen.

ZATERDAG
Zijn we met zijn drieën vanuit Villa Klarendal bij de toerustingsdag van de International Church Plants (ICP) geweest. ICP is, aldus de website, "een stichting die is voortgekomen uit het werk binnen de ICF (International Christian Fellowship) te Rotterdam. Deze multiculturele gemeente is in 2000 gesticht en telt momenteel zo’n 200 mensen van allerlei nationaliteiten. Oprichter en jarenlang voorganger van ICF Rotterdam was Theo Visser. Hij gaf in 2005 de aanzet tot oprichting van ICP. Sinds voorjaar 2007 zijn concrete activiteiten in gang gezet. Inmiddels heeft Theo zijn leiderschapstaken binnen de ICF neergelegd, om via ICP nader gestalte te geven aan zijn grote passie: multiculturele kerkplanting. ICP heeft een bestuur met mensen vanuit verschillende gereformeerde kerken. Bovendien krijgt de stichting regelmatig feedback van een raad van advies met drie personen die een ruime bestuurlijke, kerkelijke en missionaire ervaring hebben (dr. Henk van den Belt, drs. Marco Vermin, en dr. Stefan Paas)."

Aangezien we binnen Villa Klarendal voor een groot deel bezig zijn met multicultureel werken, sluit de visie van ICP wat dit betreft aan op die van Villa Klarendal. Het was voor mij mooi om eens te confereren met mensen die op gebied van multicultureel werken een zelfde passie hebben.

Een van de workshops ging over gemeenteopbouw. Tot mijn verbazing gebruikte de workshopleider een westers bedrijfsmodel om gemeentegroei te verklaren en uit te leggen. Dat zorgde ervoor dat ik hem bevroeg of er gemeenteopbouwmodellen zijn die gericht zijn op het multiculturele perspectief. Het leek nu namelijk of er maar een vorm van groei was: de groei naar steeds groter. Of een dergelijk model werkt als een gemeente voor een groot deel bestaat uit mensen die afkomstig zijn uit een familie-georiënteerde cultuur is voor mij een vraag. Voor mij is ook een vraag of we in de huidige postmoderne tijd met dergelijke modernistische modellen gemeenten kunnen laten groeien. De workshopleider zag wel heil in het ontstaan van kleinere celgroepen in wijken waar boven een grotere organisatie werd gesteld. Hij zette mij trouwens gelijk terug in een hokje: "ik weet dat de emerging church kritische vragen stelt...". Voor mij zijn dit interessante vragen voor de nabije toekomst.

Wat ik van deze conferentie ook leuk vond was om mij in overwegend gereformeerde achtergronden te kunnen begeven. De stijl en cultuur is anders. De liefde voor God en voor onze medemens en -lander is hetzelfde.

BACK TO THE BASIC
Zo ben ik weer bij de dag van vandaag aangekomen. Vier van onze vijf kinderen zijn op een gemeenteweekend van hun kerk. Mijn vrouw is op rust op een andere plek. Dus zijn mijn jongste dochter en ik vanochtend gaan "shoppen" bij onze kerkelijke buren van de Baptistengemeente Arnhem Centrum. Na afloop daarvan heb ik mijn toespraakje voor vanmiddag (diner en viering bij Villa Klarendal) voorbereid. En straks ga ik een maaltijd maken voor het dinergedeelte voor diezelfde middag.

En daarmee eindigt een halve week van gesprek en conferentie om weer eens bij te tanken voor het werk wat we doen. Fijn om dingen te horen, goed om mensen te spreken, hartverwarmend om medestanders te ontmoeten, genieten om weer eens flink vooruit te denken. Gisteren zei ik in de auto tegen onze reisgenoot dat ik het toch altijd weer prettig vind om terug te zijn in de wijk. Daar hoor ik thuis, daar mag ik genieten van de mensen om ons heen. Straks genieten van de maaltijd en de gesprekken tussendoor. En tijdens de toespraak genieten van het doorgeven ervan en van de vragen en interactie die daar tussendoor ongetwijfeld weer naar boven zullen borrelen. Ik ben weer terug bij de basis. Want hier gebeurt het!

Geen opmerkingen: