Dit verslag is vandaag verschenen in het Friesch Dagblad.
Iedere kerk heeft een eigen identiteit, een specifieke roeping. Pas als je die hebt ontdekt, kun je als gemeente echt missionair zijn. Dat stelt kerkstichter Matthijs Vlaardingerbroek.
Stel, je bent een gemeenteleider, voorganger, of predikant. Je hebt een zieltogende gemeente. Een kerk die niet groeit, maar enkel krimpt. Waar meer mensen sterven dan dat er mensen bij komen. De vraag bekruipt je of er nog hoop is voor deze gemeente.
Dan lees je een advertentie van een bekende missionair werker, Matthijs Vlaardingerbroek, die in Den Haag uit het niets een nieuwe gemeente is begonnen. Wellicht kun je iets leren van deze werker, denk je.
Niet iedereen die deze week naar de conferentie Grensverleggend Missionair: Buiten winnen is binnen beginnen ging zal die motivatie hebben gehad, maar de verwachting was in elk geval groot. De conferentie was een initiatief van uitgeverij Medema, rond het verschijnen van het boek Grensverleggend. Hoe de kerk opnieuw missionair kan zijn van Vlaardingerbroek.
De kerkplanter, inmiddels ook bekend als buikspreker met zijn pop Henkie, deed zijn creatieve roem eer aan door de pop meteen aan het begin met een goocheltruc door midden te zagen. Henkies hoofd en de benen werden van elkaar gescheiden, ter illustratie van hoe wij van God zijn gescheiden. Henkie dook zijn koffer weer in, de afgezaagde benen achterlatend op het blok. Achter die benen toverde Matthijs een andere pop tevoorschijn, die de van God afgesneden mens symboliseerde. De buurman die God niet kent, noemde Matthijs hem. Waar kan hij God vinden? In de koffer van Henkie? Nee, want die vertrouwt hij niet. De kerk, plaats van Gods heerlijkheid, wordt gewantrouwd door de gemiddelde burger. De vraag is daarom: kunnen wij niet beter naar de ander toe gaan, in plaats van te wachten tot hij of zij naar ons als kerk toekomt?
Aan de hand van het verhaal uit de Bijbel over de mannen die hun verlamde vriend bij Jezus brachten (Lucas 5: 17-26), ontvouwde Matthijs Vlaardingerbroek zijn visie voor missionair werk. Hij haalde een aantal principes uit het verhaal.
De vrienden hadden een krachtige ideologie: als onze vriend bij Jezus komt, komt het goed. Ze blijken een heldere visie te hebben: getroffen door de pijn van hun vriend, zijn huidige situatie, willen ze dat Jezus hem van die pijn geneest.
Mensen zijn net als de verlamde vriend, vervolgde Vlaardingerbroek. Ze kunnen niet zelf de deur openen. Ze zijn geestelijk verlamd. Ze kunnen niet naar de kerk toe komen. Wij moeten naar hen toe gaan. Wij moeten een ze ,,haalbare belofte” geven. Net zoals de vrienden: ‘Wij brengen jou bij Jezus.’
De vrienden hadden ook een unieke kracht. Ze zagen wegen die er eigenlijk niet waren. Ze konden niet door de deur, ze konden niet door het raam. Daarom klommen ze het dak op, om van daaruit hun vriend bij Jezus te brengen.
En ze hebben een hoopvolle ambitie: ze verwachten dat Jezus tegen hun vriend zegt dat hij moet opstaan en lopen.
Identiteit
Belangrijk in Vlaardingerbroeks boodschap is de identiteit van de gemeente. Die kent verschillende aspecten: ‘De gewenste identiteit, de huidige identiteit en de door God gegeven identiteit.’ De vraag is op welke identiteit wij onze pijlen richten. We moeten zoeken naar de parel die God ons heeft gegeven: de identiteit die we als gemeente van God hebben gekregen, stelde Vlaardingerbroek. Die is vaak verstopt. ,,De vraag is of we bereid zijn die parel te zoeken, ook als het ons alles kost.”
Als die identiteit eenmaal is gevonden, kunnen we hem gaan inzetten. Niet alleen binnen de gemeente, maar ook voor ‘buiten’. Om de identiteit van je gemeente daadwerkelijk te gebruiken is een heldere visie onmisbaar, betoogde Vlaardingerbroek. Daarvoor is een start nodig (wat zie jij en wat doet je pijn?). En een finish (Wat zou ik willen zien? Wat geeft mij hoop?). Als je die twee hebt vastgesteld, wordt een route zichtbaar die je van start naar finish brengt.
Vlaardingerbroek ziet veel gemeenten met de visie: wij willen er zijn voor iedereen. Bij zo’n vage visie dreigt echter het gevaar, dat je er voor niemand bent. Daarom is de beginvraag ‘wie zie jij?’ belangrijk. Wie zijn de mensen die God op jouw hart legt?
Achterstandswijken
Na zijn gepassioneerde betoog overhandigde Matthijs Vlaardingerbroek zijn boek aan Oeds Blok, voorzitter van Urban Expression, een beweging die gemeentes sticht in de achterstandswijken. Vlaardingerbroek wil met zijn boek hoop bieden aan bestaande kerken, vanuit liefde voor de kerk.
Naast lovende woorden past ook een pas op de plaats. Mijn grote vraag is of de kerk vernieuwd kan worden door een methode te omarmen die is gebaseerd op identiteitsmarketing. In hoeverre is dit weer een nieuwe methode voor kerken, die er geld en tijd in moeten steken? Om er wellicht na enkele jaren achter te komen dat de methode het vuur niet heeft kunnen aanwakkeren waar we zo naar verlangen. De tijd zal het uitwijzen. Aan de passie van Matthijs Vlaardingerbroek zal het niet liggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten