woensdag 15 juli 2009

Friesch Dagblad Column 9: Wie hoort er bij?

Lees mijn nieuwste column onder de titel "Wie hoort er bij?" op de website van het Friesch Dagblad.

Hieronder cursief de letterlijke tekst.

Een van de belangrijke speerpunten die wij bij Villa Klarendal in Arnhem hanteren, is dat bezoekers zich bij ons thuis mogen voelen. Daarvoor hebben we allerlei barrières die dat in de weg staan zo veel mogelijk proberen weg te nemen.
De liederen die we zingen hebben we zo veel mogelijk aangepast aan de sfeer en smaak die in onze wijk bekend is. Maar ook de inhoud van die liederen moet niet al te veel vragen opleveren en is dus aangepast aan de taal en spraak in onze wijk.

Als mensen met ons willen meewerken, gaan we niet eerst een hele lijst van eisen en wensen af om te kijken of ze wel geschikt genoeg zijn. Wijkbewoners mogen met ons meedoen en soms hebben we hen laten deelnemen terwijl ze het nog niet helemaal eens zijn met wat wij verkondigen. De koffie smaakt er niet minder om.

Geen bekeringsdrang
Onlangs hadden we een vrijwilligersavond. Ik keek om me heen en zag dat er mensen van allerlei slag bij zaten. Religieus gezien zaten er naast mensen met een christelijke achtergrond ook mensen met een hindoestaanse, islamitische of religieloze achtergrond. Ze voelen zich zo bij ons thuis dat ze bereid zijn een deel van hun tijd te geven aan ons werk in de wijk. Ze zijn door hun andere achtergrond wat ons betreft niet minder dan andere vrijwilligers. Terwijl ze weten dat wij het werk vanuit een christelijke inspiratie doen, zijn ze bereid met ons mee te werken. En wij zijn bereid hen niet telkens te bestoken met een bekeringsdrang, omdat ze wat ons betreft rustig mogen meedoen, meedraaien en meeluisteren. Dan zal God vanzelf wel in hun leven werken.

Doordat mensen zich thuis voelen, ontstaat er op een natuurlijke manier een nieuwe vorm van gemeenschap. Mensen zijn op elkaar betrokken, vullen elkaar aan, zorgen voor elkaar en dragen daadwerkelijke zorg voor de ander. Een gemeentelid dat in het ziekenhuis ligt, krijgt vrijwel dagelijks bezoek van andere leden. En elke keer als ik weer een gemeentelid tegenkom, willen ze graag weten hoe het met het medelid gaat.

Doordat mensen zich thuis voelen wordt gemeenschap soms breder ervaren dan wij van nature als christenen gewend zijn. De niet- of nog-niet-zo-gelovige bezoekers zijn net zo betrokken op de anderen als de gelovige bezoekers. Dat stelt ons voor interessante vragen als: wanneer is er sprake van christelijke gemeenschap? Wie hoort erbij en wie niet? Moeten we met lidmaatschap beginnen of juist niet?

Drempel
Dat ik deze vragen stel, laat zien dat ik geen antwoord heb op deze vragen. In sommige kerken is lidmaatschap heel duidelijk. Er zijn regels opgesteld voor wie wel en wie niet tot de gemeenschap behoren. Daarmee worden potentiële leden nog even buitengehouden totdat ze ‘zo ver’ zijn dat ze wel kunnen toetreden. Daarmee is duidelijkheid geschapen voor wie binnen en wie buiten zijn. Dat kan een drempel vormen voor mensen die zich graag willen aansluiten, maar nog niet zo ver zijn.

Als ik dan kijk naar Jezus’ gemeenschap met zijn discipelen, vraag ik mij af welk model het dichtst daarbij nadert. Hij nodigde mensen van divers allooi uit. Van vrome gelovigen tot zware heidenen. Die gingen met elkaar op pad om Jezus te volgen. Gedurende hun reis kwamen ze zichzelf regelmatig tegen. Af en toe was er een geweldige gelovige uitspraak, waarbij Jezus ongetwijfeld figuurlijk een sprong in de lucht deed. Waarna hij vervolgens weer met een plof op aarde kon terugkeren, of - nog dieper - hem de moed in de schoenen zonk, door een uitspraak, een vraag of een handeling van een geheel andere aard.

Is dat misschien wat Jezus bedoelde met het onkruid en het koren dat samen opgroeit? Het zou kunnen. Ik heb in ieder geval, om maar met diezelfde vergelijking door te gaan, wel in de afgelopen jaren veel vermeend onkruid zien veranderen in bruikbaar koren. God verandert mensen. Niet doordat wij eraan trekken, maar doordat mensen zich eerst bij ons thuis voelen en daarna bij Hem thuis komen.

Geen opmerkingen: