zondag 27 januari 2008

Motivatie voor het werk

Als reactie op mijn laatste blog schreef Johannes: Ik mis nog een label voor het stukje; liefde! Waarschijnlijk zit dat in al je stukjes, maar in deze proef ik het heel sterk.

Tja, die liefde. Die is er zeker. Toch denk ik dat lezers gemakkelijk het gevoel kunnen krijgen dat het ons wel heel gemakkelijk afgaat. Dat alles bij ons op rolletjes loopt en dat er helemaal niets mis gaat.

Nou, nee dus. Als ik zo terugkijk, is onze motivatie voor dit werk heel vaak op de proef gesteld. In onze relatie met bezoekers, tussen bezoekers onderling, tussen leden van het kernteam, met andere vrijwilligers, maar ook in praktische aangelegenheden. Onduidelijkheden en slechte afspraken onderling, waardoor er wrijving en irritatie ontstond; vrijwilligers die meer kwamen om te eten dat om te helpen terwijl wij als kernteamleden het vuur uit de sloffen liepen; bezoekers die na twee jaar nog steeds aan ons vroegen of we ze thee of koffie konden inschenken; een ruzie tussen twee bezoekers die zeer hoog opliep (gelukkig niet in de Villa zelf gebeurd); de waterleiding die bevroor, waardoor we met jerrycans en thermoskannen water uit ons eigen huis moesten sjouwen; kinderen die zeer irriterend waren en eerder kwamen om te keten dan om leuk mee te doen; moeheid, ziekte of lamlendigheid voorafgaand aan een brunch of diner waardoor we uitgeteld aan een zondag begonnen; kortom: we hebben alle vormen van problemen hebben we meegemaakt, waardoor een goed lopend project menselijkerwijs uiteen kan spatten.

Dan word je teruggeworpen op je motivatie. En komt de vraag naar boven waarvoor je het doet. Is het om eigen eer te behalen? Naar anderen te kunnen vertellen hoe goed het gaat? Of is er Iemand anders die ons tot dit werk heeft geroepen? Na verloop van tijd kwamen we op dat laatste uit.

Ik kan me herinneren dat ik heel vaak geen zin had om te beginnen. Dan sleepte ik me toch maar weer naar het gebouw toe. En vertelde de anderen hoe ik mezelf voelde. We baden vervolgens dat we kracht en nieuwe motivatie mochten krijgen. De ene keer was de lamlendigheid na afloop omgeslagen in vreugde. Mensen die allerlei vragen over het geloof stelden. Die het zo heerlijk gezellig vonden. En letterlijk zeiden dat ze "Gods rust ervaarden". Dan konden we alleen God maar danken dat Hij het opnieuw in ons mogelijk had gemaakt. En keerden we diep tevreden terug naar huis. Andere keren maakten we echter dingen mee, waardoor ons de moed nog verder in de schoenen zonk. Dat we moedeloos waren door allerlei situaties die we meemaakten. Dan legden we die situaties opnieuw terug bij de Here God. En gingen, teleurgesteld, weer terug naar huis. Ik heb daarvan geleerd, dat we niet alles in de hand hebben. Uiteindelijk is God degene die situaties en mensen kan veranderen. Soms werden we dan pas na maanden weer bemoedigd door veranderingen in die situaties of mensen. Maar in andere gevallen moesten we het ook bij God achterlaten zonder resultaat te zien.

In gevallen waarin we als team onderlinge irritaties ervoeren, hadden we de neiging die hard tegenover elkaar uit te spreken. Ook dan kwam weer de motivatievraag naar boven: "waar doe je dit voor...?" En leerden we de ander te respecteren met de eigen gaven, talenten en onzekerheden. We kozen dan voor het team en niet voor onze eigen wensen en gevoelens. Onze stelregel is daarom nu: "We zoeken als team gezamenlijk Gods weg. Als een van de teamleden zich niet kan verenigen met een bepaalde richting, zal dat (nog) niet de weg zijn waarop God ons leidt."

De motivatie moest dus telkens bij God vandaan worden gehaald. Hoezeer enthousiast we ook vaak zijn over ons werk, er blijven toch momenten waarop het enthousiasme ("geestdrift") tot op het nulpunt is gedaald. Dan hebben we een andere, diepere, Geestdrift nodig, die niet uit onszelf komt. Die alleen door die ene Geest kan worden aangewakkerd. Maar als die er is, merken mensen de echtheid van ons geloof. En zullen ze God door ons heen gaan ervaren. Al is dat voor ons gevoel door vallen en opstaan heen.

1 opmerking:

Anoniem zei

Prachtig om te lezen en heel herkenbaar! Ik zal het aan mijn team voorlezen / doormailen. Tof om laatst ff face to face met je te praten. Veel zegen daar!
Daniel