woensdag 12 juni 2013

Column Friesch Dagblad 58: leren van ontwikkelingswerk voor wijkwerk

Afgelopen weekend was ik bij een weekend van Urban Expression, het netwerk van gemeentestichtende projecten in Nederlandse achterstandswijken, waar ook Villa Klarendal bij is aangesloten. Een geweldige kans om weer eens van elkaar te horen waar iedereen mee bezig is. En zodoende betrokken te blijven bij wat God aan het doen is in het land. Een van die gesprekken had ik met Oeds Blok, landelijk coördinator van  Urban Expression Nederland. Hij vertelde dat hij op uitnodiging van christelijke ontwikkelingshulporganisatie TEAR ruim een week op bezoek gaat in Oeganda. Doel is vooral te leren van hoe lokale christelijke gemeentes omgaan met de armoedeproblematiek. Hij vroeg mij of ik nog wat vragen voor hem had. Die had ik zeker!

Ik zie namelijk een parallel tussen de manier waarop regeringen via ontwikkelingshulp ontwikkelingslanden heeft geholpen en hoe onze regering en gemeentes omgaan met achterstandswijken. Er lijkt een basisdenken te zijn dat geld de oplossing is voor alle ontstane problemen. Geef het land of de wijk maar geld en de problemen lossen zich wel op. Dat gaat over het algemeen gepaard met projectdenken.

Geef het land of de wijk tijdelijk geld om een project op te zetten dat in potentie succesvol kan zijn. Na verloop van tijd heeft het project zijn succes bewezen en trekt men de stekker uit de geldstroom. Met helaas het vervelende gevolg dat het project een zachte dood sterft, omdat de achterblijvers niet de kracht of de middelen hebben om het project structureel voort te zetten.

Door de constante geldstroom waarbij ook steeds weer nieuwe professionals worden ingevlogen, is een afhankelijkheidsrelatie van ontvangers ontstaan naar zowel het projectgeld als de projectmedewerkers. Terwijl je juist zo graag zou willen dat mensen in zowel ontwikkelingslanden als achterstandswijken onafhankelijk van die gelden en werkers zelf hun problemen gaan aanpakken en eigen oplossingen bedenken.

Ik ben benieuwd of christelijke gemeentes in Afrika erin zijn geslaagd om onafhankelijk te worden van de geldstromen die lieve christenen uit het Westen zo graag aan hun zwarte medegelovigen schenken. Hoe is ze dat gelukt en welke principes kunnen we daarvan overnemen in ons werk in de armere gebieden in ons land?

Ik vraag me ook af op welke manier christenen in Afrika zelf leiding zijn gaan geven aan hun mensen. Hoe ze zijn uitgestapt uit de afhankelijkheidsrelatie waarin ze alleen hun hand hoeven op te houden. En op welke manier hebben ze de dure projecten en westerse denkwijze over inrichting van een organisatie omgezet in werkbare structuren, die voor hun mensen zowel cultureel als financieel behapbaar zijn?

Kijk, dat is de omgekeerde ontwikkelingssamenwerking waar ik van houd. Wij gaan naar de landen toe om in de samenwerking vooral van hen te leren. Hen advies vragen over hoe wij door hun geleerde lessen in onze situatie kunnen toepassen.

Niemand is beter, omdat hij meer geld heeft. Niemand is achtergesteld vanwege tekort aan geld. Een gelijkwaardige relatie gebaseerd op wederzijds respect. Zo werk ik in de wijk. Zo hoop ik iets te mogen leren van broeders en zusters in Afrika.

Geen opmerkingen: