Een tijd geleden las ik een artikel over de "veiligheidsmythe". Voorafgaand aan 9/11 voelden Amerikanen, en met hen de hele Westerse wereld, zich veilig in hun eigen land. Niemand was in staat om het land binnen te dringen. Toen de twee vliegtuigen de torens binnenvlogen, was het met het gevoel van veiligheid gedaan en wilde men koste wat het kost die veiligheid weer herstellen.
Een vergelijkbare mythe ben ik tegengekomen in de hedendaagse pedagogiek. Als we kinderen maar ruimte en rust gunnen, dan zullen ze alle ruimte krijgen om goed op te groeien en zullen ze geweldige burgers worden. Dus scherm ze af voor alles wat verkeerd, slecht of angstig is. Daarom is suburbia in de westerse wereld zo vreselijk populair: gezinnen trekken massaal naar de nieuwste buitenwijk om hun kinderen daar alle rust en ruimte te gunnen voor de komende opvoeding. Ook hier een "mythe": de nieuwste wijken zijn verre van veilig. En kinderen die daarin opgroeien, verworden tot verveelde jongeren die hun heil zoeken in vandalisme en drugsgebruik om de verveling in hun opvoeding en hun omgeving uit te bannen.
Kerken kennen een eigen veiligheidsmythe. Die is te vinden in de tweedeling tussen "duisternis" en "licht". Christenen gebruiken de eerste term om aan te geven hoe vreselijk het is om zonder God te leven. Vervolgens plakken ze de negatieve term op een bepaald gebied of zelfs op de hele wereld buiten de kerk. "Het is een duistere wijk" of "Rondom ons heerst de duisternis" wordt er dan gezegd. Wat is dan de manier om die duisternis tegen te gaan? Door met elkaar fijn samen te komen in de gemeente of kerk. Daar is het licht, prettig, warm, daar wordt het koninkrijk van God zichtbaar. Daar is een schuilplaats voor de duistere wereld om ons heen. Deze mythe wordt door veel christelijke leiders gepropageerd.
Door deze veiligheidsmythe zijn er maar weinig christenen die in staat zijn stevig is deze wereld te staan. Ze beschouwen die wereld als eng, boos, kwaadaardig. Ze vluchten er het liefst uit weg. En hoe groter de duisternis, hoe sneller christenen er uit weg willen. Daardoor verzaken christenen hun roeping. Die is om licht in de duisternis te zijn. Niet temidden van de andere lichtjes, omdat dat samen zo mooi helder licht is. Maar juist temidden van die duisternis. De kerk kan een schuilplaats zijn voor christenen die moe en uitgeput zijn. Maar dan wel om hun lichtjes weer op te laden zodat ze weer die duisternis in kunnen gaan, om het licht te brengen. De kerk als elektriciteitsstation voor uitgebluste lampjes die hun lichtjes daar weer op kunnen laden om te doen waar ze voor bedoeld zijn: licht schijnen in de duisternis. De taak van christenen is niet weg te vluchten voor de duisternis, maar er juist midden in te wonen. En daar een ander licht te laten schijnen op de waarheid van alledag.
Wat zou er met het missionaire werk gebeuren als christelijke kerken die roeping weer zouden verstaan? Mijn wens voor het komende jaar is dat deze veiligheidsmythe nu eens doorbroken zal worden en dat christenen uit hun veilige bastions kruipen om de duisternis tegemoet te gaan met de wapens van het licht. Weg met die veiligheid, laat zien wie je bent!!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten