woensdag 27 mei 2009

Artikel Friesch Dagblad over conferentie Urban Expression

Vorige week woensdag was ik op de conferentie van Urban Expression waarin Stuart Murray sprak onder andere sprak over "Relatie bestaande kerken en de Emerging Church (en andere nieuwe vormen van kerk-zijn)". Aangezien ik toch met een laptop aanwezig was, heb ik het een en ander uit zijn mond opgetekend en verwoord in een artikel dat vandaag in het Friesch Dagblad is gepubliceerd.

Hieronder de tekst van het artikel

______________________________________

Stuart Murray op conferentie van Urban Expression over nieuwe kerkvormen:

Gevestigde kerken spelen vaak thuiswedstrijd

Arnhem - Gevestigde kerken stralen vaak uit: kom maar naar ons. Buitenstaanders moeten maar naar de zondagse dienst komen en zich aanpassen. Deze kerken kunnen leren van nieuwe kerken, stelde Stuart Murray op een conferentie van Urban Expression. Maar de gevestigde kerken hebben nieuwere kerken óók wat te zeggen.

Urban Expression is een organisatie die teams werft en toerust voor zending in de stad. Hierbij richt zij zich op zichzelf financierende teams die pionieren in creatieve en relevante uitdrukkingen van de christelijke gemeente in stedelijke gebieden met weinig of geen kerkelijke presentie. Voor een conferentie die onlangs werd gehouden, was de Britse theoloog Stuart Murray uitgenodigd. Hij zoomde in op wat bestaande kerken en nieuwe kerken voor elkaar kunnen betekenen.

Murray vergeleek bestaande kerken met een sportteam. "Het is algemeen bekend dat een uitwedstrijd intimiderend is voor het bezoekende team. De entourage is onbekend, het publiek op de hand van de ander. Daarom wint een thuisteam vaak."
Nieuwe kerken hebben ontdekt dat de kerk altijd een thuiswedstrijd heeft gespeeld, aldus Murray. "Dat was niet zo erg in een tijd waarin iedereen zich vertrouwd voelde bij de cultuur die een kerkdienst uitstraalde. Tegenwoordig leven we echter in een cultuur waarin het kerkgebouw bijna als buitenaards wordt ervaren, waardoor bezoekers zich daar niet comfortabel voelen." Daarom gaan nieuwe kerken een andere weg: ze proberen dichtbij mensen te komen. "Net zoals Jezus mens werd en naar ons toe kwam (incarnatie)."

Bereik
Binnen gevestigde kerken, vooral bij pinkster- en evangelische gemeenten, heerst het idee dat men iedereen bereikt, zei Murray. "Uit allerlei onderzoeken in Groot-Brittannië blijkt dat dit niet zo is, en dat men slechts een klein deel van de samenleving bereikt." Doordat nieuwere kerken nieuwe groepen bereiken, kan dat gevestigde kerken aan het nadenken zetten over wie zij niet bereiken.
Sommige nieuwe kerken groeien ook door overloop uit de gevestigde kerken. Die mensen voelen zich in de bestaande kerk niet meer thuis, maar voelen zich wel aangetrokken tot een nieuwe kerkvorm. "Het lijkt erop dat gevestigde kerken moeite hebben om mensen die geestelijk volwassen zijn geworden verder te helpen", aldus Murray. In de emerging church-beweging zijn ook mensen welkom die lastige vragen stellen. Zo schrijft bijvoorbeeld iemand dat hij werd achtervolgd door vragen als ‘Waarom is Jezus zo boeiend en de kerk zo suf?’, ‘Waarom is Jezus progressief en laat Hij veel stof opwaaien, en is de kerk vaak conservatief en irrelevant?’, of: ‘Waarom staan christenen bekend om geen-seks-voor-het-huwelijk en SGP-politiek, en niet om liefde en genade?’

Mensen met lastige vragen worden in hun eigen kerken - met name in de evangelische en pinkstergemeenten - vaak niet begrepen. Dat komt omdat deze kerken meer geïnteresseerd zijn in het geven van heldere antwoorden, zonder vragen te stellen, stelde Murray. ‘Emergers’ lijken daarentegen alleen vragen te stellen, zonder antwoorden te verwachten. Daarin kunnen ze volgens Murray van elkaar leren.
Vanuit nieuwe kerkvormen klinkt kritiek op de gevestigde kerken dat er te weinig ruimte zou zijn voor vriendschappen, als gevolg van een teveel aan activiteiten. Nieuwe kerken zetten in op vriendschappen voor het leven. Leven is voor hen de basis van het werk, niet de organisatie. Voor sommige gevestigde kerken lijkt ‘kerk-doen’ belangrijker dan ‘kerk-zijn’, stelde Murray.

Netwerken
Er wordt in Nederland veel nagedacht over samenwerking tussen verschillende kerken. Die samenwerking is grotendeels gestoeld op theologie. In nieuwere kerken komen christenen juist op een organische manier bijeen. Het gaat hen niet in de eerste instantie om de juiste theologie. Voor hen is netwerken belangrijker dan organisatie. "Daarin sluiten ze aan bij de maatschappij, die veel meer een netwerkmaatschappij is geworden en waar instituties sterk aan waarde verloren hebben. In die zin leren nieuwe kerken de bestaande kerken wat het betekent om post-denominationeel te zijn. Er wordt samengewerkt over de institutionele kerkmuren heen."

Murray benadrukte dat nieuwe kerken ook kunnen leren van de gevestigde kerken. Het gevaar bestaat anders dat de nieuwe gemeenschappen arrogant worden, de waarheid in pacht denken te hebben en anderen niet nodig menen te hebben, stelde de theoloog. Vooral als de nieuwe gemeenschappen gaan groeien, blijkt dat er nog veel te leren valt van de gevestigde kerken. Op dit moment is de emerging church-beweging nog deels een tegendraadse beweging. Als de beweging gaat groeien, zal ze tot de conclusie komen dat niet alles in de gevestigde kerk verkeerd is, aldus Murray. De gevestigde kerken bieden stabiliteit en een schat aan tradities rondom aanbidding, bijbellezen en samenkomen. Nieuwe gemeenschappen stellen daar kritische vragen bij en zijn steeds op zoek naar nieuwe manieren en vormen. De gevestigde kerken bieden een rijke schakering aan bronnen op gebied van theologie, pastoraat en kerkgeschiedenis. De emerging church is tenslotte niet de eerste vernieuwende beweging in de kerk, zei Murray.

Het is volgens Murray ook belangrijk dat de gevestigde kerken de emerging church kritisch bevragen. Een belangrijke vraag is hoe die gemeenschappen een balans vinden tussen culturele aanpassing en cultuurkritiek. Veel mensen binnen de emerging church willen (de uitingen van) het geloof aanpassen aan de huidige, postmoderne cultuur: de kerk moet een plaats zijn waar mensen zich thuis voelen.
Het geloof biedt echter ook een uitdaging aan de cultuur, aldus Murray. "Daarbij zal ook de vraag moeten worden gesteld wat binnen de cultuur verkeerd is, en bevraagd moet worden. Anders lopen nieuwere kerken het gevaar om volledig door de postmoderne cultuur te worden opgeslokt."

Ook op het gebied van geloofsoverdracht en leiderschap kunnen nieuwe kerken leren van de gevestigde kerken, volgens Murray. Leiderschap is in veel nieuwe gemeenschappen gericht op vriendschap. Structuren zijn vooral organisch van aard. De vraag is hoe dit gaat verlopen als de kleine groep gaat groeien. Dan moet worden nagedacht over het voorkomen van machtsmisbruik en manipulatie, en over een verantwoordingsstructuur.

Samenwerking
Hoe kan het gesprek tussen gevestigde kerken en nieuwe gemeenschappen het beste worden vormgegeven, vroeg Murray zich af. Hij benadrukte het belang van het vinden van wegen om elkaar open te bevragen. Murray voelt veel voor "gezonde vormen van partnerschap" tussen beide groepen, op zowel lokaal als regionaal niveau. Partnerschappen waarbij de ‘betalende partij’ geen invloed gaat opeisen voor de richting van de nieuwe gemeenschap. Maar waar juist volop ruimte wordt geboden om een eigen richting in te gaan.
De basis daarvoor ligt volgens Murray in de erkenning dat we ons bevinden in een veranderende cultuur en dat we de problemen daarvan aan den lijve ondervinden. "Belangrijk is ook dat nieuwe gemeenschappen en gevestigde kerken erkennen dat ze uiteindelijk toch veel gemeen hebben. Erkennen dat Gods kerk verscheidenheid kent, maakt daar deel van uit. Dan ontstaat er onderlinge ruimte, waarin kerken elkaar kunnen bevestigen, in plaats van elkaar bekritiseren."

Geen opmerkingen: